Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het bericht dat provincie Noord-Holland woningbouw in Callantsoog tegenhoudt
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat provincie Noord-Holland woningbouw in Callantsoog tegen houdt (ingezonden 3 september 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
21 september 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Streep door 32 huizen in Callantsoog; Woningbouw Provincie
vindt het bouwperceel «waardevol gebied»»?1
Antwoord 1
Ja, dit bericht is mij bekend.
Vraag 2
Is het waar dat veel gebied rondom Callantsoog is aangewezen als BPL-landschap (Bijzonder
Provinciaal Landschap)? Hoe kan deze gemeente dan toch uitbreiden en zo het woningtekort
tegen gaan?
Antwoord 2
Het BPL Callantsoog ligt ten noordwesten van het kustdorp Callantsoog. Het BPL-gebied
omvat het voormalig eiland Callantsoog met de bijbehorende kleinschalige polders.
Callantsoog is een kleine kern gelegen binnen de gemeente Schagen. Uit informatie
van de provincie blijkt dat binnen deze gemeente Schagen ruimte is voor woningbouw
bij verschillende binnenstedelijke locaties en kleinschalige (tot 11 woningen) buitenstedelijke
locaties.
Vraag 3
Klopt het dat door de nieuwe omgevingsverordening een groot aantal woningbouwlocaties
van de gemeente Callantsoog is komen te vervallen? Zo ja, om hoeveel woningbouwlocaties
gaat het en om hoeveel woningen?
Antwoord 3
Nee, dit klopt niet.
De vastgestelde Omgevingsverordening houdt rekening met de bestaande woningbouwlocaties.
Daarbij heeft de Provincie Noord-Holland een afweging gemaakt tussen ruimte voor ontwikkelingen
en bescherming van het landelijk gebied. Hiermee zijn geen harde plannen van gemeenten
vervallen. De provincie heeft ook aangegeven harde plannen te respecteren.
Vraag 4
Hoe staat het met het overprogrammeren in de provincie Noord-Holland, hoeveel procent
«hard» voor de komende 5 jaar en hoeveel procent «hard» en «zacht» voor de komende
15 jaar? Hoe staat het met uw toezegging om provincies op te roepen 130% overprogrammeren
toe te staan?
Antwoord 4
Met de provincie Noord-Holland heb ik afgesproken de plancapaciteit te inventariseren
en een overprogrammering te realiseren van tenminste 130%.
Uit de inventarisatie van de plancapaciteit2 blijkt voor de periode tot 2030 in heel Noord-Holland ruim voldoende plancapaciteit
aanwezig te zijn. Daarbij zetten wij de plancapaciteit af tegen de netto bouwopgave.
De bouwopgave is de toename van de woningbehoefte vermeerderd met het inlopen van
het tekort en verminderd met de raming voor de sloop. In Noord-Holland blijkt voor
de periode tot 2030 137% harde en zachte plancapaciteit beschikbaar te zijn ten opzichte
van de netto bouwopgave.
Het aandeel woningen in harde plannen bedraagt tot 2024 45%, in de periode tot 2029
is dat aandeel 32%.
Voor de periode tot 2040 is er nog geen prognose van de bouwopgave en zijn er vanzelfsprekend
meer onzekerheden in de prognose, maar bedraagt het percentage op basis van de huidige
gegevens ongeveer 130% harde en zachte plancapaciteit ten opzichte van de toename
in de woningbehoefte.
Verder verwijs ik u naar de eerdere beantwoording van het bericht dat provincie Noord-Holland
woningbouw in Landsmeer tegenhoudt. Deze vragen werden beantwoord op 2 juni 2021,
met kenmerk 2021Z08082.
Vraag 5
Waarom is er door de provincie Noord-Holland voor gekozen om ook onder voorwaarden
geen kleinschalige woningbouw toe te staan in de BPL-gebieden in Noord-Holland-Noord?
Welk signaal wordt er hiermee afgegeven aan initiatiefnemers voor bouwprojecten als
’t Hof van Callantsoog?
Antwoord 5
De provincie Noord-Holland geeft aan dat de omgevingsverordening van de provincie
Noord-Holland kleinschalige woningbouw (tot 11 woningen) toestaat binnen BPL-gebieden
buiten de MRA. Het project ’t Hof van Callantsoog valt, met 32 woningen, hiermee niet
onder kleinschalige woningbouw.
Vraag 6
Deelt u de mening dat er zowel binnenstedelijk als buitenstedelijk gebouwd moet worden
om de grote woningbouwopgave in Nederland te halen?
Antwoord 6
Ik deel uw mening dat alleen binnenstedelijk bouwen niet voldoende is om de bouwopgave
in te vullen. Met name in de regio’s met een groot woningtekort en een sterke stijging
van de woningbehoefte is het nodig gelijktijdig binnen- en buitenstedelijke locaties
in beeld te brengen. In de technische briefing van ABF gepresenteerd in juni werd
geschat dat 60–65% van de plancapaciteit binnenstedelijk is.
In de Nationale Omgevingsvisie is vastgelegd dat het binnenstedelijk bouwen van woningen
in de bereikbaarheid van een OV-knooppunt de voorkeur verdient en dat deze ruimte
optimaal benut dient te worden; waar die ruimte onvoldoende is, is realisatie aan
de randen van verstedelijkt gebied aan de orde. In alle gevallen is het belangrijk
dat dit gebeurt met oog voor ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit. De provincie
geeft ruimte om in regulier landelijk gebied te bouwen, mits de ladder duurzame verstedelijking
doorlopen wordt. Ik verwijs u verder ook naar mijn antwoord van 15 december 2020 op
uw eerdere vragen over de aanwijzing van de BPL in Noord-Holland3.
Vraag 7
Bent u bereid om, ook voor de gemeente Callantsoog, met de provincie Noord-Holland
in gesprek te gaan om een aanpak vanuit de provincie te realiseren die de gezamenlijke
opdracht voor de woningbouwopgave ondersteunt en versnelt, die het samenwerken tussen
overheden stimuleert en het vertrouwen dat daarbij hoort als uitgangspunt neemt? Bent
u bereid hier de Kamer over te informeren?
Antwoord 7
Voor mij is het van belang dat de provincies voldoende ruimte bieden voor een regionale
aanpak binnen de bouwopgave. Zoals ik heb aangegeven is er voldoende plancapaciteit
om te voorzien in de behoefte. Om de gezamenlijke opgave te ondersteunen en te versnellen
heb ik ook afspraken gemaakt met de provincie en de regio over versnelling en over
goede monitoring. Op dit moment vindt binnen de lopende trajecten zoals de Verstedelijkingsstrategieën
en Bereikbare steden, samenwerking en overleg plaats met provincie, regio en gemeenten
over de woningbouwopgave.
Vraag 8
Deelt u de mening dat, gezien de grote woningbouwopgave, de provincie Noord-Holland
het vervallen van woningbouwlocaties, ook in de gemeente Callantsoog, zoveel mogelijk
moet voorkomen en terugdraaien?
Antwoord 8
Ik vind het van groot belang dat er voldoende bouwlocaties beschikbaar komen en ontwikkeld
worden voor de brede woningbouwopgave met name in de regio’s met een groot woningtekort
en een sterke stijging van de woningbehoefte. Ik zie ook dat er voldoende bouwlocaties
beschikbaar komen: op dit moment is er in de provincie Noord-Holland voldoende plancapaciteit
beschikbaar. Daarnaast is er ook ruimte voor woningbouw in de kleine kernen in Noord-Holland.
Anderzijds ligt er ook een opgave met de medeoverheden om bij de keuze van de woningbouwlocaties
oog te hebben voor de bescherming van landschappelijke waarden of natuurwaarden. Om
die reden vind ik het positief dat de provincie in het kader de regionale woonakkoorden
en het provinciaal Masterplan Wonen in overleg met de gemeenten kijkt naar maatwerkoplossingen,
bijvoorbeeld voor woningbouw in kleine kernen met het oog op de leefbaarheid.
Vraag 9
Wat is de stand van zaken van de uitvoering van de motie Terpstra en Koerhuis om de
woondeal Noord-Holland-Noord te sluiten?4 Wanneer verwacht u deze deal eindelijk te sluiten?
Antwoord 9
Inmiddels is er een regionale woondeal gesloten (8 juli 2021) tussen de regiogemeenten
en de provincie. Momenteel zijn de gemeentes samen met de provincie aan het werk om
de uitwerking van deze Woondeal in het Regionaal Woonakkoord vast te leggen.
Daarnaast is BZK in overleg met de provincies en gemeenten uit deze regio’s over een
aanpak voor vervolg van de woonopgave. Daarover is er op korte termijn bestuurlijk
overleg.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.