Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over de beantwoording van prejudiciële vragen van het Hof Arnhem-Leeuwarden door de Hoge Raad van 2 juli 2021
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) de de Staatssecretaris van Financiën over de beantwoording van prejudiciële vragen van het Hof Arnhem-Leeuwarden door de Hoge Raad van 2 juli 2021 (ingezonden 27 augustus 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
            (ontvangen 30 september 2021).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de beantwoording van de prejudiciële vragen door de Hoge Raad van
               2 juli 2021 met betrekking tot massaalbezwaarprocedures?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2 en 5
            
Is het u bekend dat de Hoge Raad in antwoord op de prejudiciële vragen van het Gerechtshof
               Arnhem-Leeuwarden heeft aangegeven dat in gevallen waarin een individuele vraag nauw
               verwant is met de aangewezen rechtsvraag en daaraan subsidiair is, dit een reden kan
               zijn voor de inspecteur het individuele deel van het bezwaar aan te houden, totdat
               op de massaalbezwaarprocedure is beslist?
            
Bent u het met de Hoge Raad eens dat het formeelrechtelijk mogelijk is het bezwaar
               in het individuele deel aan te houden?
            
Antwoord 2 en 5
            
Ja. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 2 juli 2021 geoordeeld dat de inspecteur
               de bezwaren die zien op een individuele kwestie, specifiek gericht op de situatie
               van de individuele belastingplichtige die bezwaar maakt, op de reguliere door de Algemene
               wet inzake rijksbelastingen (AWR) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorgeschreven
               wijze moet behandelen. Dit betekent dat op het individuele deel van het bezwaar in
               beginsel binnen zes weken na afloop van de bezwaartermijn uitspraak moet worden gedaan.
               In het arrest overweegt de Hoge Raad ook dat de beslissing op het individuele deel
               van het bezwaar kan worden aangehouden door de rechter en overigens ook door de inspecteur
               (totdat de rechtsvraag in de massaalbezwaarprocedure onherroepelijk is beantwoord).
               De aanhouding van de beslissing door de inspecteur vereist instemming van de belanghebbende.2
Vraag 3
            
Hoeveel belastingplichtigen hebben inmiddels bezwaar aangetekend tegen de box 3-heffing
               bij de aanslag 2020?
            
Antwoord 3
            
Tot 27 augustus 2021 hebben 34.874 belastingplichtigen een bezwaarschrift ingediend
               tegen de box 3-heffing bij de aanslag 2020.
            
Vraag 4
            
In welk deel van deze bezwaarschriften is een stelselvraag aan de orde, welk deel
               van de bezwaarschriften ziet alleen op een individuele en excessieve last en welk
               deel van de bezwaarschriften bevat beide? Hoe bereidt de Belastingdienst zich voor
               op al deze bezwaarprocedures?
            
Antwoord 4
            
Tot 27 augustus 2021 heeft de Belastingdienst 14.990 bezwaarschriften tegen de box
               3-heffing op stelselniveau ontvangen. De overige 19.884 zijn hoofdzakelijk bezwaarschriften
               tegen de box 3-heffing op stelselniveau én individueel niveau. Er zijn nauwelijks
               bezwaarschriften die alleen zien op de individuele kwestie of de box 3-heffing een
               individuele en buitensporige last vormt voor de betreffende belastingplichtige. Als
               dit deel van het bezwaar dat specifiek ziet op de situatie van de individuele belastingplichtige
               die het bezwaar heeft ingediend niet is gemotiveerd, vraagt de Belastingdienst de
               belastingplichtige om dit deel van het bezwaar te motiveren. De belastingdienst behandelt
               het individuele deel van het bezwaar conform de wettelijke termijnen.
            
Vraag 6 en 8
            
Is het u bekend dat meerdere belastingplichtigen in hun bezwaar de inspecteur het
               verzoek hebben gedaan het individuele deel van hun bezwaar aan te houden totdat is
               besloten in het massale deel, maar dat de Belastingdienst deze verzoeken heeft afgewezen,
               waardoor deze belastingplichtigen nu op korte termijn ook hun individuele bezwaren
               moeten doorzetten?
            
Kunt u aangeven waarom deze mogelijkheid niet in praktijk door de Belastingdienst
               wordt toegepast?
            
Antwoord 6 en 8
            
Ja. Door middel van de massaalbezwaarprocedure kan een rechtsvraag aan de rechter
               worden voorgelegd waarvan het antwoord voor een groot aantal belastingplichtigen van
               belang is. De rechtsvraag waar het hier om gaat is of de box 3-heffing op stelselniveau
               strijdig is met het eigendomsrecht van het EVRM.3 Totdat het antwoord op de rechtsvraag is gegeven, worden de bezwaarschriften voor
               wat betreft de rechtsvraag op grond van de wettelijke massaalbezwaarregeling aangehouden.
               De gebruikelijke termijn om te beslissen wordt voor bezwaarschriften waarvoor de aanwijzing
               massaal bezwaar geldt, opgeschort tot en met de dag voorafgaand aan de dag waarop
               de collectieve uitspraak op de rechtsvraag onherroepelijk wordt gedaan.
            
Veel belastingplichtigen hebben in hun bezwaarschrift naast de rechtsvraag ook het
               standpunt ingenomen dat de box 3-heffing voor hen een individuele en buitensporige
               last vormt. Deze individuele, specifieke kwestie valt niet onder de aanwijzing massaal
               bezwaar, omdat de uitkomst van zaken waarin hierover wordt uitgeprocedeerd niet representatief
               kán zijn.
            
Voor de afwikkeling van dit individuele deel van het bezwaar blijft de gebruikelijke
               regeling van de AWR en de Awb van toepassing.4 Dit betekent dat de inspecteur hierop in beginsel binnen zes weken na afloop van
               de bezwaartermijn moet beslissen. De Hoge Raad heeft erop gewezen dat de Belastingdienst
               kan beslissen om, met instemming van de belastingplichtige, het individuele deel van
               het bezwaar aan te houden. De Belastingdienst heeft ervoor gekozen dit niet te doen.
               Tegenover het mogelijke persoonlijke belang van de belastingplichtige bij het aanhouden
               van het individuele bezwaar staat het belang van de Belastingdienst om bezwaren tijdig
               en correct te behandelen en daarop uitspraak te doen. De massaalbezwaarprocedure is
               onder andere bedoeld om een groot aantal bezwaarschriften op een zo efficiënt en effectief
               mogelijke wijze te kunnen behandelen. Dit is in het voordeel van zowel de belastingplichtige
               als de Belastingdienst. Als de Belastingdienst vanwege een lopende massaalbezwaarprocedure
               het individuele deel van alle bezwaren moet aanhouden, dan wordt de Belastingdienst
               zelf alsnog geconfronteerd met een grote uitvoeringslast. Bij niet aanhouden van de
               individuele bezwaren kan de Belastingdienst immers deze bezwaren, die niet alle tegelijk
               zijn ingediend, in de tijd verspreid beoordelen en afdoen. Die mogelijkheid is zeer
               beperkt wanneer de beoordeling en afdoening van alle individuele bezwaren zouden worden
               aangehouden tot het moment waarop de collectieve uitspraak op de aangewezen rechtsvraag
               onherroepelijk is gedaan.
            
Verder ligt afdoening van het individuele deel van het bezwaar binnen de gebruikelijke
               termijn in de Awb voor de hand omdat de rechtsvraag in de massaalbezwaarprocedure
               en de individuele, specifieke kwestie twee afzonderlijke kwesties zijn, die apart
               van elkaar moeten worden beoordeeld en dus apart van elkaar worden behandeld. De individuele
               kwestie of de box 3-heffing een individuele en buitensporige last vormt voor een belastingplichtige
               is gekoppeld aan de persoonlijke (financiële) omstandigheden van die belastingplichtige
               en staat dus los van de rechtsvraag of de box 3-heffing op regelniveau in strijd is
               met het eigendomsrecht van het EVRM. De feiten en omstandigheden die relevant zijn
               voor de afdoening van de individuele kwestie wijzigen niet tijdens de periode van
               aanhouden. Het individuele deel van het bezwaar kan derhalve zorgvuldig en correct
               afzonderlijk worden beantwoord, voordat de rechtsvraag in de massaalbezwaarprocedure
               definitief is beantwoord (zie verder het antwoord op vraag 7 en 9).
            
Vraag 7 en 9
            
Is het u bekend dat dit als gevolg heeft dat veel mensen het individuele deel van
               het bezwaar hebben ingetrokken, met als gevolg dat deze belastingplichtigen hun individuele
               rechten al hebben verspeeld, voordat zij weten wat de uitkomst van de massaalbezwaarprocedure
               is?
            
In hoeverre worden de rechten van belastingplichtigen geraakt, indien de wetgever
               een belastingplichtige dwingt om eerst het individuele deel van zijn bezwaar uit te
               procederen, terwijl er nog een collectieve massaalbezwaarprocedure loopt?
            
Antwoord 7 en 9
            
Er zijn nog niet veel gevallen bekend waarin het individuele deel van het bezwaar
               is ingetrokken. Als een belastingplichtige het individuele deel van zijn bezwaar intrekt,
               dan blijft (ook) voor die belastingplichtige de uitkomst van de massaalbezwaarprocedure
               over de aangewezen rechtsvraag van belang. Overigens heeft een belastingplichtige
               die het individuele deel van zijn bezwaar intrekt en die vraag dus niet uitprocedeert,
               nog wel de mogelijkheid om de inspecteur (binnen de vijfjaarstermijn) te verzoeken
               de aanslag inkomstenbelasting ambtshalve te verminderen.5 Het intrekken van het bezwaar voor zover dat ziet op de individuele, specifieke kwestie
               van de belastingplichtige doet dus niets af aan de rechten van de belastingplichtige
               in de massaalbezwaarprocedure; de uitkomst in die procedure geldt onverkort. Als een
               belastingplichtige het individuele deel van zijn bezwaar niet intrekt en de inspecteur daarop uitspraak doet, wordt de belastingplichtige evenmin
               geschaad in zijn rechten in de massaalbezwaarprocedure; ook dan geldt de uitkomst
               in die procedure onverkort. De rechtsvraag in de massaalbezwaarprocedure en de individuele,
               specifieke kwestie zijn immers twee afzonderlijke kwesties, waarover ook volgens de
               Hoge Raad los van elkaar moet worden geprocedeerd.
            
Vraag 10
            
Hoe beziet u in dit licht de conclusie van Advocaat-Generaal Wattel van 25 maart 2021
               die een stelselingreep door de rechter op basis van het eigendomsrecht onwaarschijnlijk
               acht, welke bij de belastingplichtige onzekerheid kan oproepen over of de kans op
               rechtsherstel misschien groter is bij de individuele weg, terwijl een massaal bezwaar
               toch de meest geëigende weg lijkt?
            
Antwoord 10
            
Ik ga er in mijn antwoord van uit dat de vragenstelster op onzekerheid doelt op het
               punt van het al of niet intrekken van het individuele deel van het bezwaar. Als een
               belastingplichtige een bezwaarschrift heeft ingediend dat zowel de aangewezen rechtsvraag
               als een individuele kwestie bevat, dan geldt als uitgangspunt dat het bezwaar wordt
               gesplitst. Doordat het bezwaar wordt gesplitst, gaan er twee bezwaartrajecten naast
               elkaar lopen en, eventueel, in (hoger) beroep vervolgens twee afzonderlijke procedures.
               Voor zover het bezwaar ziet op de aangewezen rechtsvraag wordt het ingevolge de massaalbezwaarprocedure
               bij één collectieve uitspraak afgedaan. In die massaalbezwaarprocedure kan aan de
               orde komen of de rechter op stelselniveau rechtsherstel dient te bieden. De Advocaat-Generaal
               acht het in zijn conclusie van 25 maart 2021 onwaarschijnlijk dat de rechter op basis
               van het eigendomsrecht op stelselniveau ingrijpt en rechtsherstel biedt.
            
Voor zover het bezwaar ziet op een individuele kwestie wordt het door de inspecteur
               bij afzonderlijke, individuele uitspraak afgedaan. Hier heeft de belastingplichtige
               een actieve rol. Hij kan het standpunt innemen dat de box 3-heffing voor hem in zijn
               specifieke geval een individuele en buitensporige last vormt en dat de rechter hem
               rechtsherstel moet bieden. Bij de beoordeling of een belastingplichtige door de box
               3-heffing wordt geconfronteerd met een individuele en buitensporige last, moet de
               rechter die heffing bezien in samenhang met de gehele financiële situatie van de belastingplichtige.
               De rechter moet bij zijn onderzoek of de heffing een individuele en buitensporige
               last vormt alle relevante feiten en omstandigheden in zijn oordeel betrekken.6 Dit is dus een andere kwestie dan de rechtsvraag die in de massaalbezwaarprocedure
               voorligt. In de praktijk blijkt overigens dat een rechter niet snel tot het oordeel
               komt dat een belastingplichtige wordt geconfronteerd met een individuele en buitensporige
               last waarvoor aan die belastingplichtige rechtsherstel moet worden geboden. Een voorbeeld
               is het SNS Reaal-arrest waarin de Hoge Raad besliste dat de forfaitaire rendementsheffing
               over vermogen dat één maand na de peildatum (nagenoeg) geheel verloren was gegaan
               door de onteigening van de aandelen SNS Reaal, waardoor de desbetreffende belastingplichtige
               met zijn inkomen onder het bestaansminimum uitkwam, tot een individuele en buitensporige
               last leidde.7
Vraag 11
            
Bent u van mening dat de belastingbetaler geen goed geïnformeerde beslissing kan maken
               van wat nu de beste weg is, totdat hij zekerheid heeft over de waarschijnlijkheid
               van een stelselingreep door de rechter, omdat volgens A-G Wattel de rechter wel degelijk
               drie verschillende mogelijkheden heeft tot een stelselingreep?
            
Antwoord 11
            
Zoals uit het antwoord op vraag 10 volgt, wordt een bezwaarschrift dat zowel de aangewezen
               rechtsvraag als een individuele kwestie bevat, door de Belastingdienst op grond van
               de wet gesplitst waarna de rechtsvraag en het individuele deel van het bezwaar onafhankelijk
               van elkaar worden behandeld. Er lopen daardoor twee afzonderlijke bezwaartrajecten
               en vervolgens twee afzonderlijke (hoger) beroepsprocedures naast elkaar, die beide
               voor de belastingplichtige openstaan zoals in het antwoord op vraag 10 beschreven.
               Naar mijn mening kan een belastingplichtige prima zelf beslissen of hij naast het
               meelopen in de massaalbezwaarprocedure afzonderlijk wil procederen over de individuele
               kwestie, die ziet op de specifieke financiële situatie van de belastingplichtige en
               dus uitsluitend hem aangaat.
            
Vraag 12
            
Bent u bereid om een externe partij, bijvoorbeeld de Nationale ombudsman, om een (spoed)advies
               te vragen over de mogelijkheden voor het aanhouden van het individuele deel van het
               bezwaar, waarin naast de formeel-juridische aspecten ook de (praktische) rechtsbescherming
               van belastingplichtigen wordt meegenomen?
            
Antwoord 12
            
De Hoge Raad heeft met zijn arrest van 2 juli 2021 het rechtskader omtrent de massaalbezwaarprocedure
               in combinatie met het aanhouden van het individuele deel van het bezwaar nader verduidelijkt.
               Het kunnen aanhouden van een bezwaar door de inspecteur vindt zijn grondslag in de
               wet8 en is voor bepaalde gevallen nader ingevuld via het Besluit Fiscaal Bestuursrecht.
               Omdat de formeel-juridische aspecten alsmede de (praktische) rechtsbescherming op
               dit onderdeel duidelijk zijn, is geen advies benodigd.
            
Vraag 13
            
Zou u deze vragen binnen één week willen beantwoorden, aangezien voor veel belastingen
               de tijd dringt in de bezwaarprocedure?
            
Antwoord 13
            
Dat is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.