Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over de voortgang van het onderzoek naar het verdwenen memo van de vaktechnisch coördinator uit 2017 (memo-Palmen)
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over de voortgang van het onderzoek naar het verdwenen memo van de vaktechnisch coördinator uit 2017 (memo-Palmen) (ingezonden 22 september 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
30 september 2021).
Vraag 1
Kunt u aangeven wanneer op het ministerie bekend werd dat de berichten gevonden waren
die op 15 juni 2021 naar de Kamer zijn gestuurd?1
Antwoord 1
De ambtelijke en politieke top zijn op vrijdag 11 juni over de betreffende berichten
geïnformeerd. Vanzelfsprekend waren de berichten al eerder bekend bij de betrokken
medewerkers en deze zijn in maart 2021 ook verstrekt aan PwC.
Vraag 2
Had u het opduiken van de berichten dat er met kapitalen «geadviseerd» werd het document
(memo-Palmen) niet te archiveren met de Kamer gedeeld als er geen media-aandacht voor
was geweest op vrijdag 11 juni 2021?2
Antwoord 2
Ik heb deze berichten gedeeld op verzoek van uw Kamer. Zoals ik in mijn brief van
15 juni 2021 ook heb aangegeven, vond ik het verstrekken van deze berichten in dit
geval ingewikkeld. Ik vind het namelijk onwenselijk dat geïsoleerde e-mails van individuele
medewerkers op deze manier onderwerp worden van het publieke debat, waarin deze medewerkers
zich niet kunnen verdedigen.
Dat gold des te meer omdat het onderzoek van PwC op dat moment nog in volle gang was.
Op verzoek van uw Kamer heeft PwC een diepgravend onderzoek uitgevoerd naar wat er
precies gebeurd is met het memo. De berichten zijn onderdeel van de stukken die PwC
in het kader van haar onderzoek in maart 2021 heeft ontvangen. PwC had de opdracht
gekregen om een compleet beeld te geven van alles wat er rondom het memo is gebeurd,
op basis waarvan context en duiding gegeven kan worden. Ik hecht er waarde aan om
op basis van dit complete beeld met uw Kamer van gedachten te wisselen. Het had daarom
mijn voorkeur gehad om deze stukken gelijktijdig met het onderzoeksrapport van PwC
en de andere achterliggende stukken met uw Kamer te delen.
Vraag 3
Kunt u aangeven of er nog meer zaken zijn opgedoken waaruit blijkt dat het bewuste
memo-Palmen niet openbaar mocht worden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Hiervoor verwijs ik naar het rapport van PwC. Uit het rapport blijkt niet dat er sprake
is van opzettelijk achterhouden van het memo. De onderzoekers geven aan dat de e-mails
van betrokken medewerkers lijken te impliceren dat het «memo-Palmen» bewust niet zou
zijn gearchiveerd, maar wijzen erop dat de toelichting van de betrokken medewerkers
een ander beeld schetst.3
Ook geven de onderzoekers aan dat het archiveren van de concept factsheets impliceert
dat er geen aanwijzing zou zijn voor het opzettelijk achterhouden van het factsheet
6 met daarin een verwijzing naar het «memo-Palmen».4
Vraag 4
Is het duidelijk of de ambtenaar die mailt dat het memo niet gearchiveerd moet worden
dit in opdracht heeft gedaan? Kunt u uitsluiten dat het in opdracht is gedaan?
Antwoord 4
Hiervoor verwijs ik naar het onderzoek van PwC. Uit het onderzoek van PwC volgt niet
dat dit het geval was.
Vraag 5
Kunt u uitleggen waarom het memo wel naar de Auditdienst Rijk (ADR) is gestuurd in
maart 2020 maar niet aan de parlementaire ondervragingscommissie is gestuurd later
dat jaar?
Antwoord 5
Het memo is op 28 oktober 2021 aan de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag
(POK) gestuurd. Zoals ik eerder aan uw Kamer heb gemeld, is het memo niet eerder verstrekt
omdat het memo het niveau van plaatsvervangend DG of hoger niet had bereikt. Zoals
PwC ook in haar rapport aanhaalt, heeft de POK in de eerste «vordering parlementaire
ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag» d.d. 9 juli 2020 gevraagd om documenten
gericht aan de plv. Directeur-Generaal – of hoger – of bewindspersonen.5 Het memo is niet eerder aan de POK verstrekt omdat het niet voldeed aan de daarvoor
gestelde criteria. Ik deel met uw Kamer dat het beter was geweest als het memo eerder
gedeeld was.
Vraag 6
Kunt u naar aanleiding van het onderzoek van PwC aangeven of de parlementaire ondervragingscommissie
en de Tweede Kamer volledig, uitputtend en zorgvuldig geïnformeerd zijn over wie het
bewuste memo kenden, ingezien hebben, erover beschikten, zowel in 2017 als in 2019?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Ik heb de POK en uw Kamer zo volledig, uitputtend en zorgvuldig mogelijk geïnformeerd
op basis van de beschikbare informatie en inzichten op dat moment.
Vraag 7
Is uiteindelijk helder geworden wat er met het memo is gebeurd; waar het bleef in
2017 en in 2019? En zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ik ben PwC erkentelijk voor het uitgebreide en grondige rapport. Het rapport bestrijkt
meerdere jaren en geeft een overzicht op basis van een groot aantal e-mailwisselingen,
interviews en overleggen aangaande het memo. Hiermee ontstaat een helder beeld van
wat er met het memo gebeurd is. Maar ondanks het grondige werk bevat het rapport geen
alomvattend antwoord op alle vragen. Gelet op de enorme grondigheid van het onderzoek
van PwC, moet ik helaas constateren dat niet alle gebeurtenissen in die week meer
exact te reconstrueren zijn.
Vraag 8
Kunt u toelichten waarom u reden heeft te stellen dat u niet twijfelt aan de verklaringen
die door de voormalig secretaris-generaal en de voormalig directeur-generaal Belastingdienst
zijn afgelegd bij de parlementaire ondervragingscommissie, terwijl u tegelijkertijd
aangeeft dat de ambtelijke top «aangesloten» was bij het bespreken van de factsheets
in juni 2019 – waarin over het bewuste gesproken wordt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Getuigen hebben verklaard op basis van hun eigen herinnering. Ik heb geen aanleiding
om aan hun verklaringen te twijfelen. Hierbij wil ik opmerken dat uit het onderzoek
van PwC niet is gebleken dat het memo in 2017 of 2019 aan deze betrokkenen is verstrekt.6
Vraag 9
Wanneer is het onderzoek naar het verdwenen memo van de vaktechnisch coördinator afgerond?
Kunt u uitleggen waarom het onderzoek vertraagd is?
Antwoord 9
Het onderzoek van PwC heb ik gelijktijdig met de beantwoording van deze vragen aan
uw Kamer gezonden.
Vraag 10
Kunt u het onderzoek van PwC onverwijld naar de Kamer sturen als het klaar is?
Antwoord 10
Het onderzoek van PwC heb ik gelijktijdig met de beantwoording van deze vragen aan
uw Kamer gezonden.
Vraag 11
Kunt u toezeggen dat de aan PwC verstrekte documenten allemaal openbaar worden gemaakt,
waaronder zeker ook e-mail- en appverkeer van de onderzochte ambtenaren en politieke
functionarissen? Zo ja, wanneer worden die documenten openbaar?
Antwoord 11
In de onderzoeksopdracht aan PwC is opgenomen dat alle onderliggende (bron)documenten
en andere bescheiden die betrokken zijn in het onderzoek, in beginsel worden opgenomen
in een openbaar archief en geplaatst op het informatiepunt Kinderopvangtoeslag.7 PwC heeft daartoe een appendix bij het rapport opgesteld met de documenten die ondersteunend
zijn in aan in dit rapport benoemde feiten. Deze appendix is met het rapport openbaar
geworden.
Vraag 12
Kunt u ervoor zorgen dat direct na ommekomst van het rapport van PwC eindelijk de
Kamervragen van het lid Omtzigt van januari 2021 een voor een beantwoord worden?8
Antwoord 12
De antwoorden op de openstaande vragen van het lid Omtzigt zijn gelijktijdig met deze
antwoorden aan de Kamer gestuurd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.