Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over de evacuaties en repatriëring vanuit Afghanistan
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de evacuaties en repatriëring vanuit Afghanistan (ingezonden 30 augustus 2021).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Zaken), mede namens Staatssecretaris van
Justitie en Veiligheid (ontvangen 14 september 2021).
Vraag 1
Wat is er de reden van dat uw inschatting van het aantal personen met een Nederlands
paspoort in Afghanistan vorige week (700) zo sterk afweek van het aantal dat u deze
week communiceerde, namelijk 1.250?
Antwoord 1
Het aantal van 700 was het aantal mensen dat zich tot en met 19 augustus jl. bij BZ
had gemeld. In de periode daarna meldden zich nog iedere dag nieuwe Nederlanders,
gezinsleden en mensen met een verblijfsvergunning aan bij BZ die zich in Afghanistan
bevonden.
Vraag 2
Is 1.250 momenteel nog steeds het meest accurate aantal?
Antwoord 2
Het aantal Nederlanders met hun kerngezinnen (die ook een andere dan de Nederlandse
nationaliteit kunnen hebben, maar in aanmerking kwamen voor evacuatie) en mensen met
een Nederlandse verblijfsvergunning, dat zich tot nu toe bij BZ meldde is rond de
1.250. Dit aantal kan nog fluctueren, aangezien er nog steeds hulpverzoeken binnenkomen.
Van de 1.250 waren er begin september 787 vertrokken met Nederlandse en buitenlands
evacuatievluchten, of op eigen gelegenheid.
Vraag 3
Om welke redenen heeft u niet – of niet accuraat – bijgehouden hoeveel personen met
een Nederlands paspoort er nog in Afghanistan waren, terwijl er al lange tijd een
negatief reisadvies voor Afghanistan geldt en op 5 augustus door de ambassade is opgeroepen
het land te verlaten?
Antwoord 3
Registratie van Nederlanders bij de ambassade is niet verplicht. Nederlanders kunnen
zich vrijwillig aanmelden voor de Informatieservice van Buitenlandse Zaken, waarmee
de aanwezigheid in een bepaald land geregistreerd wordt. In het reisadvies voor Afghanistan
werd al enkele maanden geadviseerd het land te verlaten en de registratie bij de Informatieservice
actueel te houden. Op 1 augustus 2021 waren er zeven Nederlanders bij het Ministerie
van Buitenlandse Zaken aangemeld als aanwezig in Afghanistan.
Vraag 4
Bent u van mening dat de Nederlandse evacuatie succesvoller was verlopen als u een
accurater beeld had gehad? Zo nee, kunt u dat toelichten?
Antwoord 4
De voornaamste uitdaging bij de evacuatie werd gevormd door andere factoren zoals
de slechte veiligheidssituatie en chaos rondom het vliegveld waardoor mensen de poorten
van de luchthaven moeilijk konden bereiken. Daarnaast speelden de tijdsdruk onder
welke de evacuatie moest worden opgezet en onder welke deze van de VS moest worden
afgerond, en de beperkte capaciteit van het vliegveld een rol. Dat er aanzienlijk
meer Nederlanders in Afghanistan waren dan verwacht heeft wel impact gehad op de omvang
van de evacuatieoperatie. Zoals gemeld in het feitenrelaas dat de Kamer op 7 september
jl. is toegegaan, is bij de planning uitgegaan van 250–300 personen die nog geëvacueerd
zouden moeten worden in de laatste fase, waaronder de Nederlandse en lokale staf van
de ambassade, geregistreerde Nederlanders in Afghanistan, een aantal Zwitsers (conform
eerder gemaakte afspraken) en een kleine dertig Hongaarse beveiligers van de ambassade.
Vraag 5
Om welke redenen waren veel Nederlandse Afghanen nog in Afghanistan, ondanks het negatieve
reisadvies en de oproep om het land te verlaten en ondanks het feit dat de terugtrekkingsdeadline
van 1 september al maanden bekend was?
Antwoord 5
De redenen voor hun aanwezigheid, ondanks het negatieve reisadvies en oproepen het
land te verlaten, zijn mij niet bekend.
Vraag 6
Waarom zijn deze personen niet eerder op eigen gelegenheid teruggereisd?
Antwoord 6
Het is mij niet bekend waarom personen niet eerder op eigen gelegenheid het land hebben
verlaten, ondanks de oproep het land te verlaten.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u het gegeven dat zoveel Afghanen het land bezoeken dat ze eerder ontvlucht
zijn?
Antwoord 7
Dat personen geruime tijd nadat zij een verblijfsvergunning hebben gekregen tijdelijk
terugkeren naar het land van herkomst, is in zichzelf geen reden om aan te nemen dat
er op het moment van verlenen van asiel geen reden was om asielbescherming te bieden.
Zo kan vanwege het tijdsverloop sprake zijn van gewijzigde omstandigheden. Dit ligt
anders wanneer de terugkeer plaatsvindt terwijl de vreemdeling nog in het bezit is
van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Het is staand beleid dat indien
is gebleken dat een vreemdeling met een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd
is teruggekeerd naar zijn land van herkomst, er op basis van de individuele omstandigheden
door de IND beoordeeld wordt of hij of zij nog bescherming nodig heeft en of de vergunning
dient te worden ingetrokken. Onder de personen die geëvacueerd zijn bevonden zich
voor zover nu bekend is geen personen met een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde
tijd.
Vraag 8
Kunt u aangeven wat de redenen van het verblijf van deze personen in Afghanistan waren?
Antwoord 8
De redenen zijn mij niet bekend.
Vraag 9
In hoeverre is het evacueren en repatriëren van deze Nederlandse Afghanen ten koste
gegaan van bijvoorbeeld Afghaanse tolken of andere personen die in aanmerking kwamen
voor vertrek naar Nederland?
Antwoord 9
Zoals gemeld in het antwoord op vraag 4 werd de voornaamste uitdaging bij de evacuatie
gevormd door andere factoren zoals de slechte veiligheidssituatie en massaliteit rondom
het vliegveld waardoor mensen de poorten van de luchthaven moeilijk konden bereiken.
Vraag 10
Bevonden of bevinden zich in Afghanistan ook Afghanen die in Nederland wonen en niet
de Nederlandse nationaliteit, maar slechts een verblijfsvergunning hebben? Zo ja,
hoeveel en welke verblijfsrechtelijke consequenties verbindt u hieraan?
Antwoord 10
Er bevinden zich Afghanen met een Nederlandse verblijfsvergunning in Afghanistan.
Het exacte aantal is niet bekend. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 7, is
het staand beleid dat indien is gebleken dat een vreemdeling met een verblijfsvergunning
asiel voor bepaalde tijd (tijdelijk) is teruggekeerd naar zijn land van herkomst,
er op basis van de individuele omstandigheden door de IND beoordeeld wordt of hij
of zij nog bescherming nodig heeft en of de vergunning dient te worden ingetrokken.
Vraag 11
Kunt u aangeven hoeveel aanmeldingen er zijn geweest voor evacuatie vanuit Afghanistan
tot dusver?
Antwoord 11
Uw kamer wordt voorafgaand aan het plenaire debat over Afghanistan geïnformeerd middels
een stand van zakenbrief. Hierin zullen onder meer de aantallen terugkomen.
Vraag 12
Kunt u een toelichting geven op de band van Nederland met de 150 «Afghaanse helpers
inclusief gezinnen»?
Antwoord 12
Dit betreft Afghanen die vallen binnen de motie Belhaj, zoals aan de Kamer geïnformeerd
op 18 augustus1 Afghanen die voor Nederland of in het kader van de Nederlandse bijdragen aan internationale
militaire of politiemissies hebben gewerkt en daardoor een verhoogd risico lopen,
in het bijzonder medewerkers van Nederlandse ontwikkelingsprojecten, mensenrechten-
en vrouwenrechtenverdedigers en (fixers van) journalisten.
Vraag 13
Wilt u iedere vraag afzonderlijk en uiterlijk 6 september beantwoorden?
Antwoord 13
De vragen zijn afzonderlijk beantwoord en zo spoedig als mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.