Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over het rapport van de Eerlijke Bankwijzer waaruit blijkt dat banken onvoldoende verantwoordelijkheid nemen in de eiwittransitie
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Ministers van Financiën en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het rapport van de Eerlijke Bankwijzer waaruit blijkt dat banken onvoldoende verantwoordelijkheid in nemen in de eiwittransitie (ingezonden 24 juni 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
Minister van Financiën (ontvangen 6 oktober 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2020–2021, nr. 3380.
Vraag 1
Kent u het rapport van de Eerlijke Bankwijzer «Financing less meat and more plants;
a case study on the crucial role Dutch banks can play in the protein transition»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Erkent u dat het verminderen van de dierlijke productie en consumptie en het verhogen
van de plantaardige productie en consumptie bijdraagt aan de stikstof-, biodiversiteit-
en klimaatcrisis en dat de eiwittransitie daarmee van (inter-)nationaal belang is?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u het eens met de onderzoekers dat banken een cruciale
rol kunnen spelen in het versnellen en vertragen van de eiwittransitie? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Ja, het uitgangspunt is om te streven naar een duurzaam en gezond voedingspatroon,
waarin de consumptie van dierlijke en plantaardige eiwitten in balans is volgens de
adviezen van de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Uit het rapport Dagelijkse
kost2 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijkt dat duurzamer eten relatief
de meeste winst oplevert om de voetafdruk van de voedselconsumptie (gemeten in broeikasgasemissies
en landgebruik) te verkleinen.
Ja, ik ben het eens met de onderzoekers dat banken, naast andere marktpartijen, een
cruciale rol kunnen spelen in de eiwittransitie, onder andere omdat de banken door
middel van de financiering die zij verstrekken kunnen bijdragen aan het realiseren
van investeringen in de eiwittransitie.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de knelpunten die de onderzoekers geïdentificeerd hebben, zoals de
moeilijkheden voor boeren die willen overschakelen naar gemengde of plantaardige landbouw,
het onvoldoende toegang hebben tot kapitaal bij plantaardige startende en scale-up
voedingsbedrijven, de bedrijfsmodellen van supermarkten die ingericht zijn op het
op de markt brengen van dierlijke producten tegen zeer lage kosten en de gevestigde
belangen bij enkele grote vlees-, zuivel- en voedingsbedrijven wat beperkingen levert
aan hun bereidheid of vermogen om deel te nemen aan de eiwittransitie? Kunt u in uw
antwoord aandacht geven aan alle genoemde knelpunten?
Antwoord 3
De knelpunten die de onderzoekers schetsen, geven aan dat op verschillende aspecten
nog stappen te zetten zijn. Financiering van boeren die willen overschakelen naar
een andere bedrijfsvoering is één van de knelpunten die genoemd worden in het rapport.
Met het Pilot-Investeringsfonds binnen het Omschakelprogramma Duurzame Landbouw, dat
recent van start is gegaan3, hoop ik ook deze ondernemers te voorzien in het risicokapitaal dat deze ondernemers
nodig hebben en waarin de markt op dit moment nog onvoldoende kan voorzien.
In het kader van de Nationale Eiwitstrategie (NES)4 verkent een consortium van bedrijven (waaronder een bank), ngo’s en overheden de
mogelijkheden van een Green Deal Eiwitgewassen, met als doel meer teelt, betere producten
en meer consumptie van lokaal geteelde eiwitten.
Via het Voedingscentrum zet de overheid in op eiwittransitie in de voedselomgeving
en bij consumenten, onder andere door de Richtlijn (gezonde en duurzame) Eetomgevingen,
de Eetwisselcampagne en de Schijf van Vijf.
Hier ligt niet alleen een taak voor de overheid. De eiwittransitie vraagt een gezamenlijke
verantwoordelijkheid en inzet van alle partijen in de voedselketen: producenten, voedselverwerkende
bedrijven, supermarkten, horeca, catering, consumenten en financiers. Banken kunnen
een belangrijke rol spelen in de eiwittransitie omdat banken door middel van financiering
die zij verstrekken ook kunnen bijdragen aan het realiseren van investeringen in de
eiwittransitie.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de conclusie van de onderzoekers dat het opnemen van de eiwittransitie
in het financieel beleid van banken eerdergenoemde knelpunten in de eiwittransitie
kunnen wegnemen?
Antwoord 4
Het kabinet verwacht van alle Nederlandse bedrijven die internationaal opereren, waaronder
Nederlandse financiële instellingen, dat zij gepaste zorgvuldigheid (due diligence) in lijn met de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (OESO-richtlijnen)
en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights(UNGP’s) toepassen. Dit houdt in dat zij (potentiële) risico’s voor mens en milieu
in kaart brengen, voorkomen en aanpakken en hierover transparant zijn. Welke thema’s
worden geselecteerd als meest prioritair en opgenomen in het beleid van een bank is
een afweging die elke bank afzonderlijk maakt met inachtneming van ernst en waarschijnlijkheid
in lijn met de OESO-richtlijnen.
Vraag 5
Erkent u dat de huidige vrijwillige initiatieven, zoals de Internationaal maatschappelijk
verantwoord ondernemen-convenanten (IMVO-convenanten) te vrijblijvend zijn en onvoldoende
concrete verbeteringen bij banken hebben opgeleverd? Kunt u uw reactie beginnen met
ja of nee, gevolgd door een toelichting? Indien uw antwoord ja is, erkent u daarmee
dat nationale wetgeving en beleid nodig zijn om het beleid van banken en financiële
instellingen te verduurzamen? Zo ja, op welke wijze bent u voornemens om dit beleid
te ontwikkelen en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ja. In de beleidsnota «Van Voorlichten tot Verplichten; een nieuwe impuls aan Internationaal
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemerschap» geeft het kabinet aan dat ondanks de
vele goede stappen die door veel bedrijven worden gezet, uit evaluaties blijkt dat
het bestaande IMVO-beleid onvoldoende effectief is5. Er zijn nog te weinig Nederlandse bedrijven, waaronder banken en financiële instellingen
zoals verzekeraars en pensioenfondsen, die ondernemen in lijn met de internationale
MVO-normen. Aanvulling en aanscherping van de IMVO-maatregelen is daarom nodig. Het
kabinet stelt IMVO-beleid voor dat bestaat uit een mix van elkaar versterkende maatregelen.
Het kernelement van de nieuwe doordachte mix is een gepaste zorgvuldigheidsverplichting,
bij voorkeur op Europees niveau. Voor de beïnvloeding van het aanstaande, wetgevende
Commissievoorstel werkt het kabinet momenteel bouwstenen uit. De Europese Commissie
komt dit najaar met een wetgevend voorstel op het gebied van duurzaam ondernemingsbestuur,
inclusief een gepaste zorgvuldigheidsverplichting. Een dergelijk Europese aanpak (en
monitoring) kan een belangrijke stap zijn op weg naar een EU-breed gelijk speelveld
en effectiever beleid. In de beleidsnota is ook aangeven dat, mocht een effectief
en uitvoerbaar voorstel Europees niet tijdig van de grond komen, er dan bouwstenen
klaarliggen voor het invoeren van nationaal dwingende maatregelen. Dit ziet ook toe
op het verduurzamen van het beleid van banken en financiële instellingen. Daarnaast
zal in de herziening van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) due diligence beter worden verankerd. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt toezicht op
de CSRD.
Vraag 6
Bent u bereid om de aanbevelingen voor de overheid uit dit rapport over te nemen en
bij het uitwerken van de Nationale Eiwitstrategie expliciet een rol toe te kennen
aan banken en financiële instellingen en hier meetbare doelstellingen aan te wijzen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De aanbevelingen voor de overheid bevatten een aantal interessante gedachten, die
deels al in praktijk zijn genomen, zoals de sectorspecifieke duurzaamheidsmatrix van
Rabobank, of deels in studie zijn zoals het PPS-project true pricing, dat door Wageningen University & Research wordt uitgevoerd. Ik onderschrijf de rol
die de financiële sector heeft in de verschillende transitieopgaven en ben regelmatig
met de sector in gesprek. De financiële sector is bijvoorbeeld betrokken geweest bij
de opstelling van de Nationale Eiwitstrategie en wordt actief betrokken bij de uitwerking
van maatregelen. Het is op dit moment nog lastig om meetbare doelstellingen te koppelen
aan duurzaamheidsdoelen zoals eiwittransitie, omdat er nog geen uniforme beoordelingssystematiek
is met wetenschappelijk onderbouwde criteria. Studies als bovengenoemd project over
true pricing helpen om dit te ontwikkelen. Ik roep financiële instellingen op om de inhoud en
aanbevelingen van het rapport van de Eerlijke Bankwijzer tot zich te nemen en waar
mogelijk te implementeren. Financiële instellingen kunnen daarmee een bijdrage leveren
aan het realiseren van investeringen in de eiwittransitie door middel van de financiering
die zij verstrekken aan deze belangrijke opgave.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.