Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Laan, Kuiken en Van Nispen over het niet voldoen aan internationale eisen voor antidopingbeleid en de mogelijke sancties voor de Nederlandse Sport
Vragen van de leden Van der Laan (D66), Kuiken (PvdA) en Van Nispen (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minismer voor Medische Zorg over het niet voldoen aan internationale eisen voor antidopingbeleid en de mogelijke sancties voor de Nederlandse Sport (ingezonden 30 augustus 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
1 oktober 2021).
Vraag 1
Wanneer zijn u en de Dopingautoriteit op de hoogte gebracht dat de Wereld Antidoping
Code (WAD Code) per 1 januari 2021 zou wijzigen?1
Antwoord 1
Het Wereld Anti-Doping Agentschap (hierna: WADA) heeft op 16 november 2017 besloten
tot herziening van de Wereld Anti-Doping Code (WAD Code) 2015 over te gaan. In december
2018 is het herzieningsproces gestart, dat zou leiden tot een nieuwe Code die op 1 januari
2021 in werking zou treden. Op 7 november 2019 is die nieuwe Codetekst, de WAD Code
2021, door WADA vastgesteld. De ondertekenaars van de Code hadden daarna tot eind
2020 om hun regels en procedures in lijn te brengen met de nieuwe Code (en bijbehorende
standaarden).
Vraag 2
Was bij de aankondiging van de wijziging van de WAD Code direct het vermoeden dat
Nederland niet aan alle eisen zou voldoen? Zo ja, welke acties zijn toen in gang gezet?
Zo nee, waarom niet en klopt het dat dit pas duidelijk werd na de audit van november
2020?
Antwoord 2
Nee, het was niet direct duidelijk dat de Dopingautoriteit mogelijk niet aan de Code
zou voldoen. Op de punten waarop de Code is gewijzigd heeft de Dopingautoriteit het
Nationaal Doping Reglement en de bijbehorende reglementen en werkprocessen aangepast
aan de nieuwe Code en bijbehorende internationale standaarden. Het was de Dopingautoriteit
bekend dat er verschillen bestonden tussen de Code enerzijds en het Nationaal Dopingreglement
anderzijds. WADA is echter sinds 2004 steeds akkoord gegaan met de uitleg over de
wijze waarop de Code in Nederland door de Dopingautoriteit binnen de nationale structuur
werd ingebed. WADA heeft in december 2020, na een concept van het aangepaste Nationaal
Dopingreglement te hebben gezien, aangegeven dat dit concept nog onvoldoende aan de
nieuwe Codetekst was aangepast. Daarbij is door WADA het algemene punt gemaakt dat
op een aantal vlakken (waaronder tucht- en beroepsprocedures) de verdeling van verantwoordelijkheden,
ook na uitleg ervan door de Dopingautoriteit, niet in lijn was met de Code. Het specifieke
punt over de positionering van de Bezwaarcommissie Nationaal Dopingreglement (BND),
is door WADA op 21 april 2021 met de Dopingautoriteit gecommuniceerd, die dat op haar
beurt in juni met mijn departement heeft gedeeld.
Vraag 3
Is bij de bekendmaking dat er een nieuwe WAD Code zou komen, actief contact gezocht
met het Wereldantidopingagentschap (WADA) over de vraag of de huidige positionering
van de Bezwaarcommissie Nationaal Dopingreglement (BND) voldoende was?
Antwoord 3
Nee, er is na de bekendmaking in 2017 van de Codeherziening door de Dopingautoriteit
niet actief contact gezocht met WADA over de positionering van de BND. De Dopingautoriteit
heeft de BND juist per 1 januari 2021 ingesteld als onderdeel van de implementatie
van de nieuwe WAD Code 2021. De BND is daarbij zo gepositioneerd dat werd voldaan
aan nationale wetgeving en de Dopingautoriteit was van mening dat daarmee ook werd
voldaan aan de Code.
Vraag 4
Is, toen duidelijk werd dat de BND niet onafhankelijk genoeg was ten opzichte van
de Dopingautoriteit, direct de optie verkend om een wetgevingstraject te starten om
onafhankelijkheid wel te borgen? Zo ja, waarom is dit niet gebeurd? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Toen het probleem van de positionering van de BND op 21 april 2021 aan de Dopingautoriteit
werd gemeld, is er in eerste instantie verkend welke praktische opties er waren, met
name in het licht van het feit dat de Dopingautoriteit de BND heeft gepositioneerd
op een manier die gebruikelijk is in de context van de Algemene wet bestuursrecht
(hierna: Awb). Toen alternatieven niet voorhanden bleken te zijn, is wetgeving als
mogelijke oplossing besproken. De Dopingautoriteit is tegelijkertijd ook bezig geweest
om een bevestiging van WADA te krijgen of dit (de BND) het enige openstaande punt
was voor wat betreft compliance met de Code. In juli, tijdens een gezamenlijk gesprek
met WADA bleek dit inderdaad het geval.
Vraag 5
Is sprake van een inschattingsfout dat er gedacht werd dat het WADA wel akkoord zou
gaan met hoe nu de onafhankelijke positie van de BND is geregeld?
Antwoord 5
De positionering van de BND door de Dopingautoriteit voldeed aan de nationale regelgeving.
Dit is immers hoe we in Nederland bezwaarcommissies onafhankelijk positioneren binnen
het kader van de Awb. De Dopingautoriteit was vanaf 2004 gewend voor de inbedding
in de Nederlandse structuur enige (interpretatie)ruimte te hebben, en is daar in overleg
met WADA steeds uit gekomen. In april 2021 bleek die interpretatieruimte van de Code
er niet meer te zijn, en bleek dat het niet mogelijk was om inzake de BND met WADA
tot een vergelijk te komen.
Vraag 6
Wacht u de vergadering van het dagelijks bestuur van het WADA op 14 september 2021
af alvorens u het benodigde wetgevingstraject start? Zo ja, waarom? Zo nee, kunt u
een inschatting geven wanneer u verwacht de benodigde wetswijziging naar de Kamer
te sturen?
Antwoord 6
Nee, die wacht ik niet af. De voorbereiding van het wetgevingstraject is reeds gestart
en ik ben voornemens om het wetsvoorstel zo snel mogelijk aan uw Kamer te sturen.
Vraag 7
Hoe zeker bent u ervan dat een wetswijziging, die de positie van de BND verduidelijkt,
voldoende zal zijn voor het WADA?
Antwoord 7
Er is door de Dopingautoriteit en het Ministerie van VWS in juli met WADA gesproken
over de inhoud van een dergelijke wetswijziging die de BND als zelfstandig bestuursorgaan
positioneert, om zeker te zijn dat daarmee het probleem ook in de ogen van WADA afdoende
wordt opgelost. Om hieromtrent zo groot mogelijke zekerheid te hebben zal WADA van
het traject op de hoogte gehouden worden en zal met WADA worden overlegd over de inhoud
van het wetsvoorstel.
Vraag 8
Welke stappen kunt en gaat u nemen als, in het ergste geval, Nederlandse sporters
niet meer onder de Nederlandse vlag mee kunnen doen aan wedstrijden? Hoe kunt u zich
voorbereiden op deze stappen?
Antwoord 8
Dit is één van de sancties die WADA op 14 september jl. in het vooruitzicht heeft
gesteld als de positionering van de BND op 14 januari 2022 niet in lijn is gebracht
met de WAD Code; WADA zal dan verklaren dat naar haar mening de Dopingautoriteit non-compliant is met de WAD Code. De Dopingautoriteit heeft mij laten weten voornemens te zijn
een dergelijke non-compliance verklaring door WADA te betwisten bij het Court of Arbitration for Sport (CAS); een
dergelijke gang naar het CAS heeft een opschortende werking voor sancties totdat het
CAS uitspraak heeft gedaan.
Daarnaast ben ik – zoals ik u per brief eerder heb geïnformeerd – voornemens om de
Nederlandse regelgeving op dit punt zo snel mogelijk aan te passen zodat de BND wordt
gepositioneerd op een manier die in lijn is met wat de Code voorschrijft.
Vraag 9
Kunt u een opsomming geven van andere sancties die het WADA bij een non-compliant
verklaring kan opleggen aan Nederland en Nederlandse instanties, zoals de Dopingautoriteit?
Antwoord 9
WADA kan alleen organisaties sanctioneren die de Code hebben ondertekend.
De Dopingautoriteit is zo’n ondertekenaar. Nederland is als land in die zin niet gebonden
aan de Code. Wel heeft Nederland het UNESCO-verdrag tegen doping in de sport ondertekend;
daarmee heeft Nederland zich gecommitteerd aan de beginselen van de Code en zijn we
als land gehouden maatregelen te nemen tegen dopinggebruik. Maar daaruit vloeien voor
WADA geen sanctiemogelijkheden voort. Uit de WAD Code 2021 volgen verschillende sanctiemogelijkheden,
die zijn opgesomd in artikel 24.1.12 van de Code. Deze sancties variëren in zwaarte
van bijvoorbeeld het niet zitting mogen nemen van medewerkers van de Dopingautoriteit
in commissies of het WADA-bestuur, het door de Dopingautoriteit niet mogen ontvangen
van middelen van WADA, tot aan het niet mogen deelnemen aan internationale sportevenementen.
Voor een volledig beeld verwijs ik u naar het Code-artikel zelf.2 De sanctie die wordt opgelegd moet volgens de Code qua zwaarte in verhouding staan
tot de overtreding die is vastgesteld.
Vraag 10
Welke gevolgen kan een non-compliant verklaring met terugwerkende kracht hebben voor
Nederlandse sporters, in het bijzonder de sporters die hebben deelgenomen aan de Olympische
en Paralympisch Spelen, aangezien de internationale eisen per 1 januari 2021 zijn
ingegaan?
Antwoord 10
Geen. Een eventueel door WADA op te leggen sanctie heeft geen terugwerkende kracht.
Vraag 11
Kunt u deze vragen nog voor de uitspraak van het WADA op 14 september 2021 beantwoorden?
Kunt u elke vraag afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 11
Ik heb de vragen afzonderlijk beantwoord. Ik heb echter het WADA-besluit afgewacht
alvorens deze vragen te beantwoorden. Ik informeer u in een separate brief over de
inhoud van dat WADA-besluit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.