Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hammelburg over de uitgaande handelsmissie naar Hongarije op 15–17 september 2021
Vragen van het lid Hammelburg (D66) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de uitgaande handelsmissie naar Hongarije op 15–17 september 2021. (ingezonden 6 september 2021).
Antwoord van Minister De Bruijn (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
(ontvangen 15 september 2021).
Vraag 1
Klopt het dat er van 15 tot en met 17 september een handelsmissie gepland is naar
Boedapest? Zal er een bewindspersoon aanwezig zijn bij deze missie?
Antwoord 1
Ja. Deze handelsmissie van 15 tot en met 17 september 2021 naar Hongarije is gericht
op duurzame mobiliteit en slimme logistiek en wordt georganiseerd door de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland (RVO) in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Er is geen bewindspersoon bij de missie betrokken. De missie wordt geleid door de
economische afdeling van de Nederlandse ambassade in Boedapest en RVO en naar verwachting
nemen vertegenwoordigers van tien Nederlandse bedrijven deel. Het programma omvat
onder andere een seminar over slimme mobiliteit en duurzame logistiek, een bijeenkomst
over stedelijke mobiliteit en logistiek, matchmakingssessies en bedrijfsbezoeken.
Bij verschillende onderdelen worden Hongaarse bedrijven en/of lokale Hongaarse autoriteiten
betrokken.
Vraag 2
Bent u zich bewust van de verscheidene aangenomen wetten die de fundamentele rechten
van LHBTI-personen in Hongarije ernstig schenden? Hoe kijkt u daar tegen aan?
Antwoord 2
Ja. Het kabinet heeft zich hier meermaals hard tegen uitgesproken, waaronder in een
gezamenlijke verklaring van 17 EU lidstaten op 22 juni jl.1 Daarin worden ernstige zorgen geuit over de door het Hongaarse parlement goedgekeurde
amendementen, die LHBTIQ-personen discrimineren en het recht op vrije meningsuiting
– en daarmee het Handvest van de Grondrechten van de EU – schenden en wordt deze flagrante
vorm van discriminatie veroordeeld. Nederland blijft er bij de Europese Commissie,
als hoeder van de verdragen, op aandringen alle beschikbare instrumenten in te zetten
om volledige eerbiediging van het EU-recht te waarborgen. In dit kader verwelkomt
het kabinet de twee inbreukprocedures die de Commissie is gestart tegen Hongarije
met betrekking tot gelijke rechten van LHBTIQ’s. Nederland zal Hongarije in EU-verband
blijven aanspreken op naleving van de beginselen van rechtsstaat, democratie en mensenrechten.
Ook zal Nederland zijn aanhoudende zorgen blijven opbrengen in bilateraal verband.
Vraag 3
Hoe wordt tijdens de handelsmissie aandacht besteed aan de situatie van LHBTI-personen
in Hongarije?
Antwoord 3
Zowel ter voorbereiding op als tijdens deze handelsmissie wordt aandacht besteed aan
Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) en de Hongaarse anti-LHBTIQ-wetgeving.
Op 7 september jl. is bij een voorbereidende bijeenkomst voor deelnemers aan de missie
uitgebreid ingegaan op IMVO en in het bijzonder de Hongaarse anti-LHBTIQ-wetgeving
tijdens presentaties van de ambassade en RVO. Tevens krijgen Hongaarse deelnemers
aan de handelsmissie tijdens de handelsmissie uitleg over het Nederlandse IMVO-beleid
en zal de ambassadeur in haar speech aandacht aan LHBTIQ besteden.
Ook heeft de voormalig ambassadeur van Nederland in Boedapest de anti-LHBTIQ-wetgeving
recentelijk opgebracht tijdens een bijeenkomst met het Nederlands bedrijfsleven. Voorts
hebben het European Diversity Charter in Hongarije en leden van het Hungarian Business
Leaders Forum, waarvan de Nederlandse ambassade in Boedapest en een aantal Nederlandse
bedrijven lid zijn, een verklaring gepubliceerd waarin het belang van diversiteit
en inclusiviteit wordt onderstreept.2 Daarnaast organiseren Nederlandse bedrijven in Hongarije pro-LHBTIQ evenementen die
actief ondersteund worden door de Nederlandse ambassade.
Vraag 4
Hoe wordt deze handelsmissie ingezet om de situatie in Hongarije te verbeteren?
Antwoord 4
Zoals aangegeven in antwoord op de vragen 3 en 4 heeft Nederland op verschillende
manieren zijn ernstige zorgen geuit over de Hongaarse LHBTIQ-wetgeving en wordt bij
deze handelsmissie zowel voorafgaand als tijdens de missie bij de betrokken Nederlandse
en Hongaarse bedrijven en autoriteiten aandacht gevraagd voor IMVO en de Hongaarse
LHBTIQ-wetgeving.
Vraag 5
Kunt u een overzicht geven van de Hongaarse en Nederlandse bedrijven die deel zullen
nemen aan deze missie? Hoe worden deze bedrijven geselecteerd?
Antwoord 5
De tien Nederlandse bedrijven die voornemens zijn deel te nemen aan deze missie en
de Hongaarse bedrijven die bij de missie zijn betrokken, zijn actief op het terrein
van elektrisch vervoer, design, fietsinfrastructuur en stedelijke logistiek. Het staat
Nederlandse bedrijven vrij om gebruik te maken van het handelsinstrumentarium van
het Ministerie van Buitenlandse Zaken, inclusief handelsmissies, mits zij de OESO-richtlijnen
voor multinationale ondernemingen onderschrijven.
Vraag 6
Wordt er gecontroleerd of deze bedrijven zich aan de richtlijnen voor multinationale
ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO-richtlijnen)
houden, specifiek met betrekking tot het principe van non-discriminatie en corruptie?3 Hoe wordt dit gecontroleerd?
Antwoord 6
Zoals hierboven is aangegeven, verlangt de overheid van bedrijven dat zij Internationaal
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO).Uitgangspunt hierbij is dat de voorwaarden
niet gericht zijn op het uitsluiten van bedrijven, maar op verbetering en dat ze proportioneel
worden toegepast (onder andere in relatie tot de omvang van de ondersteuning en de
aard van IMVO-risico’s).
Wanneer een bedrijf zich aanmeldt voor een handelsmissie verklaart het bedrijf de
OESO-richtlijnen te onderschrijven en hiernaar te handelen. Het IMVO-kader voor handelsmissies
is ook gepubliceerd op de website van RVO. Als onderdeel van het aanmeldproces voor
een handelsmissie onder leiding van een bewindspersoon, vult het bedrijf een zelfscan
in. Deze bestaat uit zes vragen over het bedrijfsbeleid op het terrein van IMVO, gebaseerd
op de zes due diligence-stappen van de OESO-richtlijnen. Met deze IMVO-zelfscan toetst
de Nederlandse overheid of een bedrijf de OESO-richtlijnen kent en volgt. IMVO-zelfscans
zijn zes maanden geldig. Steekproefsgewijs worden de ingevulde zelfscans gecontroleerd.
De zelfscan invullen is één van de deelnemersvoorwaarden. RVO controleert de deelnemerslijst
van missies onder leiding van een bewindspersoon verder aan de hand van de Transparantiebenchmark4, Wereldbanklijst5 en FMO-uitsluitingslijst6.
Indien een redelijk vermoeden bestaat dat een bedrijf dat zich heeft aangemeld voor
een handelsmissie zich de facto niet aan de OESO-richtlijnen houdt, zal RVO en/of
het Ministerie van Buitenlandse Zaken het gesprek aangaan met dit bedrijf. Een redelijk
vermoeden moet in ieder geval gebaseerd zijn op objectief waarneembare feiten. In
het geval van een melding bij het Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen zal
RVO eveneens het gesprek met het bedrijf in kwestie aangaan. Een dergelijk gesprek
wordt gevoerd aan de hand van de antwoorden die het bedrijf heeft gegeven in de zelfscan.
Op basis hiervan neemt het Ministerie van Buitenlandse Zaken een beslissing over deelname
van een bedrijf aan de handelsmissie, al dan niet aan de hand van een verbetertraject.
Het uitgangspunt van het IMVO-kader is verbeteren in plaats van uitsluiten. Op voorwaarde
dat het bedrijf dit verbetertraject uitvoert, kan het bedrijf mee op handelsmissie.
Wanneer een bedrijf weigert het verbetertraject uit te voeren, kan dit uitsluiting
van deelname tot gevolg hebben. Er wordt bij handelsmissies niet specifiek gekeken
naar de maatschappelijke impact die deelnemende bedrijven hebben op de maatschappelijke
positie en rechten van LHBTIQ-personen.
Van Hongaarse bedrijven die betrokken zijn bij deze missie wordt in beginsel niet
gevraagd de OESO-richtlijnen te onderschrijven en hiernaar te handelen. Indien evenwel
signalen zouden zijn ontvangen over mogelijke misstanden bij deze bedrijven, dan kan
RVO en/of het Ministerie van Buitenlandse Zaken het gesprek aangaan met dit bedrijf
en kan deelname heroverwogen worden.
Vraag 7
Wordt er in de selectie van de bedrijven gekeken naar de maatschappelijke impact die
bedrijven hebben op de maatschappelijke positie en rechten van LHBTI-personen in Hongarije?
Zo ja, hoe wordt dit meegenomen in het wel of niet deelnemen van een bedrijf aan de
handelsmissie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Er wordt bij handelsmissies niet specifiek gekeken naar de impact die deelnemende
bedrijven hebben op de maatschappelijke positie en rechten van LHBTIQ-personen. Wel
moeten bedrijven wanneer zij zich aanmelden voor een handelsmissie verklaren de OESO-richtlijnen
te onderschrijven en hiernaar te handelen.
Vraag 8
Deelt u de mening dat handel niet alleen van groot economisch belang is voor Nederland,
maar ook een nuttig instrument is om positieve verandering in de wereld ter weg te
brengen?
Antwoord 8
Ja. Voor het belang dat dit kabinet hecht aan mensenrechten en de centrale plaats
van mensenrechten in BZ en BHOS-beleid, verwijs ik u naar de beleidsnota «Investeren
in Perspectief» en de jaarlijkse mensenrechtenrapportages.
Vraag 9
Deelt u ook de mening dat het daarom belangrijk is dat er tijdens deze handelsmissie
stil gestaan wordt bij de situatie van LHBTI-personen in Hongarije? Vindt u het ook
onwenselijk als er Hongaarse bedrijven deelnemen aan deze missie, die zich niet aan
de OESO-richtlijnen houden en bijdragen aan het verslechteren van de mensenrechtensituatie
in Hongarije?
Antwoord 9
Ja. Zoals aangegeven wordt ook tijdens deze handelsmissie aandacht gevraagd voor IMVO
en de Hongaarse LHBTIQ-wetgeving. Indien signalen zouden zijn ontvangen over mogelijke
misstanden bij Hongaarse bedrijven die betrokken zijn bij deze handelsmissie, dan
kan RVO en/of het Ministerie van Buitenlandse Zaken het gesprek aangaan met deze bedrijven
en kan deelname heroverwogen worden.
Vraag 10
Hoe zullen de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de ambassade bedrijven
begeleiden in het omgaan met de mensenrechtensituatie in Hongarije en het principe
van non-discriminatie?
Antwoord 10
Naast bovengenoemde maatregelen, zal Nederland in contacten met bedrijven en de Hongaarse
overheid waar opportuun aandacht blijven vragen voor de mensenrechtensituatie in Hongarije
en het non-discriminatie beginsel.
Vraag 11
Hoe zal het ministerie er zorg voor dragen dat deze handelsmissie naast handelsbevordering
ook de juiste boodschap op gebied van LHBTI-rechten in Hongarije afgeeft?
Antwoord 11
Zoals is aangegeven in antwoord op vraag 3, wordt zowel ter voorbereiding op als tijdens
deze handelsmissie aandacht besteed aan IMVO en de Hongaarse anti-LHBTIQ-wetgeving
in presentaties en speeches van RVO en de ambassade.
Vraag 12
Kunt u toelichten welke instrumenten u tot uw beschikking heeft om ook het bedrijfsleven
te activeren een bijdragen te leveren aan het verbeteren van de situatie in Hongarije,
en welke instrumenten u daar reeds voor ingezet heeft?
Antwoord 12
Zoals aangegeven wordt met het bedrijfsleven op diverse manieren aandacht besteed
aan IMVO en de Hongaarse anti-LHBTIQ-wetgeving en zal Nederland waar opportuun aandacht
blijven vragen voor de mensenrechtensituatie in Hongarije en het non-discriminatie
beginsel. IMVO maakt integraal onderdeel uit van de dienstverlening door RVO. Nederlandse
bedrijven die gebruik maken van ondersteuning van het handelsinstrumentarium van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken, inclusief deze handelsmissie, moeten de OESO-richtlijnen
voor multinationale ondernemingen onderschrijven en worden daarbij ondersteund.
Vraag 13
Kunt u deze vragen voor het begin van de handelsmissie beantwoorden?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Th.J.A.M. de Bruijn, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.