Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Werner over het bericht ‘Medische kwalen gemist door tekort aan artsen voor verstandelijk gehandicapten’
Vragen van het lid Werner (CDA) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Medische kwalen gemist door tekort aan artsen voor verstandelijk gehandicapten» (ingezonden 20 mei 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 20 september
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Medische kwalen gemist door tekort aan artsen voor
verstandelijk gehandicapten» van Skipr d.d. 20 april 2021?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het zorgelijke tekort van AVG’s (arts verstandelijk gehandicapten)?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3 en 4
Vindt u dat mensen met een verstandelijke handicap de zorg krijgen die ze nodig hebben
aangezien er een tekort is aan AVG’s?
Hoe kunt u waarborgen dat cliënten en patiënten de juiste zorg krijgen?
Antwoord 3 en 4
Iedereen in Nederland moet, als dat nodig is, 24 uur per dag terecht kunnen bij een
arts. In 2019 ontving de Minister van VWS meerdere signalen van ouderen en mensen
met een beperking die niet altijd bij een arts terecht konden. De aard van deze problematiek
is uiteengezet in de Kamerbrief van december 20192 over zorg zoals huisartsen, VWS gehandicapten en specialisten ouderengeneeskunde
in samenspel plegen te bieden (medisch-generalistische zorg). Hoewel de toenmalig
Minister voor Medische Zorg en Sport en ik niet hebben gehoord dat mensen daadwerkelijk
verstoken zijn geraakt van medisch-generalistische zorg (MGZ), kan ik me voorstellen
dat er in sommige situaties onrust kan ontstaan over de toegankelijkheid tot deze
zorg. Desondanks constateer ik dat er goede stappen worden gezet in de gehandicaptenzorg
om te zorgen dat cliënten en patiënten nu en in de toekomst kunnen rekenen op deze
zorg. Zoals ik aangaf in mijn brief van 13 januari jl.3 ben ik verheugd dat onder regie van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN)
een convenant is gesloten, waarin samenwerkingsafspraken tussen beroepsgroepen en
andere betrokken partijen tot stand zijn gekomen. Verschillende acties in het convenant
richten zich op het verbeteren van medische kennis en deskundigheid in zorginstellingen
in de gehandicaptenzorg.
Vraag 5
Bent u op de hoogte van de lage instroom van het aantal mensen dat de opleiding volgt
tot AVG?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6 en 7
Wat vindt u ervan dat er minimaal 48 artsen moeten starten met de specialisatie voor
AVG om aan de vraag te kunnen voldoen, terwijl het er echter gemiddeld 17 zijn?
Kunt u aangeven hoe het komt dat het specialisme AVG zo onbekend is bij studenten?
Kunt u aangeven wat er gedaan wordt om de opleiding tot AVG aantrekkelijk te maken?
Kunt u zeggen wat gedaan wordt om dit specifieke specialisme onder de aandacht te
brengen?
Antwoord 6 en 7
Bij de opleiding tot arts voor verstandelijk gehandicapten is al jaren sprake van
een lagere instroom dan gewenst is op basis van de raming van het Capaciteitsorgaan
en waarvoor financiering beschikbaar is. Vanaf 2018 zijn respectievelijk 14, 16 en
14 artsen deze opleiding gestart. Dit jaar zijn er tot op heden 15 artsen gestart,
terwijl het Capaciteitsorgaan een instroom van 60 artsen adviseert. Dit is een onwenselijke
situatie.
Om de instroom in de opleiding te verhogen, het imago van het beroep van AVG te verbeteren
en het beroep aantrekkelijker te maken wordt door veldpartijen samen met VWS gewerkt
aan een arbeidsmarktstrategie.
VWS heeft een subsidie aan de Nederlandse Vereniging van Artsen Voor Verstandelijk
Gehandicapten (NVAVG) verstrekt om deze arbeidsmarktstrategie te trekken. De strategie
richt zich op vijf pijlers: 1) het verbeteren van het imago van de opleiding, 2) het
verbeteren van onderwijs over mensen met een verstandelijke beperking binnen de geneeskundeopleiding,
3) het verbeteren van de toegankelijkheid en capaciteit van de AVG-opleiding 4) het
professionaliseren van de beroepsvereniging en 5) het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden
om werkervaringsplaatsen voor AVG’s te realiseren.
In maart 2021 heeft de NVAVG als resultaat van de derde pijler het rapport «Onderzoek
vergroten instroom AVG’s» opgeleverd. Het rapport doet aanbevelingen rond de studiekeuze
van geneeskunde studenten, de aantrekkelijkheid van de AVG-opleiding, het werken als
AVG en de promotie en bekendheid van het beroep. De NVAVG is aan de slag gegaan met
deze aanbevelingen. Zo worden jonge AVG’s en zij-instromers als ambassadeurs ingezet
bij de werving van geneeskunde studenten, zijn zij het gezicht van de AVG op PR-materiaal
en social media-accounts, en delen zij daar vlogs en podcasts over het werken als
AVG. Om de opleiding zelf aantrekkelijker te maken wordt het onderwijs afwisselend
fysiek en online gegeven. Ook wordt het fysieke onderwijs vaker op een centrale locatie
in het land aangeboden, terwijl dit eerder alleen beschikbaar was in Rotterdam. Bovendien
wordt extra aandacht besteed aan maatwerk bij het volgen van de opleiding en de mogelijkheden
voor kortere trajecten, hetgeen aantrekkelijk is voor zij-instromers.
Vraag 8
Kunt u uitleggen waarom er een tekort aan poliklinieken is waar mensen met hun specifieke
problemen terecht kunnen? Klopt het dat de meeste artsen vaak in dienst zijn van een
zorginstelling, terwijl de meeste mensen met een beperking thuis wonen?
Antwoord 8
Sinds 1 januari 2020 maakt zorg van de AVG onderdeel uit van het verzekerde pakket
van de Zorgverzekeringswet (Zvw). In mijn brief van 19 mei 20214 heb ik de Kamer geïnformeerd over de voortgang van de geneeskundige zorg voor specifieke
patiëntgroepen (GZSP). De zorg van de AVG gericht aan thuiswonenden zonder Wlz-indicatie,
onder andere vanuit de poliklinieken, maakt hier onderdeel van uit. Het is belangrijk
zorgverzekeraars en zorgprofessionals te ondersteunen om gezamenlijk te komen tot
een goed en volledig aanbod voor hun verzekerden en patiënten. In mijn brief geef
ik aan dat het nodig is om het goede gesprek tussen en met de betrokken partijen te
blijven faciliteren. Naar aanleiding van dit overleg heeft de Vereniging Gehandicaptenzorg
Nederland (VGN) al actie ondernomen om het zorgaanbod voor mensen met een verstandelijke
beperking te waarborgen. Eerste overleggen hierover met aanbieders, Zorgverzekeraars
Nederland (ZN), NZa en VWS hebben al plaatsgevonden. Hieruit blijkt onder andere dat
voor aanbieders van deze zorg, de Zvw nog relatief nieuw is. Dit leidt tot vragen
en onduidelijkheid. De komende periode zal VGN deze gesprekken continueren en hierbij
ook de NVAVG, het NIP en de NVO betrekken. Ik ben voornemens dit proces nauwgezet
te blijven volgen.
Het klopt ook dat AVG’s over het algemeen in dienst zijn van instellingen. Dit hoeft
echter niet te betekenen dat zij geen zorg kunnen leveren aan mensen buiten de instelling.
Het is belangrijk om meer inzicht te krijgen in de inzet van de AVG binnen en buiten
de instelling. In mijn brief5 van 13 januari 2021 heb ik aangegeven dat het ons aan dit inzicht op dit moment ontbreekt,
en dat ik dit inzicht van belang vind ter voorbereiding op toekomstige besluitvorming
rond de positionering van MGZ. In deze brief heb ik aangekondigd dat de NZa zal verkennen
of en welke aanpassingen er binnen de huidige bekostiging te maken zijn om 24/7 medisch-generalistische
zorg (MGZ) in de regio te kunnen organiseren. Het verkrijgen van inzicht in de inzet
van artsen zie ik van belang om mee te nemen in de verkenning van mogelijke aanpassingen
voor de bekostiging.
Vraag 9
Klopt het dat mensen met een verstandelijke beperking vooral worden verzorgd door
mensen met kennis van gedragsproblemen, maar minder door mensen met medische kennis
waardoor medische kwalen minder snel worden gezien? Is dit probleem bekend bij instellingen
voor mensen met beperkingen? Is dit probleem bekend bij de opleidingen?
Antwoord 9
In gesprekken met o.a. VGN, NVAVG en LHV is dit onderwerp nadrukkelijk aan de orde
geweest. In de brief van 13 januari 20216 heb ik daarom aangegeven dat ik het noodzakelijk vindt dat er samenwerkingsafspraken
met andere partijen zijn over (het invullen van) randvoorwaarden. Deze afspraken kunnen
gaan over het vergroten van medisch bewustzijn bij zorgmedewerkers op locatie, het
verbeteren van de medische bedrijfsvoering rondom artsen en de gerichte inzet van
verpleegkundig specialisten, physician assistants en verpleegkundigen, bijvoorbeeld
door taakherschikking. Goede afspraken over deze drie randvoorwaarden kunnen bijdragen
aan de juiste medische kennis op de juiste plek. Signalen vanuit de opleiding zijn
bij mij onbekend. Ik zal contact opnemen met de opleiding om dit signaal bij hen te
toetsen en zorgen dat daarover in de brief dit najaar wordt gerapporteerd.
Vraag 10
Klopt het dat veel huisartsen de AVG-poli nog niet weten te vinden? Kunt u aangeven
hoe dit verbeterd kan worden?
Antwoord 10
De zorg die op de AVG-poli geleverd wordt door de AVG is pas sinds 1 januari 2020
onderdeel van de Zvw. Tegelijkertijd werd de huisarts verwijzer voor deze zorg, waar
dit voorheen geïndiceerd werd door het CIZ. Ik kan mij voorstellen dat niet alle huisartsen
altijd het juiste aanbod weten te vinden, vanwege relatieve onbekendheid met deze
patiëntgroep. Daarom ga ik in gesprek met de LHV en InEen om te bezien hoe we samen
de bekendheid van de gehele GZSP, waaronder VG-zorg, kunnen vergroten onder huisartsen
en hoe wij hen kunnen ondersteunen dit aanbod te vinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.