Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Thijssen over de oorzaken van de wateroverlast in Limburg
Vragen van het lid Thijssen (PvdA) aan de Staatsseceratris van Economische Zaken en Klimaat, de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister-President over de oorzaken van de wateroverlast in Limburg (ingezonden 23 juli 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat), mede
namens Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 24 september 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3737.
Vraag 1
Kent u de berichten «Rutte bezoekt watersnoodgebied, ziet link met klimaatverandering»1 en «Nederland krijgt vaker te maken met extreme regenval»2?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening van onder ander het KNMI, het klimaatpanel van de Verenigde Naties
en andere wetenschappers dat extreem weer als gevolg van de klimaatverandering vaker
voor zal gaan komen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom deelt u die mening niet en welke
oorzaken voor het naar verwachting vaker voorkomen van extreem weer ziet u dan wel?
Antwoord 2
Ja, zowel het nieuw uitgekomen IPCC-rapport3 als een recente studie4 uitgevoerd door een groep van internationale wetenschappers, waaronder wetenschappers
van het KNMI, bevestigen dat er een verband is tussen klimaatverandering en het vaker
optreden van extreem weer. Bij voortgaande klimaatverandering is steeds meer extreem
weer te verwachten. Voor de Noordwest-Europese regio gaat het daarbij met name om
meer extreme neerslag, meer hitte-extremen en mogelijk het optreden van droogte. Mede
als gevolg van klimaatverandering is het te verwachten dat in Nederland extremere
hoog- en laagwaterstanden steeds vaker voorkomen.
Vraag 3
Vindt u het nu wel passend om stellige uitspraken te doen over het verband tussen
klimaatverandering en het risico op rampen zoals in Limburg? Zo ja, hoe ziet u dat
verband dan? Zo nee, waarom nog steeds niet?
Antwoord 3
Het recente rapport waar het KNMI aan heeft meegewerkt constateert dat de hevige regenval
die zorgde voor ernstige overstromingen afgelopen juli in Duitsland, Luxemburg, België
en Nederland samenhangt met klimaatverandering. Zowel de kans op als de intensiteit
van dergelijke hevige regenval is door klimaatverandering aanzienlijk groter geworden.
De kans op een soortgelijke zware regenval is sinds 1900 met een factor tussen 1,2
tot 9 toegenomen en kan zich nu op een bepaalde locatie eens in de 400 jaar voordoen.
Ook blijkt uit de studie dat klimaatverandering de intensiteit van regenval in het
zomerseizoen in de West-Europese regio heeft doen stijgen met ongeveer 3 tot 19% ten
opzichte van het klimaat rond 1900 toen de wereld gemiddeld 1,2 °C koeler was dan
vandaag. Verdere klimaatverandering vergroot zowel de kans op extreme neerslag als
de intensiteit.
Vraag 4
Deelt u de mening dat alleen met het uitvoeren van de Green Deal en andere klimaatdoelen
en -instrumenten de kans op het voordoen van extreem weer en daarmee ernstige wateroverlast
niet nog verder zal vergroten? Zo ja, deelt u dan ook de mening dat ook om herhaling
van de ramp in Limburg of zelfs nog zwaardere rampen te voorkomen, die klimaatdoelen
met alle daarvoor nodige middelen gehaald moeten worden? Zo nee, waarom deelt u die
mening niet en hoe gaat u dan wel herhaling van rampen zoals in Limburg voorkomen?
Antwoord 4
Door toename van de temperatuur neemt de kans op weersextremen toe. Daarmee neemt
ook de kans op schade door weersextremen toe. Om de toename van de kans op het voordoen
van extreem weer en daarmee ernstige wateroverlast te stoppen, is het zaak de broeikasgasemissies
naar nul terug te brengen. Daarom heeft het kabinet de afgelopen jaren ingezet op
ambitieuze klimaatdoelen en -instrumenten, zowel nationaal als in de EU. Het uitvoeren
van de Europese Green Deal, waar over de exacte invulling nu de onderhandelingen beginnen,
zal er voor zorgen dat de EU uiterlijk in 2050 klimaatneutraal is. Hieronder vallen
de doelen uit de Europese Klimaatwet en het fit-for-55 pakket.
Om het risico op ernstige wateroverlast als gevolg van extreem weer te verlagen, wordt
ook ingezet op klimaatadaptatieve maatregelen. De wateroverlastsituatie in de Maasvallei
onderstreept het belang tempo te houden met het klimaatadaptief en waterrobuust inrichten
van onze fysieke leefomgeving. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft
op 27 juli jongstleden aan uw Kamer het voornemen gemeld om een beleidstafel in te
richten. Doel is met alle betrokken partijen de leerpunten van de wateroverlast in
Limburg te vertalen naar concrete adviezen voor Limburg en voor andere delen van Nederland.
Gemeenten, provincies en waterschappen voeren iedere zes jaar klimaatstresstesten
uit om een beeld te krijgen van de risico’s die zich kunnen voordoen bij extreem weer.
Op basis van de uitkomsten van de stresstesten stellen ze in overleg met betrokken
stakeholders uitvoeringsplannen op. Het rijk ondersteunt het versneld nemen van maatregelen
en uitvoeren van de uitvoeringsplannen door de tijdelijke impulsregeling klimaatadaptatie.
Het is een belangrijke en grote opgave om de inrichting van het stedelijk en landelijk
gebied en riviersystemen aan te passen aan het extremere weer en bijvoorbeeld meer
ruimte aan water te geven. Bij nieuwe ruimtelijke ingrepen zoals woningbouw is het
de opgave om de locatie meteen klimaatrobuust in te richten. Overheden, bedrijven,
organisaties en inwoners hebben hier allemaal een rol bij en hiervoor zijn in de komende
jaren ingrijpende keuzes en financiële middelen nodig. Gemeentes, waterschappen en
provincies staan meestal aan de lat voor het nemen van ruimtelijke maatregelen. De
noodzaak om ons aan te passen aan de klimaatverandering en de gevolgen daarvan zijn
door het kabinet al langer ook wereldwijd op de agenda gezet, via de instelling van
de Global Commission on Adaptation en bijvoorbeeld tijdens de Climate Adaptation Summit
van 25 januari jongstleden.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het niet de vraag kan zijn of de genoemde klimaatdoelen haalbaar
zijn maar hoe ze gehaald moeten gaan worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Deelt u de mening dat gezien de vele nadelige gevolgen van de klimaatverandering voor
mens en natuur,waaronder rampen, u onverkort positief zou moeten reageren op de voorstellen
van de Europese Commissie, zoals verwoord in het «Fit for 55»-pakket? Zo ja, wanneer
gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Klimaatverandering levert grote risico’s op voor Nederland doordat de zeespiegel stijgt,
weersextremen vaker optreden met hittegolven, droogte en overstromingen tot gevolg
en waarbij de inheemse biodiversiteit verder onder druk komt te staan. Deze veranderingen
zorgen voor grote (maatschappelijke) kosten. De energietransitie is nodig om de risico’s
van klimaatverandering te beperken en biedt Nederland tegelijkertijd ook kansen. Door
de energietransitie goed te bewerkstelligen, blijft de Nederlandse economie toekomstbestendig.
Het kabinet is daarom altijd voorstander geweest van en heeft actief gepleit voor
het Europese reductiedoel van ten minste 55%. Het kabinet is daarmee onverkort positief
dat dit juridisch is vastgelegd in de EU Klimaatwet en dat er inmiddels een ambitieus
pakket aan maatregelen is gepresenteerd om deze doelen te halen. Het kabinet acht
het van belang dat deze ambitie behouden wordt en zal hier ook in Europa voor blijven
pleiten tijdens de onderhandelingen, zodat het doel van ten minste 55% ook daadwerkelijk
wordt behaald in Europa. Het kabinet zal de Kamer in september voorzien van een uitgebreide
reactie op de individuele voorstellen in het fit-for-55 pakket middels BNC-fiches.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.