Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het toezicht op en van advocatenkantoor Houthoff op haar cliënten
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Financiën en voor Rechtsbescherming over toezicht op en van advocatenkantoor Houthoff op haar cliënten (ingezonden 16 augustus 2021).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Ministers van Justitie
en Veiligheid en van Financiën (ontvangen 20 september 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2020–2021, nr. 3939.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel van Follow the Money «Advocatenkantoor Houthoff:
het Kremlin aan de Zuidas»?1 Wat is hierop uw algemene reactie?
Antwoord 1
Ja. Advocaten nemen een bijzondere positie in onze rechtsstaat. De samenleving moet
erop kunnen vertrouwen dat advocaten deze bijzondere positie waarmaken door de op
hen van toepassing zijnde regelgeving na te leven. Het gaat dan onder meer om de regels
bij of krachtens de Advocatenwet, de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren
van terrorisme (Wwft) en verordeningen en andere beroeps- en gedragsregels van de
Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). Dit geldt voor alle advocaten en advocatenkantoren,
dus ook het advocatenkantoor Houthoff
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat één van de grootste advocatenkantoren van Nederland zo sterk
inzet op elite-cliënten tegen uurtarieven van 795 euro per uur, terwijl er serieuze
aanwijzingen zijn dat in de drang naar enorme winstmaximalisatie het onderzoek naar
cliënten in ieder geval gebrekkig en deels ook echt niet op orde was?
Antwoord 2
Het staat commerciële advocatenkantoren vrij om hun eigen tarieven te bepalen. Het
is aan cliënten van deze kantoren om te bepalen of zij bereid zijn deze tarieven te
betalen. De NOvA heeft aangegeven dat de meeste grote advocatenkantoren tarieflijsten
hanteren met een bepaalde bandbreedte, van ongeveer € 200,– oplopend naar ongeveer
€ 900,–. Het gemiddelde uurtarief ligt aanmerkelijk lager dan het genoemde toptarief.
Het toptarief wordt slechts gehanteerd in bijzondere gevallen. Daarbij valt te denken
aan internationale kwesties, uiterst complexe rechtsvragen of zaken waar sprake is
van een bijzonder grote tijdsdruk.
Zoals ik bij vraag 1 heb aangegeven moeten alle advocaten en advocatenkantoren de
op hen van toepassing zijnde regelgeving naleven. Advocaten moeten op grond van de
Wwft en ook op grond van de Verordening op de advocatuur (Voda) weten wie hun cliënten
zijn. Indien het noodzakelijk is om de dienstverlening niet te verstoren en indien
er weinig risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat, mag met de zakelijke
relatie worden gestart voordat het cliëntenonderzoek volledig is afgerond. De identiteit
van de cliënt moet dan alsnog zo spoedig mogelijk na het eerste contact met de cliënt
worden geverifieerd (artikel 4 lid 3 Wwft).
Houthoff is in het kader van een thematisch onderzoek naar de naleving van de Wwft
door advocatenkantoren in 2019 doorgelicht door de toezichthouder. Van de NOvA heb
ik begrepen, dat daarbij geen onregelmatigheden zijn geconstateerd (zie verder bij
de beantwoording van vraag 3).
Vraag 3
Welke interne en externe toezicht en controle zou in dit soort gevallen een rol moeten
spelen en hoe heeft dat volgens u hier gefunctioneerd?
Antwoord 3
Onder intern toezicht versta ik in dit verband de compliance door het advocatenkantoor
zelf. De Wwft gaat uit van een risico gebaseerde benadering. Instellingen, waaronder
advocaten en advocatenkantoren, moeten hun processen met betrekking tot de Wwft afstemmen
op de risico’s van het kantoor in het algemeen (dat wil zeggen type dienstverlening
en aard en omvang van het kantoor) en op de risico’s van een concrete zakelijke relatie
of transactie. Daarbij behoren kantoren in ieder geval rekening te houden met risicofactoren
die verband houden met type cliënt, product, dienst, transactie en leveringskanaal
en met landen of geografische instellingen (artikel 2b lid 2 Wwft).
De resultaten van het vaststellen en beoordelen van risico’s op witwassen en financieren
van terrorisme moeten worden vastgelegd en continu worden gemonitord. De gegevens
moeten op verzoek worden verstrekt aan de toezichthouder (artikel 2b lid 3 Wwft).
Daarnaast moeten kantoren, afhankelijk van de aard en de omvang, maatregelen nemen
om het risico op witwassen en terrorismefinanciering vast te stellen en te beoordelen
(artikel 2b lid 1 Wwft), deze risico’s te beperken en effectief te beheersen (artikel
2c lid 1 Wwft). De Wwft bepaalt dat advocatenkantoren verplicht zijn één persoon die
het dagelijks beleid van kantoor bepaalt, aan te wijzen die wordt belast met de verantwoordelijkheid
voor de naleving van de regelgeving met betrekking tot de Wwft (artikel 2d lid 1 Wwft).
Daarnaast moeten advocatenkantoren, voor zover passend bij de aard en omvang van het
advocatenkantoor, beschikken over een onafhankelijk en effectieve compliance officer.
Deze compliancefunctie is gericht op het controleren van de naleving van wettelijke
regels en interne regels die de het advocatenkantoor zelf heeft opgesteld (artikel
2d lid 2 en 3 Wwft). In de beleidsregel Toezicht Wwft 20182 van de toezichthouder op advocaten (de dekens) is opgenomen dat deze verplichting
in ieder geval geldt voor grote kantoren (kantoren met meer dan 50 advocaten). Grote
kantoren, waaronder Houthoff, dienen dus altijd over een onafhankelijke en effectieve
compliance officer te beschikken. Daarnaast geldt dat een advocatenkantoor, voor zover
passend bij de aard en omvang van het kantoor, zorg moet dragen voor de uitoefening
van een onafhankelijke auditfunctie. De auditfunctie dient de naleving door de advocaten
van een kantoor van de verplichtingen die voor de advocaten gelden op grond van de
Wwft te controleren (artikel 2d lid 4 Wwft). In de praktijk blijkt dat als kantoren
een compliance officer hebben, er ook een auditfunctie is ingericht.
Advocaten zijn bovendien ook op grond van de Verordening op de advocatuur (Voda) gehouden
een cliëntenonderzoek uit te voeren en de dienstverlening te weigeren als dit niet
mogelijk is, of indien in redelijkheid aanwijzingen bestaan dat de opgedragen diensten
strekken tot de voorbereiding, ondersteuning of afscherming van onwettige activiteiten
(afdeling 7.1 Voda).
Van de NOvA heb ik begrepen dat Houthoff het interne toezicht als volgt heeft ingericht
en dat deze inrichting door de toezichthouder op orde is bevonden: i) een compliance
afdeling die momenteel uit acht personen bestaat; ii) een compliance- en risicocommissie
samengesteld uit de compliance officer, de voor compliance verantwoordelijke bestuurder,
een notaris, een fiscalist en een tweetal advocaten; iii) een Wwft-auditor. Cliëntenonderzoek
kan ertoe leiden dat de zakelijke relatie niet wordt aangegaan. Dit komt bij Houthoff
met enige regelmaat voor.
Onder extern toezicht versta ik in dit verband het toezicht dat op Houthoff wordt
uitgeoefend. Voor wat betreft de advocaten van Houthoff wordt dit toezicht uitgeoefend
door de lokale deken en voor wat betreft de notarissen door het Bureau Financieel
Toezicht (BFT).
De lokale deken wordt bij het toezicht op de Wwft ondersteund door medewerkers van
de unit Financieel Toezicht Advocatuur (unit FTA) van de NOvA. Zij voeren in opdracht
en onder verantwoordelijkheid van de lokale deken onder meer Wwft-onderzoeken. Houthoff
is in het kader van een thematisch onderzoek naar de naleving van de Wwft door advocatenkantoren
in 2019 doorgelicht door de toezichthouder. Van de NOvA heb ik begrepen, dat daarbij
geen onregelmatigheden zijn geconstateerd. Wel zijn er enkele aanbevelingen geweest,
die met name zien op verbetering van de administratieve processen. Zo hanteerde het
kantoor het beleid dat standaard in alle zaken het cliëntenonderzoek op grond van
de Wwft werd uitgevoerd, hoewel dit strikt genomen niet noodzakelijk was. De praktijk
bij Houthoff was dat alle zaken standaard als Wwft-plichtig werden aangemerkt, ook
als dat niet het geval was. Het cliëntenonderzoek was dus ruimer dan strikt genomen
noodzakelijk. Houthoff volgt nog steeds Wwft-cliëntenonderzoek voor alle zaken maar
registreert nu ook een separate lijst met zaken die binnen de reikwijdte van de Wwft
vallen.
Het toezicht op de advocatuur is vorig jaar geëvalueerd. Met mijn beleidsreactie d.d.
21 september 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van die evaluatie.3 In diezelfde brief heb ik toegezegd uw Kamer in de tweede helft van 2021 te informeren
welke opvolging ik ga geven aan de aanbevelingen uit de evaluatie.
Vraag 4
Welke toezichthouder(s) zou(den) hier volgens u alsnog stevig onderzoek naar kunnen
en moeten uitvoeren om te controleren of advocatenkantoor Houthoff zich aan alle regels
houdt?
Antwoord 4
Het is niet aan mij, maar aan de lokale deken(s) en/of het BFT om al dan niet nader
onderzoek te verrichten. Zoals gezegd, is Houthoff in 2019 in het kader van een thematisch
onderzoek door de toezichthouder doorgelicht. De NOvA heeft mij laten weten dat daarbij
geen onregelmatigheden zijn geconstateerd.
Vraag 5
Klopt het dat Houthoff betrokken is geweest bij smeergeldbetalingen die volgens de
huidige regels niet door de beugel hadden gekund?
Antwoord 5
De Wwft is de afgelopen jaren op grond van aangepaste standaarden van de Financial
Action Task Force en de Europese anti-witwasrichtlijn sterk gewijzigd en aangescherpt.
Zaken die vroeger niet onder de reikwijdte van de Wwft vielen, kunnen daar nu wel
onder vallen. Deze wetswijzigingen hadden geen terugwerkende kracht. De toenmalige
praktijk dient dan ook aan de hand van de toenmalig geldende regelgeving te worden
beoordeeld.
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat meerdere oud-medewerkers in het artikel het beeld bevestigen
dat winstgevendheid belangrijker was dan compliance? Wat zegt dit volgens u?
Antwoord 6
Zie antwoord op vraag 1
Vraag 7 en 8
Deelt u de observatie dat hier mogelijk sprake is van een trend dat de bovenwereld,
bijvoorbeeld gerenommeerde advocaten en notarissen en hun kantoren, er dubieuze praktijken
op nahouden, geregeld weg lijken te komen met dit gedrag, en daarmee de onderwereld
of bijvoorbeeld cliënten met geld met dubieuze herkomst faciliteren?
Wat gaat u doen om deze belangrijke strijd tegen de facilitators op te voeren en er
voor te zorgen dat toezicht en controle op transacties met geld met dubieuze herkomst
aanmerkelijk verbetert?
Antwoord 7 en 8
De poortwachtersfunctie die advocaten en notarissen en hun kantoren op grond van de
Wwft bekleden, is een belangrijk onderdeel van integrale aanpak om het gebruik van
het financiële stelsel voor witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen en te
bestrijden. Poortwachters kunnen worden gebruikt door criminelen om crimineel geld
in de legale economie te brengen. Dit is onderkend in meerdere studies, waaronder
de National Risk Assessment (NRA) witwassen van 2019.4
In het plan aanpak witwassen5 is een scala aan maatregelen opgenomen om de effectiviteit van de aanpak van witwassen
naar een hoger niveau te tillen. Deze zien op het verhogen van de barrières zodat
het voor criminelen moeilijker is om illegaal verkregen inkomsten binnen het financiële
stelsel te brengen, het vergroten van de effectiviteit van de poortwachtersfunctie
en het toezicht en het versterken van de opsporing en vervolging. Periodiek is uw
Kamer geïnformeerd over de voortgang van deze aanpak.6 Zo is een deel van de daarin aangekondigde wetgeving inmiddels aangenomen door de
Eerste Kamer, en al in werking getreden. Ook is de samenwerking tussen partijen geïntensiveerd
in bijvoorbeeld het Financieel Expertise Centrum (FEC) en het Anti Money Laundering
Centre (AMLC) en zijn nieuwe vormen van samenwerking ontstaan zoals de Serious Crime
Task Force en de Fintell Alliance. Dit plan staat verder nadrukkelijk in verbinding
met en is complementair aan de eveneens reeds ingezette aanpak om georganiseerde,
ondermijnende criminaliteit en de daarmee gepaard gaande criminele geldstromen verder
terug te dringen.7 Daaronder valt onder meer de oprichting van het multidisciplinair interventieteam
(MIT), dat het blootleggen en duurzaam doen verstoren van criminele structuren, bedrijfsprocessen
en verdienmodellen, die verweven zijn met of gebruik maken van legale structuren en
legale economie als doelstelling heeft. Hierover wordt uw Kamer separaat nader geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.