Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Teunissen over aandacht voor de eiwittransitie op internationale conferenties
Vragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Buitenlandse Zaken over aandacht voor de eiwittransitie op internationale conferenties (ingezonden 14 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
4 oktober 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2607.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de negatieve effecten van de vlees-, vis- en zuivelconsumptie
op onder andere het klimaat, natuur, watergebruik, grondgebruik en dierenwelzijn?
Antwoord 1
Het kabinet is op de hoogte van de effecten van vlees-, vis- en zuivelconsumptie.
Vraag 2
Kent u het principe «Carnivoor? Geef het door!», waarin de norm wordt omgedraaid zodat
een plantaardig menu de standaard keuze wordt, terwijl opties met dierlijke eiwitten
enkel op verzoek beschikbaar worden gemaakt?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Herinnert u zich de toezegging van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(OCW) om het principe «Carnivoor? Geef het door!» in te voeren op het Ministerie van
OCW?1
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Kent u de Rijksbrede visie «Naar een circulaire categorie catering» waarin het principe
staat opgenomen dat vegetarisch de standaard moet zijn?2
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Herinnert u zich de menukaarten vol vlees, vis en zuivel op onder andere de klimaattop
in Katowice (COP24) en de klimaattop in Madrid (COP25)?3, 4
Antwoord 5
Ja, er waren menukaarten waar onder andere vlees, vis en zuivel op het menu stonden.
De mate waarin verschilt overigens per conferentie. De ervaring van diverse klimaatconferenties
leert dat vegetarisch eten vaak al de standaard is.
Vraag 6
Deelt u de mening dat juist op internationale conferenties waar gesproken wordt over
het oplossen van de problemen die mede worden veroorzaakt door de consumptie van vlees,
vis en zuivel, het vanzelfsprekend zou moeten zijn dat de plantaardige optie daar
de norm is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het kabinet steunt het uitgangspunt om bij internationale conferenties waar gesproken
wordt over klimaat en milieu, bewuste keuzes te maken over de menuopties en gezond,
duurzaam geproduceerd voedsel aan te bieden, waar dierlijke eiwitten onderdeel van
kunnen zijn.
Vraag 7
Zou u het toejuichen als het principe «Carnivoor? Geef het door!» wordt ingesteld
op internationale conferenties, zoals de aanstaande klimaattop in Glasgow (COP26)?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Wat gaat u doen om het principe «Carnivoor? Geef het door!» onder de aandacht te brengen
bij de organisatie van de klimaattop in Glasgow (COP26) en andere internationale conferenties?
Antwoord 8
Het gastland is verantwoordelijk voor de organisatie van de catering tijdens de VN-klimaattop.
Navraag levert op dat het VK in ieder geval de ISO 2012 standaard hanteert voor duurzame
evenementen. Het kabinet zal het belang van een gezond en duurzaam aanbod in voorbereidende
gesprekken op COP26 bij het Verenigd Koninkrijk onder de aandacht brengen.
Vraag 9 en 10
Hoe gaat u de negatieve effecten van vlees, vis en zuivel onder de aandacht brengen
tijdens de klimaattop in Glasgow (COP26)?
Erkent u dat Nederland als tweede landbouwexporteur ter wereld fors bijdraagt aan
grootschalig dierenleed, vervuiling, biodiversiteitsverlies en de klimaatcrisis? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 9 en 10
Nederland zet nationaal en internationaal in op een transitie naar een duurzame en
toekomstbestendige landbouw, samenvattend aangeduid als kringlooplandbouw en aangeboden
aan uw Kamer als de LNV Visie Waardevol en Verbonden (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5).5 Cruciaal onderdeel daarvan is een integrale benadering, waarin zowel de transitie
naar meer plantaardige productie als ook dierlijke productie, inclusief vis, een eigen
en waardevolle plek kennen. Deze visie wordt breed uitgedragen en zal waar van toepassing
ook een rol kunnen spelen tijdens COP26.
Vraag 11 en 12
Bent u vanuit die verantwoordelijkheid bereid om op de klimaattop in Glasgow (COP26)
een voortrekkersrol op zich te nemen in de eiwittransitie? Zo nee, waarom niet?
Hoe gaat u tijdens de klimaattop in Glasgow (COP26) inzetten op de wereldwijde versnelling
van de eiwittransitie?
Antwoord 11 en 12
Nederland zal in het algemeen aandacht vragen voor de eiwittransitie op internationale
conferenties waar dit relevant is, waaronder de klimaattop in Glasgow. Dit is onderdeel
van een breder streven om inhoud te geven aan de eiwittransitie, mondiaal en nationaal
zoals ook beschreven in de Nationale Eiwitstrategie, NES (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 70).6 De NES is een integrale benadering om onze nationale afhankelijkheid van eiwitimporten
te verkleinen.
Vraag 13
Erkent u dat Nederland via de import van veevoer nadrukkelijk bijdraagt aan onder
andere ontbossing in andere landen? Zo nee, waarom niet? Hoe gaat u dit onderwerp
onder de aandacht brengen tijdens de klimaattop in Glasgow (COP26)?7, 8
Antwoord 13
Volgens een recent rapport van het Wereldnatuurfonds (WNF)9 leidde de internationale handel in landbouwproducten in 2017 tot 1,3 miljoen hectare
ontbossing waarvan 203.000 hectare (16%) aan de EU wordt toegeschreven. Soja, palmolie
en vlees zijn volgens het rapport de landbouwproducten waarvoor het meest ontbost
is. Soja en in beperkte mate palmolie (bijv. oliepalmpitten in krachtvoer voor runderen)
zijn een bestandsdeel in veevoer. Soja die in Nederland wordt geconsumeerd is grotendeels
afgedekt met duurzaamheidscertificaten die erop toezien dat de productie zonder ontbossing
heeft plaatsgevonden.10 Voor palmolie in algemene zin geldt eveneens dat de consumptie grotendeels is afgedekt
met duurzaamheidscertificaten die er op toezien dat de productie zonder ontbossing
heeft plaatsgevonden, voor wat betreft de toepassing in veevoer is dat ruim twee derde.11 Het rapport beschrijft terecht dat het aandeel in de wereldwijde ontbossing dat aan
de EU toegeschreven kan worden de afgelopen jaren sterk is gedaald.
Lidstaten, waaronder Nederland, hebben de Europese Commissie in Raadsconclusies opgeroepen
om verdere stappen te nemen door een ambitieus wetgevend voorstel en andere maatregelen
te presenteren die gericht zijn op het vermijden dan wel het minimaliseren van het
op de interne markt brengen van producten die gerelateerd zijn aan ontbossing of bosdegradatie.
Dit voorstel van de Commissie wordt voor het einde van het jaar verwacht. Conform
de motie-Bouali (Kamerstuk 35 570 XVII, nr. 28)12 zet Nederland zich met gelijkgezinde landen in voor effectieve maatregelen die ervoor
zorgen dat producten die op de Europese markt komen duurzaam en zonder directe en
indirecte bijdragen aan ontbossing zijn geproduceerd. Nederland zet zich daarnaast
als lid van onder meer het Amsterdam Declarations Partnership al geruime tijd in voor
het bevorderen van ontbossingsvrije en duurzame agro-waardeketens.
Daarnaast verwacht het kabinet van bedrijven dat zij handelen in overeenstemming met
IMVO-principes en dat zij risico’s, waaronder het risico op ontbossing, binnen hun
keten in kaart brengen, mitigeren en voorkomen. Met de beleidsnota «Van Voorlichten
tot Verplichten; een nieuwe impuls aan Internationaal Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemerschap (Kamerstuk 26 485, nr. 337)13 is uw Kamer geïnformeerd over het nieuwe Nederlandse IMVO-beleid, bestaande uit een
doordachte mix van maatregelen. Kernelement van deze mix van maatregelen is een verplichting
ten aanzien van gepaste zorgvuldigheid, bij voorkeur in EU-verband. Een Europees voorstel
daartoe wordt eveneens voor het einde van het jaar verwacht.
In aanloop naar de COP26 heeft het Brits voorzitterschap een dialoog14 opgezet tussen grote consumerende en producerende landen van producten met risico
op ontbossing, om duurzame ontwikkeling en verduurzaming van landgebruik, productie
en handel te stimuleren, en daarbij bossen te beschermen. Nederland is actief betrokken
bij deze dialoog. Het kabinet zet zich in bredere zin in voor een ambitieuze uitkomst
van de klimaattop en werkt daarbij ook met gelijkgezinde landen samen om ontbossing
te stoppen.
Vraag 14
Hoe gaat u tijdens de klimaattop in Glasgow (COP26) de strekking van het advies «Duurzaam
en gezond» van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) uitdragen, waarin
voor de Nederlandse situatie onder andere wordt gesteld dat «een forse krimp in het
aantal dieren, van enkele tientallen procenten, tussen nu en 2030 onvermijdelijk is»?15
Antwoord 14
In het Klimaatakkoord (2019) zijn afspraken gemaakt over de benodigde reductieopgaven
voor de Nederlandse landbouw. In het Klimaatakkoord is daarbij ook al de verbinding
gelegd met het terugdringen van de ammoniakemissies. De integrale aanpak van broeikasgassen
en stikstof vormt een belangrijk speerpunt voor de komende periode. Het terugdringen
van beide emissiegroepen vraagt om actie, zowel voor de korte als de langere termijn.
De Subsidieregeling sanering varkenshouderijen en de Maatregel gerichte opkoop zijn
voorbeelden van maatregelen die leiden tot reductie van broeikasgassen en stikstof.
Tevens wordt gewerkt aan de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties; ook
daar zal door de definitieve beëindiging van veehouderijlocaties krimp van de veestapel
het gevolg zijn. Deze maatregelen zullen invloed hebben op de Nederlandse nationale
uitstoot van broeikasgassen en in die hoedanigheid een rol spelen op de Klimaattop
in Glasgow.
Vraag 15
Hoe gaat u tijdens de klimaattop in Glasgow (COP26) aandacht vragen voor de volgende
conclusie uit het IPCC Special Report «Climate Change and Land»: «By 2050, dietary
changes could free several million km2 (medium confidence) of land and provide a technical mitigation potential of 0.7 to
8.0 GtCO2 eq yr-1, relative to business as usual projections (high confidence)»?16
Antwoord 15
Nederland zet zich zowel nationaal als internationaal in voor een houdbaarder en duurzamer
voedselsysteem. Het tegengaan van voedselverspilling, bevorderen van consumptie van
groenten en fruit, en een groter aandeel consumptie van eiwitten op plantaardige basis
zonder de keuzevrijheid van burgers te beperken zijn hier een belangrijk onderdeel
van. Wel blijft dierlijke productie een rol spelen, bijvoorbeeld om de bodemvruchtbaarheid
op peil te houden en te voorzien in de voedselzekerheid van de meest kwetsbare groepen.
De manier waarop we voedsel verbouwen speelt een essentiële rol in het behalen van
de mondiale klimaatdoelen. Zoals het IPCC-rapport aangeeft zijn landbouw en landgebruik
verantwoordelijk voor bijna een kwart van de door de mens veroorzaakte mondiale emissies.
De landbouwonderhandelingen onder het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering
(UNFCCC) richten zich op het reduceren van emissies in de landbouwsector en het weerbaar
maken tegen de gevolgen van klimaatverandering van deze sector. Nederland neemt in
EU-verband actief deel aan deze onderhandelingen en stuurt hier aan op ambitieuze
internationale afspraken.
Daarnaast vond op 23 september ook de UN Food System Summit plaats die de transitie
naar duurzame voedselsystemen moet versnellen door gezamenlijke acties te formuleren,
onder andere op het gebied van duurzame consumptiepatronen. De top richtte zich op
gezondere, duurzamere en eerlijkere voedselsystemen die bijdragen aan het realiseren
van alle 17 UN Sustainable Development Goals. Nederland streeft naar een ambitieuze
actieagenda als uitkomst van de UN Food System Summit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.