Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Peter de Groot over de brief ‘Beperkingen op de Haringvlietbrug voor het wegverkeer en de scheepvaart’
Vragen van het lid Peter de Groot (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de brief «Beperkingen op de Haringvlietbrug voor het wegverkeer en de scheepvaart» (ingezonden 1 juli 2021).
Antwoord van Minister Visser (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 24 september
2021).
Vraag 1
Zijn de huidige beperkingen getoetst op degelijkheid (veiligheid en levensduur) zodat
er geen verdere maatregelen hoeven te worden genomen? Op welke wijze wordt gemonitord?
Waar is de snelheidsbeperking van 50 km/u op gebaseerd?1
Antwoord 1
In de besluitvorming voor de maatregelen heeft het veilig beschikbaar houden van de
brug tot aan de vervanging voorop gestaan. Toen duidelijk werd dat de maatwerk oplossing
(met de aannemer ontworpen klemmen) niet afdoende bleek om de veiligheid voor het
weg- en vaarverkeer bij het gebruik van de brug te borgen, is over gegaan tot een
plan voor het terugbrengen van de maximumsnelheid op de Haringvlietbrug van 100 km/u
naar 50 km/u. Door het verlagen van de snelheid voor het verkeer op de Haringvlietbrug
nemen naar verwachting de trillingen af, wat een gunstig effect heeft op de levensduur
van de brug. De monitoring zal door wekelijkse inspecties van de brug plaatsvinden.
Als de inspecties daartoe aanleiding geven kan besloten worden tot versoepeling van
de maatregelen of in geval van verslechtering juist verdere ingrepen in de beschikbaarheid
van de brug. Op dit moment is er geen aanleiding om hiertoe over te gaan. De komende
maanden wordt gemonitord wat de effecten zijn van de genomen maatregelen. Komende
maanden zal moeten blijken of versoepelingen voor het scheepsvaartverkeer mogelijk
zijn. Op basis van de huidige informatie zijn voor het wegverkeer tot na de renovatie
geen versoepelingen te verwachten.
Vrachtwagens hebben een groot aandeel in de trillingen. Die mogen normaal gesproken
80 km/u rijden. Een snelheidsverlaging tot 70 km/u of 60 km/u is een te geringe verlaging
ten opzichte van de huidige maximaal toegestane snelheid. Daarom is de maximum snelheid
op basis van expert judgement van Rijkswaterstaat verlaagd tot 50 km/u.
Voor een verbod op vrachtverkeer is niet gekozen. Met de afsluiting voor vrachtverkeer
van de Merwedebrug in 2017, is duidelijk geworden dat een verbod niet wenselijk is.
Naast dat dit om een intensieve handhaving vraagt, resulteert dit in aanvullende verkeershinder
en levert dit gevaarlijke verkeerssituaties op.
In een expertmeeting van Rijkwaterstaat zijn verschillende opties onderzocht om de
bevestiging van de klemmen te verbeteren of om op andere wijze de levensduur van de
brug te verlengen. Hierbij zijn naast de gekozen maatregelen de volgende opties verkend:
Vervanging rijdek: er is gekeken naar vervanging van het aluminium rijdek door een houten rijdek of
een nieuw aluminium dek. De voorbereiding daarvan vergt veel tijd en de maatregel
is kostbaar (enkele tientallen miljoenen). Voor de uitvoering zou de brug enkele weken
gestremd moeten worden. Bovendien dient de geplande vervanging van de klep alsnog
plaats te vinden in 2023.
Tijdelijke vaste brug: deze maatregel vergt veel voorbereidingstijd, omdat een nieuwe planfase gestart moet
worden. Daardoor zal een tijdelijke vaste brug niet eerder gereed zijn dan wanneer
de brug via het reguliere traject van een nieuwe klep wordt voorzien. Bovendien kan
de hoge scheepvaart de brug dan helemaal niet meer passeren.
Aanpassen klemmen: het ontwerp van de nieuwe klemmen is in 2017 tot stand gekomen uit een expertmeeting
van Rijkswaterstaat met verschillende aannemers en ingenieursbureaus. Daarbij is in
de verschillende fases van het ontwerpen van de nieuwe klemmen, constant het ontwerp
gevalideerd en geverifieerd. Na fabricage zijn er verschillende proeven gedaan en
in 2018 zijn de klemmen aangebracht bij de brug. De nieuwe klemmen hebben echter tot
onvoldoende resultaat geleid. In de klem moet de juiste voorspanning aanwezig zijn
om vast te blijven zitten. De wijze van bevestiging van de klemmen is van invloed
op het bereiken van de benodigde voorspanning. Momenteel wordt nader onderzocht of
een andere wijze van bevestiging mogelijk is. Er is op dit moment echter nog geen
zicht op een oplossing.
Vrachtwagens links laten rijden: vooral de klemmen onder de rechter rijstrook hebben te lijden onder het vele vrachtverkeer.
Door het vrachtverkeer links te laten rijden kan de rechter rijstrook ontlast worden.
Dit leidt echter tot onveilige situaties, omdat weggebruikers niet gewend zijn aan
een dergelijke situatie.
Vraag 2
Op welke wijze zijn marktpartijen betrokken geweest bij het vinden van (innovatieve)
tijdelijke oplossingen om de Haringvlietbrug tot aan de definitieve renovatie in volledige
bedrijfsstand te houden?
Antwoord 2
Om de staat van de brug zo lang mogelijk in volledige bedrijfstand te houden, heeft
Rijkswaterstaat samen met een aantal aannemers en ingenieursbureaus als tijdelijke
oplossing in 2017 nieuwe klemmen ontworpen waarmee de aluminium platen aan de klep
van de brug in 2018 zijn bevestigd. Helaas blijken ook deze klemmen los te trillen
door de zware belasting van de brug. Op dit moment wordt nader onderzocht of de klemmen
door een andere wijze van bevestiging bestendiger tegen trillingen worden. Er is echter
nog geen concreet zicht op een oplossing.
Vraag 3
Zijn alle mogelijkheden in kaart gebracht om het definitieve onderhoud aan de brug
(beweegbare deel) naar voren te kunnen halen om zodoende sneller dit probleem op te
lossen? Zorgt extra budget voor beheer en onderhoud voor een versnelling van dit project?
Antwoord 3
Rijkswaterstaat doet er alles aan om de vervanging van het beweegbare deel van de
brug zo snel mogelijk te realiseren. De planning is daarom al maximaal versneld. Zo
is een versnelde marktbenadering toegepast, waarbij de aannemer eerder betrokken wordt
bij het uitwerken van de oplossing. Ook is de interne kwaliteitstoetsing parallel
uitgevoerd aan het opstellen van de contractstukken. De kosten van de geplande vervanging
van het beweegbaar deel van de brug zijn gedekt binnen het programma Vervanging en
Renovatie. Extra budget voor beheer en onderhoud zal voor dit specifieke object niet
bijdragen aan verdere versnelling.
Vraag 4
In welke mate speelt het tekort in budgetten, en het schuiven van budgetten, voor
instandhouding een rol bij de problematiek aan de brug?
Antwoord 4
In het specifieke geval van de Haringvlietbrug is dit geen bepalende factor geweest.
De renovatie was voorzien en gedekt binnen het programma Vervanging en Renovatie.
De verwachting was dat de brug voor het wegverkeer tot aan het moment van vervanging
zonder beperking zou functioneren.
Voldoende budget voor instandhouding is nodig om ongewenst uitstel van onderhoud te
voorkomen en objecten tijdig te kunnen renoveren of vervangen. De verwachting is dat
door onvoldoende budget voor instandhouding de komende jaren dit soort situaties zich
zullen gaan voordoen. De kans is groot dat maatregelen als afzettingen en snelheidsverlagingen
nodig zijn, waardoor vertragingen en files toenemen. Dit betreft overigens niet alleen
het hoofdwegennet, maar ook het hoofvaarwegennet en het hoofdwatersysteem. Zie ook
het antwoord op vraag 7.
Vraag 5
Wat zijn concreet de mobiliteitsmaatregelen die u in gaat zetten om zorg te dragen
dat de 66.000 voertuigen die nu per dag over de brug rijden op een goede manier kunnen
blijven doen al dan niet via een alternatieve route?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 5 augustus 2021 (35 570-A, 93) is door samenwerking tussen Rijkswaterstaat, het Openbaar Ministerie en de Veiligheidsregio
een oplossing gevonden om bij een maximum snelheid van 50 km/u twee versmalde rijstroken
in beide richtingen te kunnen handhaven. Hiermee is de doorstroming ten aanzien van
de eerder gecommuniceerde variant verbeterd. Op 23 augustus jl. is deze maatregel
in werking gesteld. Tevens wordt per 4 oktober a.s. in beide richtingen de linkerrijstrook
op de Haringvlietbrug verbreed van 1,95 meter naar 2,35 meter. Hiermee wordt de doorstroming
verder verbeterd, omdat inhalen makkelijker wordt gemaakt. Om de weginrichting aan
te passen, heeft Rijkswaterstaat drie nachtafsluitingen nodig in het weekend van 1
tot 4 oktober. Om de nachtafsluitingen optimaal te benutten en hinder zoveel mogelijk
te beperken, herstelt de aannemer tijdens de afsluitingen ook bestaande asfaltschade.
Daarnaast is de informatievoorziening voor de weggebruiker belangrijk, daarvoor worden
o.a. lokale en regionale media, de Ways2Go-campagne en Flitsmeister ingezet. De weggebruikers
worden, voor ze de weg op gaan, zoveel mogelijk gericht geïnformeerd over alternatieve
routes of modaliteiten. Ook worden weggebruikers opgeroepen om, indien mogelijk, de
auto te laten staan of de spitsen te mijden. De weggebruikers die al op de weg zijn
worden daarnaast met digitale borden en via partners die reisinformatie verstrekken
in de auto geïnformeerd over de verkeerssituatie (reistijden), zodat zij hun routekeuze
tijdens de rit kunnen aanpassen. Aanvullende mogelijkheden worden in overleg met betrokkenen
in kaart gebracht. Een aantal bedrijven, waarvan medewerkers over de brug rijden,
is benaderd met het aanbod om hen een maatwerkadvies te geven. Een groot aantal instrumenten
om maatwerkadvies te geven van onder meer de Verkeersonderneming (Zuid-Holland) is
beschikbaar.
Vraag 6
Bent u bereid om met partijen zoals Transport en Logistiek Nederland (TLN), ANWB en
andere partijen die veel hinder ondervinden van de beperking in gesprek te gaan om
hen te helpen om zo veel mogelijk te worden ontzien gedurende deze stremming? En hoe
gaat het overige wegverkeer goed geïnformeerd worden over deze stremming?
Antwoord 6
Ja. Gedurende de beperkingen zijn we met alle betrokken partners in gesprek om de
hinder en de effecten daarvan zo veel mogelijk te beperken. Zo zijn naast TLN ook
stakeholders als de veiligheidsregio’s, de hulpdiensten, OV-concessiehouders, gemeenten,
provincies en de nautische- en de transportsector betrokken bij de verdere uitwerking
van de maatregelen. De weggebruikers zullen in samenwerking en in overleg met de provincies,
gemeentes en brancheorganisaties voor weg- en vaarwegverkeer zo goed mogelijk worden
geïnformeerd via diverse mediakanalen om de hinder zoveel mogelijk te beperken.
Vraag 7
Hoe groot is het risico dat dit bij meer bruggen die al in de planning zitten voor
renovatie gaat gebeuren? Kan dit worden voorkomen door meer budget voor instandhouding?
Antwoord 7
Komende jaren zullen meer situaties als bij de Haringvlietbrug zich gaan voordoen.
Het einde van de technische levensduur van een groot aantal bruggen, tunnels, viaducten
en sluizen in Nederland is in zicht. Aan het einde van de levensduur neemt de kans
op verstoringen toe. Tot aan een renovatie of vervanging houden we deze bruggen, tunnels
en viaducten extra in de gaten. Ook kunnen zich onverwachte omstandigheden voordoen,
zoals storingen of een mankement. Soms zijn daarom op korte termijn maatregelen nodig
om een brug veilig te kunnen blijven gebruiken. Dit was het geval bij de Haringvlietbrug.
In zo’n geval neemt Rijkswaterstaat maatregelen, zoals het beperken van de snelheid
en/of het deels afsluiten van de brug of tunnel. Dit betreft overigens niet alleen
bruggen, dat geldt ook voor de andere onderdelen in het hoofwegennet, hoofvaarwegennet
of het hoofdwatersysteem. Zoals ik heb gemeld in mijn brief van 10 juni 2021 (Kamerstuk
35 570 A, nr. 61) is er sprake van een tekort op het budget voor instandhouding. Voldoende budget
voor instandhouding is nodig om ongewenst uitstel van onderhoud te voorkomen en objecten
tijdig te kunnen renoveren of vervangen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.