Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden leden Bikker, Ceder en Segers aan over de Afghaanse heroïnehandel en de rol van Nederland
Vragen van de leden Bikker, Ceder en Segers (allen ChristenUnie) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Justitie en Veiligheid over de Afghaanse heroïnehandel en de rol van Nederland (ingezonden 24 september 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en Minister
            Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 11 oktober 2021).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Profits and poppy: Afghanistan’s illegal drug trade
               a boon for Taliban»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Bent u bekend met de feiten zoals gesteld in het artikel, namelijk dat de Taliban
               in Afghanistan tussen 2018 en 2019 meer dan 400 miljoen dollar verdienden aan drugshandel
               en dat de inkomsten uit drugshandel optellen tot wel 60 procent van de totaalinkomsten
               van de Taliban?
            
Antwoord 2
            
Ik heb kennis genomen van de in het artikel genoemde cijfers. Het is bekend dat drugshandel
               een belangrijke inkomstenbron voor de Taliban vormt. Zoals ook in het artikel aangegeven
               worden de precieze cijfers door verschillende experts betwist.
            
Vraag 3
            
Welke verklaring kunt u geven voor het in het artikel gestelde dat ondanks de aanwezigheid
               van Westerse troepen de productie van papaver is gestegen tussen 2002 en 2014?
            
Antwoord 3
            
Opiumteelt in Afghanistan was en is een moeilijk te bestrijden probleem. Dat komt
               onder andere door de hoge veiligheidsrisico’s in de gebieden van de teelt, waar gewapende
               groepen de bevolking soms dwingen papaver te verbouwen. Er zijn de afgelopen 20 jaar
               binnen Afghanistan grote regionale verschillen geweest in de hoeveelheid papaverproductie.
               Deze hingen deels samen met de mate van gebiedscontrole door de Afghaanse autoriteiten.
               Ook andere factoren spelen echter een rol. Zo zorgen moeilijke sociaaleconomische
               omstandigheden op het platteland ervoor dat er weinig alternatieven zijn voor de lucratieve
               opiumteelt.
            
Vraag 4
            
Kent u de policy brief «De Nederlandse sleutelrol in de geglobaliseerde drugshandel
               en productie» van het instituut Clingendael?2
Antwoord 4
            
Ja.
Vraag 5
            
Wat vindt u van de feiten gesteld in het artikel, namelijk dat de handel van in Afghanistan
               geproduceerde heroïne voor de Europese markt veelal via Nederland en Turkije loopt?
               Erkent u dat Nederland het belangrijkste overslagpunt is voor de Europese heroïnehandel,
               zoals de policy brief ook stelt?
            
Antwoord 5
            
Het Europese dreigingsbeeld3 voor de zware en georganiseerde criminaliteit uit 2021 laat zien dat heroïne afkomstig
               uit Afghanistan, Iran en Pakistan Europa via verschillende routes binnenkomt (zie
               pagina 50 van het dreigingsbeeld), waarbij de zogenoemde Balkan-route als de voornaamste
               route wordt geïdentificeerd. Die route via Turkije en de Balkan heeft vooral Nederland,
               België, Duitsland en Italië als bestemming. Nederland vervult vanwege haar infrastructuur,
               huidige rol als productie- en doorvoerland van drugs en de rol van Nederlandse criminelen
               in de drugsindustrie, ongewild ook een rol in de Europese heroïnemarkt.
            
Andere routes en toegangspunten via welke heroïne Europa binnenkomt zijn de Kaukasische
               route via onder meer Georgië, Oekraïne, Turkije richting Centraal-Europa, de Zuidelijke
               route via het Midden-Oosten en Afrika naar Zuid-Europa en Nederland en België en de
               Noordelijke route via Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland naar Centraal Europa. Verder
               zijn recentelijk enkele laboratoria in Europa (Bulgarije, Tsjechië, Spanje en Nederland)
               ontdekt die morfine verwerken tot heroïne. Criminele samenwerkingsverbanden betrokken
               bij de productie en handel van heroïne zijn heterogeen en bestaan uit verschillende
               nationaliteiten. Europol concludeert dat de Europese markt in de voorbije jaren grotendeels
               stabiel is gebleven.
            
Vraag 6
            
Hoeveel heroïne komt er vanuit Afghanistan naar Nederland, hetzij voor gebruik hier,
               hetzij voor distributie naar elders?
            
Antwoord 6
            
Wij beschikken niet over specifieke cijfers over hoeveel heroïne er vanuit Afghanistan
               naar Nederland komt.
            
In de laatste World Drug Report (2021) van de VN4 wordt aangegeven dat in 2019 naar schatting 727 ton opium, 96 ton heroïne en 26 ton
               morfine is onderschept (pagina 55) wereldwijd. Echter, de productie van deze drugsvormen
               – voornamelijk afkomstig uit centraal-Azië – wordt in de hele wereld gedistribueerd,
               waarvan een deel via Nederland naar andere bestemmingen gaat en een veel kleiner deel
               voor consumptie in Nederland is bedoeld. In de Nationale Drugmonitor (NDM, jaarbericht
               2020) is gemeld dat als absolute ondergrens in 2019 in Nederland 1.326 kilo is geregistreerd
               als in beslag genomen heroïne. Verder wordt in de NDM gemeld dat bij de Nederlandse
               bevolking heroïnegebruik weinig voorkomt. In 2019 rapporteerde 0.4% van de bevolking
               van 18 jaar en ouder ooit in het leven heroïne te hebben gebruikt.
            
Vraag 7
            
Erkent u het gestelde in het Clingendaelrapport dat Nederland een aantrekkelijk land
               is voor de handel in heroïne vanwege ondermeer de kennis op het gebied van drugshandel
               en de aanwezigheid van XTC en andere synthetische drugs als ruilmiddel?
            
Antwoord 7
            
Gelet op de factoren die in antwoord op vraag 6 zijn genoemd klopt het dat Nederland
               een aantrekkelijk land is voor (doorvoer-)handel in heroïne. Uit het antwoord op diezelfde
               vraag blijkt ook dat de Europese heroïnemarkt complex is. Daarnaast kunnen de heroïnemarkt
               en andere criminele markten zich vermengen indien criminele samenwerkingsverbanden
               zich op meer dan één criminele markt richten. Welke factoren het vestigingsklimaat
               bepalen voor de productie en doorvoer van illegale drugs is momenteel onderwerp van
               een onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Daarbij
               wordt tevens onderzocht in hoeverre deze factoren beïnvloedbaar zijn. Naar verwachting
               is het onderzoek in het voorjaar van 2022 gereed.
            
Vraag 8, 9
            
Deelt u de mening dat het niet ondenkbaar is dat Nederland met zijn hubfunctie in
               de heroïnehandel bijdraagt aan het verdienmodel van de Taliban in Afghanistan en daarmee
               aan de financiering van het Talibanregime? Deelt u vervolgens de mening dat dit een
               bijzondere verantwoordelijkheid voor Nederland met zich meebrengt in het ondergraven
               van dit verdienmodel van de Taliban?
            
Welke maatregelen kan Nederland nemen om deze hubfunctie tegen te gaan en hierin verantwoordelijkheid
               te nemen, juist ook waar het de eerdergenoemde randvoorwaarden betreft zoals de aanwezigheid
               van synthetische drugs en de kennis en beschikking over precursoren (halffabricaten)?
            
Antwoord 8, 9
            
Zoals eerder gesteld in het antwoord op vraag 5 is de Balkan-route de primaire routes
               via welke heroïne Europa binnenkomt. Nederland speelt echter, gezien de eerdergenoemde
               factoren, ongewild een rol in de mondiale heroïnehandel. Het is daarnaast aannemelijk
               dat de Taliban profiteren van de opiumproductie in Afghanistan. Een causaal verband
               tussen de veronderstelde hub-functie van Nederland in de heroïnehandel en het verdienmodel
               van de Taliban in Afghanistan is moeilijk te maken gezien de beperkte hoeveelheden
               waar zicht is en de beperkte gegevens waar we over beschikken.
            
Het blijft een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle landen en actoren om de
               handel in de heroïne tegen te gaan. Het feit dat het aannemelijk is dat de heroïnehandel
               een onderdeel vormt van het verdienmodel van het Talibanregime onderstreept die noodzaak.
            
Voor het Nederlandse kabinet is de aanpak van georganiseerde ondermijnende drugscriminaliteit
               een topprioriteit. De faciliterende kenmerken van Nederland inclusief zijn logistieke
               infrastructuur evenals de criminogene kenmerken zijn uitdrukkelijk onderdeel van de
               aanpak. Daarover heeft de Minister van Justitie en Veiligheid uw Kamer geïnformeerd
               in het kader van het nationale, brede offensief tegen georganiseerde ondermijnende
               criminaliteit.5 In het najaar van 2021 wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang. Ook wijst het
               kabinet u op het feit dat in de Rijksbegroting 2022 € 524 miljoen extra beschikbaar
               is gesteld voor de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit, waarvan
               € 434 miljoen structureel.
            
Vraag 10
            
Bent u bereid om als Nederland ook Europees verantwoordelijkheid te nemen door met
               andere landen binnen de Europese Unie en Turkije in gesprek te gaan over mogelijk
               te nemen maatregelen om de handel in heroïne tegen te gaan en zo het verdienmodel
               van de Taliban verder te ondergraven?
            
Antwoord 10
            
Heroïnehandel wordt in EU-verband aangepakt mede met behulp van de in de EU aangenomen
               EU Drugsstrategie en het EU Drugsactieplan 2021–2025.6 In EMPACT, het Europees multidisciplinair platform tegen criminele dreigingen, is
               de aanpak van heroïnehandel naast een aantal andere criminele markten geprioriteerd.
               Binnen het EMPACT-kader werken opsporings- handhavingsdiensten, justitiële en bestuurlijke
               autoriteiten van EU-lidstaten, -agentschappen, derde landen en andere partijen nauw
               samen om op basis van gemeenschappelijke criminaliteitsbeelden EU geprioriteerde criminele
               dreigingen aan te pakken. Dit gebeurt met behulp van onder meer joint investigation teams, analyses, trainingen en gezamenlijke operationele acties om criminele netwerken,
               hun structuren en bedrijfsmodellen te ontmantelen. Nederland draagt actief bij aan
               deze inzet. Ook wordt de aanpak van de georganiseerde criminaliteit uit Afghanistan
               betrokken bij de totstandkoming van het EU contra-terrorisme actieplan inzake Afghanistan
               mede met als doel terrorismefinanciering met behulp van criminele inkomsten tegen
               te gaan.
            
Op 7 en 8 september jl. is de Minister van Justitie en Veiligheid ten behoeve van
               de start van een veiligheidsdialoog op bezoek gegaan bij zijn Turkse ambtgenoten in
               Ankara. Daar is vastgesteld dat de aanpak van drugshandel ook onderdeel uit moet maken
               van de veiligheidsdialoog tussen Nederland en Turkije.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken - 
              
                  Mede ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.