Antwoord schriftelijke vragen (nader) : Nader antwoord op vragen 8 tot en met 25 van het lid Omtzigt over de cruciale memo-Palmen – het officiële juridische advies over de CAF 11-zaak aan het managementteam van de Belastingdienst/Toeslagen, die 2,5 jaar voor bijna iedereen is achtergehouden
Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën (Toeslagen en Douane) over de cruciale memo-Palmen – het officiële juridische advies over de CAF 11-zaak aan het managementteam van de Belastingdienst/Toeslagen, die 2,5 jaar voor bijna iedereen is achtergehouden (ingezonden 23 december 2020).
Nader antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane)
(ontvangen 30 september 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021,
nr. 1363. Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1538.
Ten geleide
Deze beantwoording is aanvullend op eerdere antwoorden. Voor de antwoorden op de vragen
1 t/m 7 en 26 verwijs ik naar mijn antwoorden van 18 januari 2021.1 Voor de antwoorden op de vragen 22, 23 en 25 verwijs ik naar mijn antwoorden van
1 februari 2021.2 Gezien de inhoudelijke samenhang tussen deze laatstgenoemde vragen en vraag 24,
zijn de antwoorden op de vragen 22, 23 en 25 in onderstaande beantwoording nogmaals
weergegeven.
Vraag 8
Kunt u alsnog een heel precieze reconstructie maken van de juni-week van 2019, van
dag tot dag, met precieze beschrijving van de informatie die in de bijeenkomsten op
tafel kwam? Wilt u hierbij – onder meer – ingaan op de volgende bijeenkomsten: de
ambtelijke voorbespreking op dinsdagochtend 4 juni, de aansluitende bijeenkomst met
de Staatssecretaris en de ambtelijke leiding, de middagbespreking op 4 juni met de
ambtelijke en politieke leiding, de ochtendbesprekingen op woensdag 5 juni, de besprekingen
daarna, alsmede de besprekingen op donderdag 6 en 7 juni?
Antwoord 8
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar hoofdstuk 6 van het rapport van PwC.
Dit hoofdstuk bevat een nauwgezette reconstructie van de juni-week en de bovengenoemde
bijeenkomsten.
Vraag 9
Kunt u een toelichting geven op wat per bijeenkomst aan de orde is gesteld over het
memo-Palmen uit maart 2017, de rol die (tweede) nationaliteit speelde in CAF-zaken
als indicatie voor georganiseerd misbruik (en het gericht uitvragen van tweede nationaliteit),
en de ondeugdelijkheid van het onderzoek in de CAF 11-zaak? Wilt u hierbij limitatief
aangeven welke functionarissen bij elk van deze bijeenkomsten aanwezig waren?
Antwoord 9
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar hoofdstuk 6 van het rapport van PwC.
Dit hoofdstuk bevat een nauwgezette reconstructie van de juni-week en de bovengenoemde
bijeenkomsten.
Vraag 10
Kunt u toelichten welke actielijsten op welk moment zijn opgesteld?
Antwoord 10
Uit het rapport van PwC blijkt dat de volgende lijsten met actiepunten zijn verspreid:
• Op 6 juni 2019 om 15:46 uur is de eerste lijst met actiepunten rondgestuurd (appendix
A.10.103 bij het rapport).
• Op 6 juni 2019 om 19:28 uur is een vernieuwde versie van de actiepunten rondgestuurd
(appendix A.10.104).
• Op 7 juni 2019 om 10:03 uur is wederom een nieuwe versie rondgestuurd (appendix A.10.106).
• Op 7 juni 2019 om 14:54 uur is de actielijst omgezet in Excel en rondgestuurd (appendix
A.10.107)
• Op 8 juni 2019 is dit Excelbestand opnieuw rondgestuurd (appendix A.10.87)
• De actiepuntenlijst is ook na de «juni-week» van 2019 gebruikt en aangevuld. Dit valt
echter buiten de scope van de «juni-week» van 2019.3
Vraag 11
Kunt u toelichten wanneer de volgende actiepunten zijn geformuleerd:
«Bij factsheet 6 verduidelijken waar het memo precies is besproken niet in MT en niet
op het ministerie (DGDB)» en: «Daarnaast onderzoeken met wie dan wel precies het memo
besproken is en dat helder opschrijven en vastleggen.»
Wie gaf deze opdracht en wie werd geacht deze opdracht uit te voeren?
Antwoord 11
Uit het rapport van PwC blijkt dat deze twee actiepunten zijn verstuurd door de secretaris
van het crisisteam op 6 juni. De actielijst wijst het directoraat-generaal Belastingdienst
(DGBD) aan als actiehouder voor deze twee punten.4
Vraag 12
Heeft u kennisgenomen van de conclusie van de Parlementaire ondervragingscommissie
(pagina 64) dat die woensdagochtend de eerste set factsheets en meer specifiek factsheet
6 wordt verspreid, «aan Staatssecretaris Snel worden gegeven en even later die ochtend
worden besproken»? Klopt het dat hierna deze actiepunten zijn geformuleerd, d.w.z.
na de besprekingen «ambtelijk en met de Staatssecretaris»?5
Antwoord 12
Dat klopt. Uit het rapport van PwC blijkt dat van besprekingen in de «juni-week» geen
notulen of verslagen gemaakt werden, maar de lijsten van de actiepunten dienden min
of meer als verslag.6
Vraag 13
Herinnert u zich vraag 44 van de feitelijke vragen inzake een drietal brieven inzake
CAF 11, en uw antwoord daarop van 14 december 2020, namelijk:
Vraag: «Wie heeft het memo gezien en besproken in maart 2017?»
Antwoord: «Het memo is in 2017 besproken tussen de MT-leden van Belastingdienst/Toeslagen,
zij hebben het memo via e-mail ontvangen. In het memo wordt geadviseerd om over de
casus contact op te nemen met het ministerie. In 2017 heeft een van de MT-leden contact
opgenomen met DGBel Cluster Bedrijf – Juridische Zaken, waar een lopende klachtenprocedure
werd behandeld. In juni 2019 is bij de betreffende medewerker getoetst of deze het
memo in 2017 ook had ontvangen. Daar is ontkennend op gereageerd.»7
Antwoord 13
Ja.
Vraag 14
Kunt u aangeven wat de functie was van de «betreffende medewerker»? Door welke functionaris
is in juni 2019 bij deze medewerker getoetst? Is in dit gesprek ook gevraagd of de
inhoud van het memo-Palmen in het gesprek met een van de MT-leden in 2017 aan de orde
is geweest? Welke functionaris van het MT betrof dit?
Antwoord 14
Deze vraag verwijst naar een e-mail van een medewerker van UHB aan een medewerker
van FJZ. De betreffende e-mail en de reactie van de medewerker FJZ zijn opgenomen
in Appendix A.10.88 en A.10.95 van het rapport van PwC. De naam van het betreffende
MT-lid deel ik niet met uw Kamer.
Vraag 15
Herinnert u zich uw ook vraag 40 en uw antwoord daarop, te weten:
Vraag: «Wie heeft het memo op 4 en 5 juni 2019 gezien en/of gelezen op het Kerndepartement?»
Antwoord: «Het memo is niet gedeeld met het Kerndepartement. Hieronder wordt verstaan
het deel van het Ministerie van Financiën, buiten het Directoraat-Generaal Belastingdienst.
Het memo is binnen het DG Belastingdienst op ambtelijk niveau gedeeld met twee medewerkers
van de concerndirectie Uitvoerings- en Handhavingsbeleid en twee medewerkers die in
2017 werkzaam waren bij DGBel Cluster Bedrijf – Juridische Zaken. De directeur Toeslagen
en een medewerker van Toeslagen hebben dit memo ook ontvangen.»
Antwoord 15
Ja.
Vraag 16
Kunt u toelichten met welke medewerkers van UHB en Juridische Zaken van DG Bel Cluster
Bedrijf dit memo is gedeeld? Anders gezegd: welke hiërarchische ambtelijke status
hadden zij?
Antwoord 16
Voor de functies van de betreffende medewerkers verwijs ik naar het rapport van PwC.
De aanduidingen in het rapport reflecteren hun respectievelijke rollen in de ambtelijke
organisatie.
Vraag 17
Herinnert u zich vraag 41 en uw beantwoording daarvan, te weten:
Vraag: «Wie is er op 4, 5 of 6 juni 2019 gesproken óver het memo, en door wie is diegene
gesproken?»
Antwoord: «In de eerste versie van de factsheets van 5 juni 2019 heeft een verwijzing
naar het memo gestaan in factsheet 6. Deze factsheets zijn per e-mail verstuurd en
besproken binnen de werkgroep die met de voorbereiding bezig was voor de kamerbrief
van 11 juni 2019. Hierop waren zowel medewerkers als de ambtelijke top aangesloten.
Een verwijzing naar het memo heeft ook op een actielijst van 6 juni 2019 gestaan,
waarbij twee actiepunten aan het Directoraat-Generaal Belastingdienst waren toegewezen
om te verduidelijken waar het memo in 2017 was besproken en met wie. In hoeverre daarna
nog over het memo zelf is gesproken valt niet meer te achterhalen. In opvolgende versies
van de factsheets komt dit onderwerp niet meer terug. Ter verduidelijking merk ik
op dat factsheets werden gebruikt als zijnde werkdocumenten, waarvan de inhoud gedurende
de betreffende weken wijzigde en werd aangevuld. Onderwerpen en inhoud stonden niet
vooraf vast, maar wijzigden op basis van nieuwe informatie of aandachtspunten.»
Antwoord 17
Ja.
Vraag 18
Kunt u toelichten wat u bedoelt met de opmerking: «Hierop waren zowel medewerkers
als de ambtelijke top aangesloten.» Volgt hieruit inderdaad dat in de ambtelijke bespreking
op woensdag 5 juni de inhoud van het memo-Palmen aan de orde is geweest? Zo ja, wie
heeft dit aan de orde gesteld? Met welke conclusie?
Antwoord 18
Hiervoor verwijs ik naar het rapport van PwC. Tijdens de hiervoor aangehaalde ambtelijke
voorbespreking van 5 juni 2019 waarin de conceptfactsheets zijn besproken, zijn deze
volgens de Directeur-Generaal Belastingdienst (2017–2020) op hoofdzaken besproken
en niet bladzijde voor bladzijde. De Directeur-Generaal Belastingdienst (2017–2020)
merkt op dat factsheet 6, waarin wordt verwezen naar het «memo-Palmen» (destijds aangeduid
als het interne memo van 2017 van een vaktechnisch medewerker van Toeslagen), is besproken
en dat procesmatige afspraken zijn gemaakt. Volgens geïnterviewden lag het document
«memo-Palmen» tijdens deze bespreking niet op tafel.8
Het rapport van PwC haalt vervolgens een e-mail aan van een medewerker met daarin
aantekeningen van het overleg. Ten aanzien van factsheet 6 stond in deze e-mail:
• «intern memo van 2017 vaktechnisch medewerker (PwC: Vaco Toeslagen (2017)) toeslagen.
Interne memo moeten we hier niet iets mee. Laakbaar handelen. Niet kunnen vaststellen
dat dit in het MT is besproken. Het lijkt ook FIN niet bereikt te hebben.
(...)
• (PwC: Lavaco Toeslagen): (PwC: Vaco Toeslagen (2017)) zegt dat ze niet weet of het
in MT is geagendeerd. Ik heb het uitvoerig besproken met MT1 (PwC: Lid 5 van het MT
Toeslagen (2017)) en (PwC: Teamleider 1 Toeslagen). Haar standpunt is vervolgens niet
verder gevolgd.»9
Vraag 19
Herinnert u zich dat u in de beantwoording van vragen eerder stelde dat de exacte
gang van zaken niet meer te achterhalen is? Kunt u toelichten waarom u in uw beantwoording
/ reconstructie niet ingaat op de informatie uit factsheet 9, behorende bij de notitie
van 14 juni 2019 aan uw voorganger? Bent u bekend met het feit dat in deze factsheet
wordt gesteld: «Op 5 juni 2019 is contact geweest met een plaatsvervangend directeur
Toeslagen die in 2017 bij het CAF 11-dossier betrokken was.»?
Antwoord 19
Ja. Voor het in factsheet 9 genoemde contact verwijs ik naar het rapport van PwC.10
Vraag 20
Welke functionaris heeft op 5 juni 2019 contact opgenomen met deze plaatsvervangend
directeur? Was dit een van de acties als gevolg van de actielijst?
Antwoord 20
Ik verwijs hiervoor naar het rapport van PwC. De Algemeen Directeur Toeslagen heeft
contact gehad met een lid van het MT Toeslagen (2017). De reconstructie van de Algemeen
Directeur Toeslagen (2019) is dat dit is gedaan als opvolging van deze actiepunten.11
Vraag 21
Is in dit gesprek het memo-Palmen uit 2017 aan de orde geweest? Bent u bereid om bij
beide betrokkenen te verifiëren wat exact in dit gesprek aan de orde is gekomen, en
of dit ook zag op het memo-Palmen?
Antwoord 21
Ik verwijs hiervoor naar het rapport van PwC. De Algemeen Directeur Toeslagen (2019)
heeft contact gehad met een lid van het MT Toeslagen (2017). Dat het «memo-Palmen»
daarvoor aanleiding is geweest kon de Algemeen Directeur Toeslagen (2019) zich in
oktober/november 2020 (ten tijde van de POK) niet meer herinneren. Het contact heeft
geleid tot het toesturen van correspondentie over de gesprekken met de advocaat van
een aantal van de betrokken ouders in 2017 (appendices A.10.97 tot en met A.10.100).
De reconstructie van de Algemeen Directeur Toeslagen (2019) is dat dit is gedaan als
opvolging van deze actiepunten.12
Vraag 22
Herinnert u zich de openbaarmaking van documenten in een procedure op grond van de
Wob van 11 december 2020 (over het archief van de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen;
AUT)? Herinnert u zich dat daarin een e-mail van 23 juli 2019 is vrijgegeven, waarin
wordt benadrukt dat de AUT álle notities aan de staatsecretaris over CAF11 wenst te
ontvangen, en alle notities van andere directies? Welk gevolg is hieraan gegeven?
Antwoord 22
Naar aanleiding van deze vraag van de Adviescommissie is aan de hand van trefwoorden
een zoekopdracht uitgevoerd in Digidoc. Het resultaat hiervan (een set documenten
van meer dan 2000 pagina’s) is ter beschikking gesteld aan de AUT.
Vraag 23
Heeft de AUT, ook aangeduid als de adviescommissie-Donner, de beschikking gekregen
over de factsheets, behorende bij de notities van 11 en 14 juni 2019 aan de Staatssecretaris?
Kunt u ook precies vertellen of de AUT beschikte over factsheet 6, waarin het memo
2017 is benoemd?
Antwoord 23
Onderdeel van de set documenten, genoemd bij het antwoord op 22 vormden deze twee
notitie’s. Gebleken is later dat van deze notities alleen de eerste twee pagina’s
zijn geleverd aan de AUT en niet de factsheets waar op deze pagina’s naar verwezen
wordt. Deze slordigheid had niet gemogen.
Vraag 24
Herinnert u zich het verhoor door de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag
van de directeur Toeslagen over het memo-Palmen, waarin onder meer het volgende aan
de orde kwam:
«De heer Van der Lee: Die adviescommissie-Donner, die we al eerder bespraken, is dan
ook met een onderzoek bezig. Dit memo is ook niet gedeeld met die commissie. Waarom
niet?»
«Mevrouw Cleyndert: Omdat de commissie een vrij strakke manier van werken had. Men
stelde ons vragen en zo nu en dan vroegen ze om daar stukken bij te krijgen. Maar
ik herinner me dat we op enig moment ook de commissie hebben aangeboden van: goh,
we hebben hier nog wat stukken. De commissie was toen heel expliciet en zei: nee,
wij zijn degenen die hier de vragen stellen en we zullen aangeven wat we nodig hebben,
maar we hebben ... «Geen behoefte» is misschien een beetje gek een woord, maar men
zei wel: het is niet de bedoeling dat jullie op eigen initiatief allerlei stukken
aan ons aanbieden.»13
Antwoord 24
Ja.
Vraag 25
Kunt u toelichten op welke stukken werd gedoeld door de directeur Toeslagen, toen
zij zei: «Goh, we hebben hier nog wat stukken.» Had dit ook betrekking op het memo-Palmen
uit 2017? Is dit memo aangeboden aan de AUT? Zo nee, waarom niet? Welke ambtelijke
functionarissen waren in deze periode bij de gesprekken met de AUT?
Antwoord 25
Zoals ook op 20 oktober 2020 aangegeven is het memo Palmen niet aangeboden aan de
AUT.14 De reden is dat de ambtelijke contactpersoon pas op 9 maart 2020 op de hoogte was
van het memo. Het is toen niet meer naar de AUT gestuurd. Gedurende het onderzoek
van AUT hebben tientallen ambtelijke functionarissen contact gehad met de AUT. Deze
waren afkomstig van het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid en de Belastingdienst (inclusief Toeslagen).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.