Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Grinwis en Rajkowski over het bericht 'Miljoenenstrop dreigt voor vier grote zenders bij verlenging FM-vergunning'
Vragen van het lid Grinwis (ChristenUnie) en Rajkowski (VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Miljoenenstrop dreigt voor vier grote zenders bij verlenging FM-vergunning» (ingezonden 6 september 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 24 september
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Miljoenenstrop dreigt voor vier grote zenders bij verlenging
FM-vergunning»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe rijmt u de aangenomen motie-Grinwis c.s. (Kamerstuk 24 095, nr. 537) om in goede samenspraak met VCR en NLCR te komen tot een vergoeding met de genoemde
starre opstelling van EZK-ambtenaren en de opmerking dat de gesprekken muurvast zitten?
Antwoord 2
Conform de procedure die ook gevolgd is bij de eerdere verlengingen van deze vergunningen
zijn betrokken partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het conceptrapport
van SEO door middel van een zgn. preconsultatie. Gedurende de afgelopen weken hebben
diverse gesprekken plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van de Verenging voor
Commerciële Radio (VCR) en vertegenwoordigers van het Ministerie van EZK over het
conceptrapport.
Op 16 juli 2021 heeft de VCR ook nog een schriftelijke reactie ingediend.
De VCR heeft daarbij aangegeven het ministerie erkentelijk te zijn dat zij kennis
heeft mogen nemen van het conceptrapport van SEO en in de gelegenheid is gesteld om
(via de preconsultatie) te mogen reageren op het rapport alvorens het wordt vastgesteld.
De binnengekomen reactie is zorgvuldig gewogen met inachtneming van het geldende wettelijk
kader waar ik aan gehouden ben. Naast een deugdelijke juridische motivering van de
verschuldigde verlengingsprijzen ben ik ook gehouden aan een correcte toepassing van
het Europese staatssteunkader. De economische waarde van de vergunningen dient (geheel)
in de verlengingsprijs tot uitdrukking te worden gebracht. Zowel met het oog op doelmatig
frequentiegebruik als om te voorkomen dat de verlenging kan worden aangemerkt als
een verboden vorm van staatssteun aan de huidige vergunninghouders. Daarnaast is het
belangrijk om een verstoring van het gelijke speelveld (het level playing field) te
voorkomen. Een marktconforme verlengingsprijs dient daartoe.
De ingebrachte reactie van de VCR van 16 juli jl. heeft SEO geen aanleiding gegeven
om grote aanpassingen in het conceptrapport door te voeren. Het rapport met de daarin
opgenomen berekeningen is daarmee dan ook definitief vastgesteld.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat hoe hoger de prijs van de noodverlenging, hoe lager de investeringen
zullen zijn in digitale etherradio en daarmee het ingezette beleid met als uitgangspunt
digitalisering van de radiosector wordt gestremd en er dus voor de langere termijn
minder stabiliteit en rust is op de commerciële radiomarkt? (Kamerstuk 24 095, nr. 545.) Zo niet, waarom?
Antwoord 3
De radiosector en de Kamer hebben gevraagd om de commerciële radiovergunningen te
verlengen voor een periode van drie jaar. Doel van deze verlenging is – conform de
motie-Van den Berg2 – om commerciële radiopartijen in staat te stellen additionele financiering aan te
trekken en zo de gevolgen van de coronacrisis te mitigeren en de continuïteit van
de sector te waarborgen. Partijen die wensen te verlengen dienen hiervoor wel een
marktconforme vergoeding te betalen die is vastgesteld conform de daarvoor geldende
wet- en regelgeving, met inachtneming van de meest recente economische vooruitzichten.
Hiervoor heeft SEO de berekeningen gemaakt in lijn met de eerder haar gehanteerde
methodiek (zie verder ook het antwoord op vraag 5).
Ik ben bereid om de commerciële vergunningen te verlengen voor de gevraagde periode
van drie jaar. Dit zorgt voor de beoogde rust en stabiliteit in de sector, in ieder
geval tot 2025. Daarnaast blijkt uit het rapport van SEO en uit projecties van het
CPB dat de vooruitzichten voor de commerciële radiosector gunstig zijn (zie ook het
antwoord op vraag 5). Ik zie daarom niet in waarom bij een verlenging van 3 jaar tegen
een marktconforme prijs de investeringen in digitalisering afgeremd zouden worden.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat beleid dat leidt tot lagere investeringen in de digitalisering
van radio en daarmee vertraging van die digitalisering niet strookt met de aangenomen
motie-Bruins c.s. (Kamerstuk 24 095, nr. 523) en niet strookt met de afspraken die gemaakt zijn met de commerciële radiosector
om jaarlijks te investeren in digitalisering? Zo niet, waarom?
Antwoord 4
In mijn brief van 8 juli 2021 ben ik uitgebreid ingegaan op de digitalisering van
de Nederlandse etherradio (via DAB+) en op alle beleidsacties en initiatieven die
hiertoe in de afgelopen jaren alsmede in de toekomst worden genomen.3 Digitalisering is overigens niet alleen een zaak van de houders van de vier landelijke
commerciële radiovergunningen die nu een marktconforme vergoeding moeten betalen voor
de driejarige verlenging van hun (ongeclausuleerde) vergunning. De digitalisering
van de etherradio is een (internationaal) samenspel van een diverse groep van landelijke,
regionale en lokale radiostations (zowel publiek als commercieel), netwerk operators,
de retailsector en de automotive industrie die hier ieder op zijn eigen manier een
bijdrage aan levert.
Voor wat betreft de toezegging van landelijke commerciële radiosector om additioneel
te investeren in digitalisering (bijvoorbeeld in marketing), ga ik er vanuit dat zij
hiermee ook na 2022 onverminderd doorgaan aangezien dit ook in hun eigen belang is.
Vraag 5
Vindt u een vergoeding voor de noodverlenging die het 7- tot 13-voudige kost van de
huidige vergunningsprijs proportioneel en daarmee maatschappelijk verantwoord? Zo
nee, hoe rijmt u dan de aangenomen motie-Grinwis c.s. (Kamerstuk 24 095, nr. 537) met de genoemde verveelvoudiging?
Antwoord 5
De bepaling van de hoogte van de verlengingsprijzen voor de landelijke commerciële
radiovergunningen voor een periode van drie jaar dient binnen de juridische context
van de Telecommunicatiewet plaats te vinden, rekening houdend met alle belangen in
de desbetreffende markt.
Ik heb daarom, net als bij eerdere verlengingen, SEO Economisch Onderzoek (SEO) gevraagd
met een onafhankelijk advies te komen. SEO heeft in lijn met de al eerder door haar
gehanteerde methodiek – de verlengingsprijzen berekend. SEO heeft bij de waardebepalingen
van het radiospectrum in de afgelopen jaren invulling gegeven aan het juridisch kader
van de Telecommunicatiewet door de economische waarde te berekenen op basis van de
zgn. opportuniteitskosten. Dit is de waarde die een efficiënte nieuwe toetreder toekent aan de vergunning, rekening houdend met de looptijd ervan. Deze waarde is
tevens gelijk aan de uitkomst van een hypothetische veiling. De waarderingsmethode
voor een verlenging van drie jaar moet zo dicht mogelijk aansluiten bij de eerder
door SEO gehanteerde systematiek.
Het gaat bij deze tijdelijke verlenging om een zeer korte periode, waardoor het niet
mogelijk is om daarvoor een zelfstandige verlengingsprijs te berekenen. Daarom heeft
SEO bij het vaststellen van de verlengingsprijs de drie jaar van de komende verlenging
opgeteld bij de lopende verlengingsperiode van vijf jaar (2017–2022).
Het is juist dat de bedragen dit keer hoger uitvallen dan bij de vorige verlenging
in 2017. Als de nieuwe bedragen voor drie jaar verlengen echter worden opgeteld bij
de bedragen van de vorige verlenging (van vijf jaar) dan zijn de bedragen voor een
totale periode van acht jaar nog steeds aanmerkelijk lager dan de bedragen die zijn
betaald voor de zesjarige verlengingsperiode in het tijdvak 2011–2017. Dit plaatst
de bedragen in een breder perspectief en er kan dus niet in algemene zin gesteld worden
dat partijen nu velen malen meer moeten betalen dan voorheen.
Om de verlengingsprijzen te berekenen voor toekomstige jaren is het van belang om
inschattingen c.q. prognoses te maken. SEO heeft daarom voor de berekeningen van de
verlengingsprijzen gebruik gemaakt van de projecties van het Centraal Plan Bureau
(CPB) voor de groei van het bruto binnenlands product (en het bijbehorende prijspeil)
in de periode tot en met 2025. SEO gaat daarbij uit van de meest conservatieve inschattingen
hoewel de economie aan het herstellen is.
De prognoses zijn echter dusdanig gunstig dat het verdienpotentieel van de ongeclausuleerde
landelijke vergunningen voor de komende drie jaar circa het viervoudige is van hetgeen
deze partijen moeten afdragen.
Het verdienpotentieel van een vergunning is van cruciaal belang bij het vaststellen
van een marktconforme vergoeding op grond van artikel 3.15 van de Telecommunicatiewet.
Naast een deugdelijke motivering van de verschuldigde bedragen ben ik ook gehouden
aan een correcte toepassing van het staatsteunkader. De reële economische waarde van
de vergunningen op basis van recente economische vooruitzichten dient daarom (geheel)
in het bedrag te worden uitgedrukt, zowel met het oog op doelmatig frequentiegebruik
als om te voorkomen dat de verlenging kan worden aangemerkt als een verboden vorm
van staatssteun aan de huidige vergunninghouders.
Onder een proportionele en daarmee maatschappelijk verantwoorde vergoeding versta
ik dan ook een marktconforme vergoeding die – conform de Telecommunicatiewet – aansluit
bij de reële waarde die deze vergunningen in de toekomst vertegenwoordigen. In de
berekeningen van SEO zijn overigens ook de gevolgen van de coronacrisis verdisconteerd
met als gevolg dat de bedragen hierdoor lager uitvallen. De bovengenoemde bedragen
voor een verlenging met een termijn van drie jaar houden derhalve eveneens rekening
met de economische schade aan en krimp van de markt waar de motie-Grinwis c.s. naar
verwijst en waar ik uitvoering aan geef.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat een vergoeding die tientallen miljoenen euro’s meer kost
haaks staat op de oorspronkelijke reden van de noodverlenging, namelijk het opvangen
van geleden verliezen als gevolg van de Coronacrisis en het bevorderen van economisch
herstel?
Antwoord 6
De effecten van de coronacrisis, die ons allemaal raakt, heeft vorig jaar ook grote
gevolgen gehad voor de commerciële radiopartijen door het teruglopen van de advertentie-inkomsten.
Ik ben daarom conform de wens van uw Kamer overgegaan tot een tijdelijke verlenging
voor een termijn van drie jaar. Doel van deze verlenging is – conform de motie-Van
den Berg4 – om commerciële radiopartijen in staat te stellen additionele financiering aan te
trekken om zo de gevolgen van de coronacrisis te mitigeren en de continuïteit van
de sector te waarborgen. Het verlengen van de commerciële radiovergunningen heeft
uitdrukkelijk niet tot doel om geleden verliezen c.q. geleden schade te vergoeden.
De Telecommunicatiewet geeft hiertoe ook geen ruimte. Indien partijen een verlenging
wensen, dienen zij wel bereid te zijn een marktconforme vergoeding te betalen die
is vastgesteld conform de daarvoor geldende wet- en regelgeving, met inachtneming
van de meest recente economische vooruitzichten. Voor de hoogte van deze verlengingsprijzen
is het toekomstige verdienpotentieel daarbij het uitgangspunt.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de rekenmethode die door SEO is gebruikt om te komen tot een vergoeding
voor de noodverlenging, waarbij gerekend wordt alsof de vergunning bij aanvang voor
8 jaar zou zijn afgegeven in plaats van dat naar de huidige context wordt gekeken?
Antwoord 7
Zoals eerder door mij aangegeven dient bij een verlenging – zowel met het oog op doelmatig
frequentiegebruik als om te voorkomen dat de verlenging kan worden aangemerkt als
een verboden vorm van staatssteun aan de huidige vergunninghouders een marktconforme
verlengingsprijs berekend te worden. De economische waarde van de vergunningen dient
(geheel) in die prijs tot uitdrukking gebracht te worden. Onderzoeksbureau SEO is
door mij gevraagd om de verlengingsprijzen te berekenen. De waarderingsmethode voor
de verlenging moet daarbij zo dicht mogelijk aansluiten bij de eerder door SEO gehanteerde
systematiek. Temeer daar deze systematiek is getoetst en goedgekeurd door het College
van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
SEO berekent de verlengingsprijzen op basis van de zgn. opportuniteitskosten. Dit
is de waarde die een efficiënte nieuwe toetreder toekent aan de vergunning, rekening
houdend met de looptijd ervan. Deze waarde is tevens gelijk aan de uitkomst van een
hypothetische veiling. Omdat het hier gaat om een tijdelijke verlenging voor een zeer
korte periode, is het niet mogelijk is om daarvoor een zelfstandige verlengingsprijs
te berekenen. Daarom heeft SEO bij het vaststellen van de verlengingsprijs de drie
jaar van de komende verlenging opgeteld bij de lopende verlengingsperiode van vijf
jaar. Ik vind dit, gelet op de omstandigheden, een goede uitkomst en de conclusies
uit het SEO-rapport neem ik daarom over.
Vraag 8
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de bovengenoemde moties Bruins c.s. en Grinwis c.s. goed
en compleet uitgevoerd worden en conform deze moties en de roep en welwillendheid
van de sector u komt tot een prijs voor de noodverlenging van de FM-vergunningen die
proportioneel en maatschappelijk verantwoord is, recht doet aan de oorspronkelijke
reden van de noodverlenging en de beleidsdoelen van het ministerie rondom DAB+?
Antwoord 8
Onder een proportionele en daarmee maatschappelijk verantwoorde vergoeding versta
ik een marktconforme vergoeding die conform de Telecommunicatiewet aansluit bij de
reële waarde die deze vergunningen in de toekomst vertegenwoordigen. In de berekeningen
van SEO zijn overigens ook de gevolgen van de coronacrisis verdisconteerd met als
resultaat dat de bedragen hierdoor lager uitvallen. De bedragen voor een verlenging
met een termijn van drie jaar houden derhalve eveneens rekening met de economische
schade aan en krimp van de markt waar de motie-Grinwis c.s. naar verwijst en waar
ik dus uitvoering aan geef.
Over de motie-Bruins heb ik u uitgebreid geïnformeerd in mijn brief van 8 juli 20215 (zie ook het antwoord op vraag 4).
Vraag 9
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 9
Zie bovenstaand.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.