Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Madlener over de problemen veroorzaakt door werk aan de Haringvlietbrug
Vragen van het lid Madlener (PVV) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de problemen veroorzaakt door werk aan de Haringvlietbrug (ingezonden 5 juli 2021).
Antwoord van Minister Visser (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 24 september
2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Miljoenenstrop door files en omrijden door
werk aan Haringvlietbrug: «Absurd en onaanvaardbaar»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom zijn de eerdere signalen uit 2017, waarin duidelijk werd dat er dringend onderhoud
noodzakelijk was, genegeerd en is er niet tijdig reparatie en onderhoud uitgevoerd?
Antwoord 2
De signalen uit 2017 zijn serieus opgepakt. Op basis van de signalen zijn destijds
direct maatregelen getroffen. Zo is de klep met een spoedreparatie versterkt door
een herontwerp van de klemmen. Dit herontwerp is tot stand gekomen uit een expertmeeting
van Rijkswaterstaat met verschillende aannemers en ingenieursbureaus. Aansluitend
is een herberekening uitgevoerd ten aanzien van constructieve veiligheid van de klep.
Uitkomst daarvan was, dat door de reparatie de restlevensduur kon worden opgerekt
tot eind 2022/begin 2023 op voorwaarde dat het aantal brugopeningen beperkt zou worden.
Hier zijn destijds de bestuurlijke partners en verschillende brancheorganisaties (o.a.
Schuttevaer, HISWA-RECRON en TLN) in een daarvoor georganiseerd overleg van op de
hoogte gesteld. Vervolgens is de aanpak van de brug opgenomen in het programma Vervanging
en Renovatie en is gestart met de planfase. Deze planfase is in het eerste kwartaal
van 2021 afgerond en op basis daarvan is gestart met de voorbereiding van de realisatie.
De voorbereiding van de vervanging van de klep van de Haringvlietbrug is inmiddels
in volle gang. In juli 2021 is formeel de aanbesteding gestart. In de voorbereiding
op de aanbesteding en tijdens de planfase hebben al meerdere consultatiegesprekken
met marktpartijen plaatsgevonden. Vanaf medio 2023 vindt naar verwachting de vervanging
van de klep en de vernieuwing van de systemen plaats. Meer duidelijkheid over de haalbaarheid
van deze planning kan begin volgend jaar gegeven worden als de aannemer die het werk
gaat uitvoeren ook gecontracteerd is. Daarnaast zijn er verschillende risico’s die
voor vertraging kunnen zorgen. Hierbij kan gedacht worden aan gevolgen van langere
levertijden voor bouwmaterialen.
Vraag 3
Zijn alle alternatieven onderzocht om de reparatie sneller uit te kunnen voeren en/of
met minder hinder voor het verkeer? Kunt u die alternatieven naar de Kamer sturen?
Antwoord 3
In een expertmeeting van Rijkwaterstaat zijn verschillende opties onderzocht om de
bevestiging van de klemmen te verbeteren of om op andere wijze de levensduur van de
brug te verlengen. Hierbij zijn naast de gekozen maatregelen de volgende opties verkend:
Vervanging rijdek: er is gekeken naar vervanging van het aluminium rijdek door een houten rijdek of
een nieuw aluminium dek. De voorbereiding daarvan vergt veel tijd en de maatregel
is kostbaar (enkele tientallen miljoenen). Voor de uitvoering zou de brug enkele weken
gestremd moeten worden. Bovendien dient de geplande vervanging van de klep alsnog
plaats te vinden in 2023.
Tijdelijke vaste brug: deze maatregel vergt veel voorbereidingstijd, omdat een nieuwe planfase gestart moet
worden. Daardoor zal een tijdelijke vaste brug niet eerder gereed zijn dan wanneer
de brug via het reguliere traject van een nieuwe klep wordt voorzien. Bovendien kan
de hoge scheepvaart de brug dan helemaal niet meer passeren.
Aanpassen klemmen: het ontwerp van de nieuwe klemmen is in 2017 tot stand gekomen uit een expertmeeting
van Rijkswaterstaat met verschillende aannemers en ingenieursbureaus. Daarbij is in
de verschillende fases van het ontwerpen van de nieuwe klemmen, constant het ontwerp
gevalideerd en geverifieerd. Na fabricage zijn er verschillende proeven gedaan en
in 2018 zijn de klemmen aangebracht bij de brug. De nieuwe klemmen hebben echter tot
onvoldoende resultaat geleid. In de klem moet de juiste voorspanning aanwezig zijn
om vast te blijven zitten. De wijze van bevestiging van de klemmen is van invloed
op het bereiken van de benodigde voorspanning. Momenteel wordt nader onderzocht of
een andere wijze van bevestiging mogelijk is. Er is op dit moment echter nog geen
zicht op een oplossing.
Vrachtwagens links laten rijden: vooral de klemmen onder de rechter rijstrook hebben te lijden onder het vele vrachtverkeer.
Door het vrachtverkeer links te laten rijden kan de rechter rijstrook ontlast worden.
Dit leidt echter tot onveilige situaties, omdat weggebruikers niet gewend zijn aan
een dergelijke situatie.
Vraag 4
Hoe verantwoordt u de kosten à 53 miljoen die de transportsector door het slechte
onderhoud nu moet gaan maken?
Antwoord 4
Om de veiligheid van vaarweg- en weggebruikers te kunnen borgen, de brug beschikbaar
te houden voor verkeer en verdere beperkingen te voorkomen, is besloten tot deze maatregel.
Vraag 5
Bent u bereid de schade te vergoeden die belanghebbenden aantoonbaar lijden?
Antwoord 5
Burgers en bedrijven die schade menen te ondervinden door maatregelen van Rijkswaterstaat
kunnen compensatie aanvragen. Deze aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de
Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Waterstaat 2019.
Vraag 6
Zijn er in Nederland meer bruggen waar bijvoorbeeld klemmen en/of platen los aan het
raken zijn?
Antwoord 6
De situatie bij de Haringvlietbrug lijkt geen gevolgen te hebben voor andere bruggen.
De toepassing van een aluminium dek in het hoofdwegennet bij een brug als de Haringvlietbrug
is vrij uniek. Hoewel er meerdere bruggen zijn met een aluminium dek, bijvoorbeeld
die in de Zandkreekdam, worden deze bruggen minder zwaar belast, waardoor de problematiek
bij de Haringvlietbrug voor zover nu bekend op zich zelf staat.
Over het algemeen geldt dat komende jaren meer situaties als bij de Haringvlietbrug
zich zullen gaan voordoen. Het einde van de technische levensduur van een groot aantal
bruggen, tunnels, viaducten en sluizen in Nederland is in zicht. Voor een verdere
toelichting verwijs ik naar het antwoord bij vraag 7 van de heer de Groot (VVD).
Vraag 7
Zijn er situaties denkbaar waarbij het onderhoud van bruggen in zo’n slechte staat
is dat de verkeersveiligheid per direct in het geding is?
Antwoord 7
De inzet van Rijkswaterstaat is erop gericht om de verkeersveiligheid ten alle tijden
de borgen. Veel bruggen, tunnels, viaducten en sluizen in Nederland zijn aan het einde
van de levensduur en moeten worden vervangen of gerenoveerd. Aan het einde van de
levensduur neemt de kans op verstoringen toe. Tot aan een renovatie of vervanging
houden we deze bruggen, tunnels en viaducten extra in de gaten door middel van periodieke
inspecties of monitoring. Ook kunnen zich onverwachte omstandigheden voordoen, zoals
storingen of een mankement. Soms zijn daarom ingrepen nodig om een brug veilig te
kunnen blijven gebruiken, zoals nu bij de Haringvlietbrug. In zo’n geval neemt Rijkswaterstaat
direct maatregelen, zoals het uitvoeren van spoedreparaties en/of het deels afsluiten
van de brug of tunnel. Dit betreft overigens niet alleen bruggen, dat geldt ook voor
de andere onderdelen in het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem.
Vraag 8
Wanneer gaat u fors meer geld investeren in achterstallig onderhoud van onze weginfrastructuur?
Antwoord 8
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u graag naar mijn brief van 10 juni 2021
(Kamerstuk 35 570-A-61) over de instandhouding van de Rijksinfrastructuur. De validatie van PWC│REBEL wijst
uit dat de budgetbehoefte voor de periode 2022–2035 in de orde van gemiddeld € 1 miljard
per jaar hoger ligt dan het beschikbare budget. Dit is exclusief het inlopen van het
uitgesteld onderhoud en nieuwe ontwikkelingen. Met de uitkomsten van de validaties
en de extra kosten die worden voorzien is eind 2020 besloten voor zowel 2022 als 2023
budget naar voren te halen om versneld onderhoudsmaatregelen uit te kunnen voeren.
Per jaar is € 350 mln. aan budget naar voren gehaald. Het streven is om in het kader
van de ontwerpbegroting 2022 en in aanvulling op eerdere impulsen opnieuw middelen
uit latere jaren naar voren te halen om meer onderhoudswerkzaamheden in de periode
tot en met 2023 uit te kunnen voeren. Het nieuwe Kabinet zal een afweging moeten maken
over de financiering van de instandhouding van het hoofdvaarwegennet, hoofdwegennet
en hoofwatersysteem voor de jaren daarna. Zoals ik heb gemeld in mijn brief van 10 juni
2021 (Kamerstuk 35 570-A-61) is er vanaf 2024 sprake van een tekort op het budget voor instandhouding. Voldoende
budget voor instandhouding is nodig om ongewenst uitstel van onderhoud te voorkomen
en objecten tijdig te kunnen renoveren of vervangen.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Peter de Groot
(VVD), ingezonden 1 juli 2021 (2021Z12365) en het lid Stoffer (SGP), ingezonden 2 juli 2021 (2021Z12512)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.