Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het bericht ‘Geen geld voor de tandarts: 'Mondzorg moet terug in het basispakket'’
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Geen geld voor de tandarts: «Mondzorg moet terug in het basispakket»» (ingezonden 30 augustus 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 11 oktober
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 4094.
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het bericht «Geen geld voor de tandarts: «Mondzorg moet terug
in het basispakket»»?1
Antwoord 1
Ik vind het van groot belang dat iedereen in Nederland toegang heeft tot goede mondzorg.
Helaas kan het voorkomen dat mensen in een situatie verkeren dat dit niet het geval
is. Vanwege de beperkte beschikbaarheid van betrouwbare data is het moeilijk om een
precieze uitspraak te doen over de hoeveelheid mensen in Nederland die puur vanwege
financiën mondzorg mijden: de verschillende bronnen geven geen eenduidig beeld.
Ik wil dat er structurele informatie beschikbaar komt over de mondgezondheid van mensen
in Nederland. Ik zet daarom, zoals al eerder aangekondigd, een langdurige monitor
op om de mondgezondheid in Nederland te meten. In afstemming met het veld zal hiertoe
een set indicatoren worden opgesteld, waarna de informatie driejaarlijks zal worden
uitgevraagd. Het eerste meetmoment start in 2022. Met het verkrijgen van meer informatie
over de staat van de mondgezondheid in Nederland, wordt ook de mondgezondheid onder
specifieke groepen beter inzichtelijk. Op basis daarvan kan, zo nodig, aanvullend
beleid worden gemaakt.
Vraag 2
Hoe reageert u op de stelling van Dokters van de Wereld dat het niet vergoeden van
de tandartszorg via het basispakket de samenleving uiteindelijk juist meer geld kost,
omdat mensen bij het mijden van de tandarts andere problemen krijgen?
Antwoord 2
Het onderzoek waar Dokters van de Wereld hun stellingen op baseert, is een onderzoek
waar het Radboud UMC aan heeft meegewerkt. Dit onderzoek gaat over de economische
impact van ziekten aan het gebit.2 In dit onderzoek wordt berekend dat mondgezondheidsproblemen in Nederland samenhangen
met een gemiddeld verlies van productiviteit van $ 209 dollar per persoon. Het onderzoek
geeft zelf aan welke kanttekeningen er te plaatsen zijn tegen de gebruikte methodiek
en schatting. Daarbij betreft dit niet alleen productiviteitsverlies door mondziekten
vanwege uitgestelde mondzorg, maar ook het verlies van arbeidsproductiviteit van mensen
die wel regelmatig naar de tandarts gaan. De daadwerkelijke economische gevolgschade
van uitgestelde mondzorg is dus niet bekend.
Vraag 3, 4, 5
Bent u ervan op de hoogte hoeveel Nederlanders jaarlijks trombose krijgen als gevolg
van het mijden van mondzorg?
Bent u ervan op de hoogte hoeveel Nederlanders jaarlijks nierschade krijgen door de
grote hoeveelheden pijnstillers die ze nodig hebben door het mijden van mondzorg?
Heeft u zicht op de niet-medische problemen die mensen krijgen door het mijden van
mondzorg, zoals ontslag «omdat ze niet meer toonbaar zijn» of een lagere kans om een
nieuwe baan te krijgen?
Antwoord 3, 4, 5
Nee, deze informatie is niet beschikbaar.
Vraag 6, 8
Bent u het ermee eens dat het onacceptabel is dat mensen nu vaak uit financiële overwegingen
kiezen om een kies te laten trekken, in plaats van een wortelkanaalbehandeling te
ondergaan? Kunt u dit toelichten?
Bent u het ermee eens dat het feit dat mensen de tandarts niet kunnen betalen nooit
een reden mag zijn dat zij geen toegang hebben tot mondzorg?
Antwoord 6, 8
Ik vind het belangrijk om te voorkomen dat mensen alleen vanwege financiële redenen
de keuze maken om kiezen of tanden te laten trekken, in plaats van deze te laten behandelen.
Zoals al in eerdere beantwoording3 aangegeven is de basis dat volwassenen in beginsel een eigen verantwoordelijkheid
hebben voor de verzorging van hun gebit. Er kunnen echter (financiële) omstandigheden
zijn waardoor mensen daar hulp bij nodig hebben. Gemeenten kunnen waar nodig mensen
bijstaan met gemeentelijke compensatieregelingen, de gemeentepolis en bijzondere bijstand.
Gemeenten hebben hiervoor ook financiële middelen via het Gemeentefonds ontvangen.
Vraag 7
Wat is uw oordeel over de arbitraire grenzen die er in de huidige situatie bestaan,
waarbij bijvoorbeeld een prothese wel wordt vergoed als mensen geen tanden of kiezen
meer hebben, maar als ze twee goede hoektanden hebben niet, terwijl een prothese in
dat geval zelfs beter geplaatst kan worden? Bent u bereid om het systeem zo aan te
passen dat mensen in dit soort vergelijkbare gevallen in beide gevallen recht hebben
op vergoeding?
Antwoord 7
In het Besluit Zorgverzekering4 is opgenomen dat alleen een (uitneembare) volledige prothese wordt vergoed. Er is
niet genoemd dat men per se tandeloos moet zijn.
Stel dus dat de patiënt nog twee goede hoektanden heeft, dan kunnen deze hoektanden
worden afgeslepen (na een kanaalbehandeling) tot net boven het tandvlees. Vervolgens
wordt een volledige (overkappings) prothese gemaakt. De kosten voor de volledige prothese
worden vergoed uit het basispakket.5
Als er in dezelfde situatie (met twee gezonde hoektanden) voor wordt gekozen om een
partieel (gedeeltelijk) kunstgebit te maken rond de aanwezige hoektanden, is er geen
sprake van een volledige prothese, en is er dus geen vergoeding.
De oorsprong van deze afbakening is gelegen in 1997, toen door de toenmalige Ziekenfondsraad
werd geoordeeld dat de grote groep tandeloze ouderen, die niet hadden kunnen profiteren
van de verbeteringen in de mondzorg, de hoge kosten van de volledige gebitsprothese
vergoed zouden moeten krijgen.6
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat de verschillen tussen arm en rijk in gebitskwaliteit veel
te groot zijn geworden? Zo ja, wat gaat u doen om deze verschillen uit te wissen?
Antwoord 9
Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 1 vind ik het van belang dat er structurele
informatie beschikbaar komt over de mondgezondheid van mensen in Nederland. Ik zet
daarom een langdurige monitor op om de mondgezondheid in Nederland te meten. Op basis
daarvan kan, zo nodig, aanvullend beleid worden gemaakt.
Vraag 10
Bent u bereid om de tandarts weer op te nemen in het basispakket, zodat de hoogte
van het inkomen van mensen niet langer bepalend is voor de kwaliteit van hun gebit?
Antwoord 10
Nee. Zoals eerder aangegeven is de basis dat volwassenen een eigen verantwoordelijkheid
hebben voor de verzorging van hun gebit. Er kunnen echter (financiële) omstandigheden
zijn waardoor mensen hulp nodig hebben. Gemeenten kunnen waar nodig mensen bijstaan
met gemeentelijke compensatieregelingen, de gemeentepolis en bijzondere bijstand.
Helaas bieden gemeentelijke voorzieningen niet altijd een oplossing. Echter, opname
in het basispakket is ook geen garantie dat iedereen wel naar de tandarts gaat: Ten
tijde van het ziekenfonds gingen er jaarlijks bijna 1 miljoen mensen niet naar de
tandarts.
Dit probleem kan sneller en doelgerichter worden aangepakt via lokaal maatwerk dan
via het basispakket. Dit is in lijn met de aanbevelingen van de beroepsverenigingen:
de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde (KNMT),
de Nederlandse Vereniging voor Mondhygiënisten (NVM) en de Organisatie van Nederlandse
Tandprothetici (ONT). Ik wil de komende periode samen met de beroepsverenigingen,
gemeenten en zorgverzekeraars verkennen hoe we invulling kunnen geven aan een doelgerichte
en specifieke aanpak.
Ik denk dan onder andere aan het voorkomen en sneller oplossen van betalingsachterstanden
zorgpremie, waardoor de aanvullende zorgverzekering sneller kan worden afgesloten/hervat
en oplossingen vanuit samenwerkingsverbanden van gemeenten en zorgverzekeraars, zoals
de inzet van lokale maatwerkbudgetten (in combinatie met vroegsignalering).
Vraag 11
In antwoord op eerdere vragen7 stelde u dat mondzorg na opname in het basispakket «niet per definitie toegankelijker
[wordt] voor lage inkomens, omdat een groot deel van deze kostenverschuiving via het
eigen risico ook weer bij de mensen zelf wordt neergelegd»; bent u het ermee eens
dat het logischer is om de tandarts dan ook uit te zonderen van het eigen risico dan
om mondzorg dan maar niet in het basispakket op te nemen, als het doel is om de zorg
toegankelijker te maken?
Antwoord 11
Nee. Het uitzonderen van het eigen risico van mondzorg, betekent dat die kosten worden
doorberekend in de premie. Daardoor betalen verzekerden alsnog. Zorg is niet gratis.
Opname van mondzorg in het basispakket zonder dat het eigen risico van toepassing
is kost 2,3 miljard euro per jaar. Opnemen in het basispakket én uitzonderen van het
eigen risico vind ik bovendien niet logisch, omdat dat een hele dure oplossing is,
terwijl de ervaring leert dat dit het probleem van mondzorgmijding niet oplost. Zoals
ik heb uiteengezet in mijn antwoord op vraag 10, kan het probleem doelgerichter en
doelmatiger worden aangepakt via lokaal maatwerk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.