Voorstel van wet : Voorstel van Rijkswet
35 934 (R2158) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017, alsmede intrekking van de Rijkswet van 10 februari 2017, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid (Stb. 2017, 52)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
Nr. 2
VOORSTEL VAN RIJKSWET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op de dreiging van terroristische
activiteiten wenselijk is de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Wet op de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten 2017 te wijzigen, alsmede de Rijkswet van 10 februari 2017,
houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken
van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid (Stb. 2017, 52) in te trekken, zodat de bevoegdheid tot intrekking van het Nederlanderschap in het
belang van de nationale veiligheid niet van rechtswege vervalt;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut
voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen
door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
B
Na hoofdstuk 7a wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK 7B. PERSOONSGEGEVENS
Artikel 22d
1. Onze Minister kan gegevens waaruit politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke
overtuigingen blijken en gegevens over gezondheid als bedoeld in paragraaf 3.1 van
de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming verwerken, voor zover dat
noodzakelijk is ten behoeve van het nemen van een beslissing als bedoeld in artikel
14, vierde lid, van deze rijkswet.
2. Onze Minister kan persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf
3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming verwerken, voor
zover dat noodzakelijk is ten behoeve van het nemen van een beslissing als bedoeld
in artikel 14, vierde lid, van deze rijkswet.
ARTIKEL II
Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van artikel 97, derde lid, onderdeel
c, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 door een punt, vervalt
onderdeel d.
ARTIKEL III
De Rijkswet van 10 februari 2017, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap
in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale
veiligheid (Stb. 2017, 52) wordt ingetrokken.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van 28 februari 2022.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in
het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden
geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.