Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van de leden Vestering en Wassenberg over het illegaal vangen van zwanen
Vragen van de leden Vestering en Wassenberg (beiden PvdD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Justitie en Veiligheid over het illegaal vangen van zwanen (ingezonden 7 september 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 7 oktober 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 23.
Vraag 1
Kent u het bericht «Wéér gedonder over het illegaal vangen van zwanen; dit moet je
weten over zwanendriften»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel zwanen illegaal worden gevangen per jaar en in de afgelopen
vijf jaar? Zo nee, kunt u aangeven wie verantwoordelijk is voor het bijhouden van
deze cijfers en waarom deze niet worden bijgehouden?
Antwoord 2
Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) beschikt niet over deze
gegevens. Sinds de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017
zijn provincies bevoegd gezag voor het soortenbeschermingsbeleid en ook verantwoordelijk
voor toezicht en handhaving. Daarnaast is ook de politie verantwoordelijk voor toezicht
en handhaving op strafbare feiten.
Zoals ik uw Kamer eerder heb geïnformeerd (Kamerstuknummer 2021D36184)2 zijn er in 2020 bij de Nationale Politie 3.478 meldingen geregistreerd op maatschappelijke
klasse «flora en fauna», waar stroperij onder valt. De 3.478 meldingen betreffen zowel
flora als fauna. Het fenomeen stroperij is daar slechts een deel van. Het exacte aantal
meldingen die dit type stroperij betreffen kan alleen door handmatige analyse worden
vastgesteld. Een dergelijke zoekslag vergt zeer veel tijd en capaciteit van het OM
en de politie en is tot nu toe niet als proportioneel gekenschetst.
Vraag 3
Hoe wordt het verbod op zwanendriften gehandhaafd? En hoeveel uren zijn hiervoor gereserveerd?
Antwoord 3
Het verlenen van en toezicht op de ontheffingen voor zwanendriften was in het verleden
een verantwoordelijkheid van de betreffende Minister of Staatssecretaris. Sinds de
Wet natuurbescherming in werking trad in 2017, is zwanendriften niet meer toegestaan.
Er zijn daarom nu geen geldende ontheffingen meer in werking.
Het vangen en of doden van zwanen of andere in het wild levende dieren valt onder
de verbodsbepalingen in hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming. Zoals ik in het
antwoord op vraag 2 aangeef, zijn politie en provincies verantwoordelijk voor de handhaving
van deze verbodsbepalingen. Handhaving gebeurt risicogestuurd en aan de hand van meldingen
of klachten; er is geen aantal uren specifiek gereserveerd voor toezicht en handhaving
ten behoeve van een specifieke overtreding of soort.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is verantwoordelijk voor het toezicht
op de handel in beschermde dieren zoals zwanen. De NVWA heeft in 2019 een controle
uitgevoerd en in 2021 geparticipeerd in een politie-onderzoek inzake de handel in
watervogels, waaronder zwanen.
Vraag 4
Hoeveel (wel of niet anonieme) meldingen over het illegaal vangen van zwanen zijn
er in de afgelopen vijf jaar geweest (uitgesplitst per kalenderjaar en per type melding)?
Antwoord 4
Bij de NVWA zijn de afgelopen vijf jaar 21 meldingen binnen gekomen:
• 2017: twee meldingen, één over het doden van zwanen en één over het leeghalen van
nesten.
• 2018: één melding over illegale verkoop.
• 2019: drie meldingen, één over het doden van zwanen, één over ruimen van een nest
en één over het vangen van zwanen.
• 2020: vijf meldingen, één over stroperij, één over de opvang van zwanen, twee over
opzettelijk doden en één over handel.
• 2021: tien meldingen, negen over het leeghalen c.q. verwijderen van nesten op diverse
plaatsen in Nederland en één over het ter verkoop aanbieden van een zwaan.
De registratiesystemen binnen de politie bevatten geen specifieke categorie betreffende
(het vangen van) zwanen. Wel heeft de politie, voor zover is na te gaan, de afgelopen
vier en een half jaar 13 meldingen ontvangen die te maken hebben met zwanendriften
of met het ontvreemden en vangen van zwanen. Echter is niet bij alle meldingen bij
controle door de politie iets aangetroffen.
Vraag 5
Kunt u verklaren waarom u de eerder door de leden Vestering en Wassenberg op 9 juni
jongstleden gestelde vragen over stropers nog niet heeft beantwoord?3 Waarom heeft u hier zoveel tijd voor nodig?
Antwoord 5
Door het zomerreces en de benodigde afstemming ben ik niet eerder in de gelegenheid
geweest uw vragen te beantwoorden, waarvoor excuses.
Vraag 6
Kunt u deze vragen per vraag beantwoorden, zonder naar antwoorden op andere vragen
te verwijzen?
Antwoord 6
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.