Schriftelijke vragen : De vraag waarom de gastarieven voor huishoudens stijgen terwijl de gasvoorraden toch voldoende waren
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Financiën over de vraag waarom de gastarieven voor huishoudens stijgen terwijl de gasvoorraden toch voldoende waren (ingezonden 8 oktober 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van RTL Nieuws van 6 oktober 2021: «Gasprijs door het
dak – maar de kraan in Groningen blijft vrijwel dicht», waarin staat: «Dat de prijs
zo hoog is, komt omdat de voorraden op een historisch laag niveau staan»?1
Vraag 2
Bent u bekend met het NOS-bericht waarin staat: «Door zorgen over de gasvoorraden
voor komende winter, is de gasprijs opnieuw flink gestegen.»?2
Vraag 3
Bent u bekend met het bericht «Gas- en stroomprijzen bereiken recordhoogtes» van 7 oktober
2021 in NRC waarin staat: «De vraag naar gas stijgt fors. Huishoudens komen vermoedelijk
niet in de knel, aangezien «laagcalorisch gas» goed op voorraad is.»?3
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK)
in de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden De Vries en Erkens (beiden
VVD) bevestigt dat de gasopslagen voor het laagcalorische gas dat voor huishoudens
bedoeld is, jaarlijks juist in voldoende mate gevuld zijn (waaronder gasopslag Norg)?4
Vraag 5
Bent u bekend met het artikel «Kabinet breekt begroting open voor compensatie stijgende
energierekening» van 7 oktober 2021 in de Volkskrant, waarin staat dat de gasopslag
bij Norg juist niet voldoende bevoorraad is en dat het kabinet nu onderzoekt hoe de
gasvoorraden snel kunnen worden aangevuld?5
Vraag 6
Hoe verklaart u de tegenstrijdige berichten over de omvang van de gasvoorraden? Is
gas, bedoeld voor huishoudens, nu wel of niet in voldoende mate op voorraad, zoals
de Staatssecretaris van EZK beweert? Zo ja, hoe kan het dan dat de gasprijzen voor
huishoudens al zijn gestegen? Zo nee, waarom beweert de Staatssecretaris van EZK dit
dan?
Vraag 7
Bent u ermee bekend dat de olie- en gasmarkt erom bekend staan grillig te zijn en
dat de energieprijzen onvoorspelbaar kunnen zijn?
Vraag 8
Bent u het ermee eens dat, indien het kabinet ervoor kiest om huishoudens afhankelijk
te houden van gas, terwijl de markt voor fossiele brandstoffen bekend staat om de
volatiliteit, er dan een extra verantwoordelijkheid bij komt kijken om burgers te
beschermen tegen energiearmoede door juist de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen
nu «vol gas» af te bouwen?
Vraag 9
Welke maatregelen heeft het kabinet de afgelopen jaren getroffen om energiearmoede
die hieruit voortkomt te voorkomen?
Vraag 10
Bent u het ermee eens dat burgers niet de dupe zouden mogen worden van falend energiebeleid
van overheden? Op welke vlakken is het kabinet tekortgeschoten?
Vraag 11
Bent u het ermee eens dat wanneer de Staatssecretaris van EZK in de beantwoording
van de vragen van de VVD-fractie over leveringszekerheid van gas schrijft: «Ik blijf
de exploratie- en exploitatie-activiteiten van gaswinning op zee volgen om te kijken
of de gaswinning in Nederland niet versneld afneemt.» (blz.5), zij dan bezig is om
huishoudens afhankelijk te houden van gas? Kunt u deze vraag beantwoorden met ja of
nee, gevolgd door een toelichting?
Vraag 12
Waarom heeft het kabinet de Kamer niet geïnformeerd tegen welke prijs het kabinet
de leveringszekerheid van gas wil borgen, ook niet nadat eerder genoemde leden onlangs
nog vragen hadden gesteld over de leveringszekerheid van gas? Vindt u ook niet dat
dat belangrijke informatie is die onmisbaar is voor het wel of niet goedkeuren van
het energiebeleid door de volksvertegenwoordigers?
Vraag 13
Wat is de rol van grote, rijke olie- en gashandelaren, zoals Trafigura en Vitol, in
de energiearmoede in Nederland?
Vraag 14
Kunt u uitsluiten dat de grote, rijke olie- en gashandelaren, zoals Trafigura en Vitol,
gaan meeprofiteren van de financiële tegemoetkoming voor de energierekening van huishoudens,
die uit Nederlands belastinggeld zal worden betaald? Zo nee, waarom niet?
Vraag 15
Wat heeft het kabinet de afgelopen jaren gedaan om te voorkomen dat extreme fluctuaties
in de olie- en gasprijzen, doorwerken in de energierekening van huishoudens?
Vraag 16
Bent u ermee bekend dat investeren in duurzame vormen van energieopwekking dergelijke
schommelingen juist zou kunnen opvangen?
Vraag 17
Erkent u dat de volatiliteit van de gasmarkt, die nu gevoeld wordt, laat zien dat
er juist nu een enorme impuls nodig is in de duurzame energietransitie? Waarom houdt
u deze transitie op door in te zetten op gas?
Vraag 18
Waarom doet het kabinet het stelselmatig voorkomen in het energiedossier (bijvoorbeeld
als het gaat over doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid en voldoen aan het
Klimaatakkoord van Parijs) alsof er maar twee opties zijn: eigen gas en Russisch gas,
in plaats van duurzame energie, eigen gas en Russisch gas? Erkent u dat het zo logisch
is dat de keuze altijd op gas valt en nooit op duurzame energie, en dat de inzet op
gas op deze manier altijd te rechtvaardigen is, ook in het licht van het Klimaatakkoord
van Parijs?
Vraag 19
Vindt u het eerlijk om duurzame energie uit te sluiten en net te doen alsof het kabinet
alleen maar kan kiezen tussen eigen gas en Russisch gas? Zo ja, waarom vindt u het
eerlijk om de beleidsoptie waaraan u zich gecommitteerd heeft, stelselmatig uit te
sluiten? Zo nee, bent u bereid om duurzame energie vanaf nu wel altijd mee te wegen
in de afweging van beleidsopties in het energiedomein? Waarom wel of niet?
Vraag 20
Bent u het ermee eens dat de transitie naar duurzame energie de energierekening betaalbaarder
en voorspelbaarder maakt? Zo ja, kunt u dan ook bevestigen dat compensatie voor de
energierekening van huishoudens niet ten koste gaat van subsidies voor duurzame energie?
Zo nee, wat verklaart dat u zich niet aansluit bij deze algemeen geaccepteerde kennis?
Vraag 21
Kunt u deze vragen beantwooren voorafgaand aan de derde termijn van de Algemene Financiële
Beschouwingen?
Indieners
-
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Indiener
L. van Raan, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.