Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Westerveld, Van Meenen en Kwint over herkansingen in het voortgezet speciaal onderwijs
Vragen van de leden Westerveld (GroenLinks), Van Meenen (D66) en Kwint (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over herkansingen in het voortgezet speciaal onderwijs. (ingezonden 29 juli 2021).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 17 september
2021).
Vraag 1
Hoeveel staatsexamenkandidaten waren er dit jaar? Hoeveel daarvan zijn leerlingen
uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso)? Kan dit worden uitgesplitst naar diploma-kandidaten
en certificaatkandidaten?
Antwoord 1
Op dit moment zijn de staatsexamens vo nog niet volledig afgerond. Zoals ieder jaar
zijn de cijfers over deelname en slagingspercentages in november beschikbaar. Ik zal
uw Kamer hier zoals gebruikelijk nader over informeren.
Vraag 2
Is bekend wat de slagingspercentages van de afgelopen jaren zijn? Is ook bekend hoeveel
leerlingen één of meerdere deelcertificaten hebben gehaald?
Antwoord 2
Deze informatie is reeds in uw bezit. Zie de rapportage met kamernummer 31 289, nr. 443, bijlage nr. 969579.
Vraag 3
Zijn er examens niet doorgegaan omdat er onvoldoende bevoegde examinatoren waren?
Antwoord 3
Nee, er zijn geen examens afgezegd wegens onvoldoende bevoegde examinatoren. Wel meldden
zich onverwacht veel examinatoren af dit jaar, soms op het laatste moment. Hierdoor
was er een extra wervingsactie nodig om dit weer in voldoende mate aan te vullen.
Ook was het in een enkel geval nodig om de samenstelling van de commissie van examinatoren
aan te passen om het examen te kunnen laten doorgaan. Door een combinatie van een
grote extra inspanning vanuit de uitvoering, de extra wervingsactie en de aanpassingen
was het net aan mogelijk alle examens af te nemen.
Vraag 4
Hoeveel examinatoren heeft het College voor Toetsen en Examens (CvTE) die bevoegd
zijn om leerlingen in het vso te examineren?
Antwoord 4
Jaarlijks maakt het CvTE gebruik van tussen de 1300 en 1500 examinatoren voor de afname
van staatsexamens bij zowel vso-kandidaten als overige kandidaten. Het aantal benodigde
examinatoren in een bepaald jaar is op voorhand nooit precies te voorspellen. Het
is namelijk afhankelijk van de combinatie van de volgende factoren: het aantal leerlingen
dat zich aanmeldt, 2) het aantal vakken waar leerlingen aan willen deelnemen, 3) het
benodigde niveau1, 4) de regio en 5) de afnameperiode.
Vraag 5
Hoeveel examinatoren waren er afgelopen jaar te weinig om vso-kandidaten een extra
herkansing te geven?
Antwoord 5
Wanneer we alle vso-leerlingen een extra herkansing hadden geboden dan zou dat een
toename van 35% in het aantal benodigde examinatoren ten opzichte van de 1300–1500
examinatoren betekenen die het CvTE op dit moment jaarlijks inzet.
De regelgeving biedt op dit moment geen ruimte voor het maken van een onderscheid
in herkansingsmogelijkheden tussen vso-leerlingen die deelnemen aan het staatsexamen
en andere type staatsexamenkandidaten. Om álle certificaatkandidaten een herkansing
te bieden is er naar schatting ruim 50% meer examinatoren nodig.
Daarnaast vraagt het faciliteren van extra herkansingen meer dan alleen het werven
van examinatoren. Ook de invulling van andere randvoorwaarden is noodzakelijk. Het
gaat daarbij om o.a. surveillanten, locatievoorzitters, correctoren, uitvoerende medewerkers
van CvTE/DUO, beschikbare en geschikte school- en/of andere examenlocaties, bijzondere
voorzieningen in verband met te leveren maatwerk, beschikbaarheid van examenopgaven
etc.
Ik zal uw Kamer in het najaar informeren naar aanleiding van de motie Westerveld over
de inventarisatie van de specifieke subgroepen (zie ook antwoord bij vraag 8).
Vraag 6
Hoeveel examinatoren zijn er het afgelopen jaar geworven door «gerichte acties»?2 Zijn leerkrachten proactief benaderd om examinator te worden? Heeft u net als ons
ook signalen ontvangen dat leerkrachten zich hebben aangemeld bij het CvTE om examinator
te worden, maar nooit een reactie hebben gekregen?
Antwoord 6
Via diverse wervingsacties zijn er dit jaar ongeveer 450 nieuwe examinatoren geworven.
Het grootste deel hiervan moest worden ingezet om te compenseren voor de plotselinge
afmeldingen zoals beschreven bij vraag 3. Het kan voorkomen dat leerkrachten die zich
hebben gemeld als examinator voor dit examenjaar niet konden worden ingezet, gelet
op de inhoudelijke eisen (zoals hierboven geschetst) of omdat zij niet beschikbaar
waren op specifieke data of specifieke locaties. Om alle examenafnames te kunnen faciliteren
moeten er dus altijd meer examinatoren worden geworven dan het concrete aantal dat
nodig is.
Bij mij zijn geen signalen bekend dat leerkrachten die zich hebben aangemeld geen
reactie hebben gekregen. Navraag bij het CvTE leert dat dergelijke signalen daar ook
niet bekend zijn. Een grote meerderheid van de groep examinatoren die is geworven,
heeft bij het CvTE aangegeven interesse te hebben om ook op langere termijn bij te
dragen aan het afnemen van staatsexamens. In het najaar start de werving voor examenjaar
2022 en daarbij wordt deze groep betrokken.
Vraag 7
Wat wordt er het komende jaar gedaan om actief examinatoren voor het vso te werven?
Antwoord 7
Het CvTE is op dit moment bezig met het uitvoeren van de toezeggingen zoals gedaan
in de Kamerbrief over het staatsexamen van 12 februari 2021.3 Deze zien op de verbetering van de staatsexamenorganisatie op korte én langere termijn.
We onderzoeken de mogelijkheden om het examineren in het vso efficiënter en effectiever
uit te voeren. Het gericht werven van examinatoren voor het vso maakt onderdeel uit
van de projecten. Op dit moment wordt er geen onderscheid gemaakt tussen examinatoren
voor het vso of voor andere staatsexamens.
Vraag 8
Welke stappen zijn gezet om leerlingen in het vso de komende twee jaar wel een herkansing
aan te kunnen bieden zoals ook de motie Van Meenen c.s. vraagt?4
Antwoord 8
Zoals gemeld in vraag 5 zal in de uitvoering van de motie Westerveld worden bezien
of het haalbaar is om voor een specifieke subgroep van de deelcertificaatkandidaten
een herkansingsmogelijkheid te bieden, die het certificaat nodig hebben voor studie
of beroep.5 In het najaar wordt uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van deze inventarisatie.
Dit is een eerste stap in het verkennen van de mogelijkheden voor het uitbreiden van
de herkansingsmogelijkheden voor kandidaten die niet opgaan voor het diploma. Tevens
wordt in het najaar gewogen of het noodzakelijk is om volgend jaar opnieuw eventuele
aanpassingen te doen aan het eindexamen. Hierbij zal een integrale afweging worden
gemaakt om te bepalen of volgend jaar opnieuw aanpassingen aan het eindexamen, en
daarmee ook voor de deelcertificaatkandidaten, passend zijn. Ook wordt nagedacht over
de structurele houdbaarheid van dit systeem van examineren voor de leerlingen in het
vso.
Vraag 9
Klopt het dat het deel van de particuliere kandidaten dat uiteindelijk niet komt opdagen
groter is dan kandidaten van vso-scholen? Zo ja, is hier nog winst te behalen zodat
in ieder geval kandidaten van vso-scholen een herkansing kunnen krijgen? Is het een
optie om herkansingen (net als in de eerste periode) ook op zaterdag af te nemen zodat
meer examinatoren beschikbaar zijn?
Antwoord 9
Cijfers over afmeldingen voor de staatsexamens en de uitsplitsing naar verschillende
groepen zijn op dit moment niet beschikbaar omdat er in september nog herkansingen
plaatsvinden. In de bij vraag 7 genoemde onderzoeken naar het examenproces en de uitvoering
ervan in het vso wordt bekeken of het CvTE het examenproces in het vso effectiever
en efficiënter kan uitvoeren en zal zij, waar relevant, deze aspecten meenemen. Voor
de afnames op vso-locaties wordt tijdens het derde tijdvak al gebruik gemaakt van
de zaterdagen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.