Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over mogelijke bezuinigingen op het openbaar vervoer
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over bezuinigingen op het openbaar vervoer (ingezonden 1 september 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
24 september 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich uw uitspraken tijdens het tweeminutendebat van 8 juli 2021 over bezuinigingen
op het openbaar vervoer, waaronder op sociale veiligheid?1
Antwoord 1
Het is mij bekend dat mijn voorganger tijdens het Tweeminutendebat OV en Taxi op 8 juli
jl. heeft gereageerd op vragen over mogelijke bezuinigingen op het openbaar vervoer,
waaronder op sociale veiligheid.
Vraag 2
Klopt het dat u daarin heeft gesteld dat zorgen over mogelijke bezuinigingen op verbindingen,
frequenties, haltes en/of sociale veiligheid, en hogere tarieven, voorbarig zouden
zijn, omdat in de transitieplannen de aangepaste beschikbaarheidsvergoedingen nog
niet volledig meegenomen zouden zijn? Wat vindt u er nu van?
Antwoord 2
Met de brief van 25 juni jl.2 is uw Kamer geïnformeerd dat de plannen, die dit voorjaar zijn opgesteld door vervoerders
en overheden, er nog van uit gingen dat er na het derde kwartaal van 2021 geen sprake
meer zou zijn van een beschikbaarheidsvergoeding. Dit scenario zou op veel plaatsen
leiden tot een aanzienlijke verschraling van het OV en de dienstverlening. Met het
huidige financiële kader voor 2022 kunnen de vervoerders dit nu actualiseren en in
overleg met hun concessieverlener volgens de reguliere systematiek vertalen in vervoerplannen
voor 2022. De eerdere zorgen omtrent mogelijke drastische bezuinigingen waren dus
gebaseerd op een voorlopig financieel kader, terwijl de constructieve gesprekken daarover
nog liepen. NS werkt ook aan een transitie- en vervoersplan voor 2022 en stemt dit
af met het Ministerie van IenW als concessieverlener. Actualisatie van de vervoerplannen
vindt momenteel plaats. Ik zal u hier dit najaar over informeren.
Vraag 3
Hoe verhoudt dit zich tot berichten dat bijvoorbeeld de RET werkt aan plannen om 26%
te bezuinigen op de sociale veiligheid?3
Antwoord 3
Decentrale overheden en vervoerders moeten en mogen hun eigen afwegingen maken in
de transitie naar een toekomstvast OV-systeem. Volgens de OV-autoriteit MRDH bevat
het in augustus gepubliceerde maatregelenpakket van de RET een mix van vervoerkundige
maatregelen, inzet op sociale veiligheid en besparingen op de interne bedrijfskosten.
De RET heeft daarbij laten weten dat zij geen 26% op het totale budget van sociale
veiligheid bezuinigt, maar 25% op een breder aantal onderdelen. De bezuiniging op
het sociale veiligheid budget is hier slechts een onderdeel van. Dit maatregelenpakket
is afgestemd met de MRDH, als concessieverlener. Zie verder mijn antwoord op vraag
6.
Vraag 4
Bent u ook de hoogte van de nieuwe versoberde dienstregeling die op 30 augustus jl.
is ingegaan? Klopt het dat de diverse spitsritten en de weekendmetro’s zijn geschrapt?
Klopt het dat in Ridderkerk en Albrandswaard ingrijpende versoberingen zijn doorgevoerd?4
Antwoord 4
Volgens de verantwoordelijke OV-autoriteit, MRDH, is er per 30 augustus 2021 geen
sprake van een nieuwe versoberde dienstregeling en het schrappen van spitsritten en
de weekeinde metro. Ten opzichte van het pakket van maatregelen dat begin 2021 is
ingevoerd zijn er per 30 augustus 2021 alleen enkele wijzigingen doorgevoerd. MRDH
geeft aan dat in het plan meer metroritten zitten en op een aantal routes meer busritten
in de spits, beide ten behoeve van het bieden van capaciteit voor de verwachte toename
van de vervoersvraag, en op een aantal andere routes minder bus- en tramritten. De
weekendmetro (vrijdag- en zaterdagnacht) rijdt in Rotterdam al niet sinds maart 2020
omdat de nachthoreca niet open is. Bij heropening daarvan wordt ook de opstart van
de weekendmetro weer in overweging genomen. Volgens MRDH zijn er per eind augustus
2021 een aantal aanpassingen in de dienstregeling voor o.a. Albrandswaard en Ridderkerk.
MRDH heeft laten weten d.m.v. subsidies aan gemeenten voor alternatief lokaal maatwerkvervoer
te zorgen. Voor Ridderkerk betekent dat bijvoorbeeld dat er plannen zijn voor een
extra buurtbus. De aanpassingen zijn door de provinciale OV-autoriteit afgestemd met
de consumentenorganisaties bij MRDH.
Vraag 5
Bent u ook op de hoogte van de bezuinigingen die Hermes inmiddels heeft doorgevoerd?
Klopt het dat het openbaar vervoer daar per 1 januari ingrijpend wordt afgeschaald?
Klopt het dat de frequentie op diverse busdiensten gehalveerd wordt?5
Antwoord 5
Volgens de betreffende OV-autoriteit, namelijk de provincie Noord-Brabant is er bij
Hermes geen sprake van een extra afschaling in 2022 t.o.v. 2021. De dienstregeling
in Zuidoost-Brabant is in 2021 aangepast aan de weggevallen vraag door frequentieverlagingen
toe te passen op hoogfrequente lijnen naar o.a. Eindhoven Airport en de High Tech
Campus Eindhoven, het (tijdelijk) niet meer aanbieden van scholierenlijnen, spitslijnen
en spitsritten en het vervallen van lijnen in de avonduren. De dienstregeling voor
2022 is zo vormgegeven dat Hermes snel en gericht kan opschalen zodra de reizigersaantallen
daar aanleiding toe geven. De aanpassingen zijn door de provinciale OV-autoriteit
afgestemd met het reizigersoverleg Brabant en de gemeenten.
Vraag 6
Denkt u dat het verstandig is dat er bezuinigd wordt op een veilig ov-netwerk, waarbij
ov-surveillanten, boa’s, servicemedewerkers, conducteurs en cameratoezicht samen zorgen
voor voldoende toezicht en een veilige reis?
Antwoord 6
De veiligheid van reizigers en het OV-personeel blijft altijd voorop staan. De vervoerders
hebben laten weten te zullen zorgen voor veilig openbaar vervoer, ook na de bezuinigingen.
De RET, EBS en HTM hebben in hun plannen laten weten (bezuinigings)maatregelen te
nemen die zullen raken aan de omvang en de vorm van de maatregelen die worden genomen
in het kader van de sociale veiligheid van openbaar vervoer. In sommige gevallen betekent
dit bijvoorbeeld verminderde inzet van conducteurs, wat opgevangen zal worden door
middel van o.a. cameratoezicht. Vervoerders zullen de mogelijke effecten van de door
hen voorgenomen maatregelen monitoren, zodat er op tijd bijgesteld kan worden als
daar behoefte aan blijkt te zijn.
Vraag 7
Hoeveel hebben ov-bedrijven inmiddels bezuinigd in de afgelopen tijd vanwege de coronacrisis?
Hoeveel gaan ze nog bezuinigen in de komende periode? Wat zijn de gevolgen hiervan?
Hoeveel ov-bedrijven zullen ritten afschalen?
Antwoord 7
De verantwoordelijkheid voor het regionale OV-aanbod ligt primair bij de regionale
OV-autoriteiten en de vervoerders. Zij zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een
optimaal aanbod en sluiten concessies af waarin hierover afspraken zijn vastgelegd.
De interne bedrijfsvoering en kostenbesparingen van de ov-bedrijven zijn een verantwoordelijkheid
van het management en de aandeelhouders van deze bedrijven. Ik volg de effecten van
de genoemde afspraken in de regionale concessies op het aanbod en de prestaties van
het OV nauwlettend en waar nodig wordt dit besproken in het Nationaal Openbaar Vervoer
Beraad. Het aanbod en de prestaties is immers wat de reiziger er van merkt in de dienstregeling
en de geboden service. In de Kamerbrief van 25 juni jl. en tijdens het tweeminutendebat
OV en Taxi op 8 juli jl. heeft mijn voorganger aangegeven dat ze met de sector een
adequaat OV-voorzieningenniveau heeft afgesproken waarbij grofmazige afschaling ongewenst
is. Voor het stads- en streekvervoer hebben de decentrale overheden en vervoerders
dan ook noodzakelijke maatregelen geïnventariseerd om de continuïteit en kwaliteit
van het vervoer te borgen en de mogelijkheden om het vervoersaanbod te optimaliseren.
Als randvoorwaarde voor de optimalisatie van het aanbod heeft mijn voorganger in het
NOVB afgesproken dat de basisprincipes van beschikbaarheid en veiligheid van het OV
als duurzame mobiliteitsvorm niet in het geding mogen komen. Het is gebruikelijk dat
overheden en vervoerders op concessieniveau (doorlopend) kijken naar de optimalisatie
van het aanbod. Dat was voor de corona pandemie al zo en dat blijft zo. De vervoerders
werken momenteel aan het actualiseren van de vervoerplannen voor 2022 en, zoals aangegeven
in mijn antwoord op vraag 2, informeer ik uw Kamer dit najaar hierover.
Vraag 8
Kunt u uitsluiten dat de versoberingsacties van de ov-bedrijven zullen leiden tot
hogere ritprijzen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
De tarieven voor het regionale vervoer zijn een bevoegdheid van de decentrale overheden
die de concessies verlenen. Het lijkt op dit moment niet voor de hand te liggen dat
decentrale overheden op basis van de versoberingsacties de ritprijzen zullen verhogen.
Het doel van de maatregelen is immers juist de kosten te beperken en mogelijkheden
te zoeken om de dienstregelingen zo te optimaliseren dat vraag en aanbod meer met
elkaar in evenwicht worden gebracht. Dat staat overigens los van de jaarlijkse indexatie
van de tarieven op basis van inflatie en kostenontwikkeling.
Vraag 9
Waarom lopen de ov-bedrijven kennelijk op deze zaak vooruit? Kunt u in overleg treden
met de ov-bedrijven om hun bezuinigingsplannen op te schorten, totdat volledige duidelijkheid
ontstaat over de beschikbaarheidsvergoedingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zie ook mijn antwoord op vraag 2. Met het huidige financiële kader voor 2022 kunnen
de vervoerders hun plannen actualiseren en in overleg met hun concessieverlener volgens
de reguliere systematiek vertalen in vervoerplannen voor 2022. NS werkt ook aan een
transitie- en vervoersplan voor 2022 en stemt dit af met het Ministerie van IenW als
concessieverlener. Actualisatie van de transitieplannen vindt momenteel plaats. Ik
zal u hier dit najaar over informeren.
Vraag 10, 11 en 12
Bent u bereid om de ov-bedrijven voor 100% te compenseren voor de al dan niet tijdelijke
terugval in reizigers als gevolg van corona, ook door structureel veranderde reispatronen,
bijvoorbeeld als gevolg van meer thuiswerken?
Deelt u de mening dat iedere compensatie die minder is dan 100%, toch zal leiden tot
alternatieve compensatie door de ov-bedrijven zelf, die weer zal leiden tot bezuinigingen
op verbindingen, frequenties, haltes en/of sociale veiligheid, en/of hogere tarieven?
Deelt u de mening dat u deze onwenselijke gang van zaken dient te voorkomen door de
ov-bedrijven voor 100% te compenseren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10, 11 en 12
Het openbaar vervoer vervult een belangrijke rol als laagdrempelige en duurzame keuze
van de reiziger in haar/zijn deur-tot-deur reis. Ook voor de langere termijn, wanneer
de reizigersaantallen naar verwachting weer toenemen, moet het OV haar rol kunnen
blijven pakken in de uitdagingen ten aanzien van bereikbaarheid, sociale veiligheid
en duurzaamheid. De beschikbaarheidsvergoeding vergoedt tot 93%–95% van de kosten.
Hiermee is en wordt grofmazige afschaling voorkomen. De vervoerders hebben het afgelopen
jaar geen grote ontslagen hoeven doorvoeren en de reiziger heeft ook tijdens de coronacrisis
kunnen rekenen op betrouwbaar OV. Voor de continuïteit van de OV-sector is het wenselijk
dat vervoerders verliezen zo veel mogelijk kunnen beperken. Daarom is de werking van
de regeling BVOV 2021 aangepast ten opzichte van 2020. Vervoerders kunnen de 5–7%
kosten die niet door de regeling worden vergoed, in overleg met de concessieverleners
invullen. Ook in de regeling voor 2022, waarover uw Kamer op 25 juni is geïnformeerd,
is dit het geval.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.