Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over het gebruik van een verboden landbouwgif in viskwekerijen
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het gebruik van een verboden landbouwgif in viskwekerijen (ingezonden 7 juni 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 13 september
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3239.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Banned pesticide blamed for killing bees may be approved
for fish farms»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u uitsluiten dat imidacloprid wordt gebruikt bij de kweek van vis in Nederland?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke andere gifstoffen zijn toegestaan bij de kweek van
vis in Nederland?
Antwoord 2
In Nederland en in de EU is het verboden diergeneesmiddelen te gebruiken bij voedselproducerende
dieren wanneer er geen Maximale Residu Limiet (MRL) is. Recent is voor imidacloprid
een MRL voor vissen vastgesteld (september 2020) en deze is opgenomen in Verordening
(EU) Nr. 37/2010. Echter is in de EU tot op heden geen diergeneesmiddel toegelaten
met imidacloprid. Dat betekent dat imidacloprid als diergeneesmiddel nog steeds niet
is toegestaan om te gebruiken bij vissen. Het gebruik van diergeneesmiddelen met deze
stof uit derde landen is in de EU ook niet toegestaan.
Vraag 3
Beaamt u dat imidacloprid slecht is voor aquatische ecosystemen en daarom zeker niet
gebruikt moet worden bij de kweek van vis in open water? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Imidacloprid is toxisch voor aquatische organismen en het gebruik ervan in open water
kan daarom risico’s voor het milieu met zich meebrengen. De mate van toxiciteit is
echter afhankelijk van de concentratie in het water. De concentratie in het water
hangt weer af van de manier van toedienen en de gebruikte dosering. De aanvrager van
de MRL voor imidacloprid in vissen (zie hiervoor ook het antwoord op vraag 4) is ook
een diergeneesmiddel aan het ontwikkelen voor de bestrijding van zeeluizen bij zalmen.
Volgens de informatie op de website van dit bedrijf wordt dit middel niet in open
water gebruikt maar in baden waarvan het water gezuiverd wordt van imidacloprid. Of
een dergelijk gesloten systeem de risico’s voor het milieu voldoende beperkt zal bij
de aanvraag voor toelating worden beoordeeld door de bevoegde autoriteit (zie ook
het antwoord op vraag 5). Het middel heeft nu nog geen toelating in de EU.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat er in de Europese Unie een discussie speelt over het opstellen
van residunormen (Maximale Residu Limieten (MRL's)) voor imidacloprid in kweekvis,
waarmee het mogelijk zou worden om kweekvis te importeren van buiten de Europese Unie
met resten van gif waarvan het gebruik binnen de Europese Unie verboden is, zoals
clothianidin, imidacloprid en thiamethoxam? Zo ja, kunt u aangeven waar deze discussie
momenteel staat?
Antwoord 4
Het Europees geneesmiddelenagentschap (EMA) heeft recent een MRL vastgesteld voor
imidacloprid (Imidacloprid 004481-FULL-0002 – Summary of opinion (europa.eu)) voor vissen en als zodanig opgenomen in Verordening (EU) Nr. 37/2010. Een MRL wordt
aangevraagd door een bedrijf dat mogelijk een diergeneesmiddel op de markt wil brengen
en levert hiervoor de wetenschappelijke data aan. Het EMA beoordeelt deze en stelt
een MRL vast. Bij de afweging hiervoor wordt alleen rekening gehouden met de voedselveiligheid,
het moet veilig zijn voor de mens om deze vissen te kunnen eten. Wanneer een bedrijf
vervolgens een aanvraag indient voor een handelsvergunning voor een diergeneesmiddel
met imidacloprid als actieve stof, wordt het diergeneesmiddel beoordeeld op werkzaamheid,
veiligheid en kwaliteit; een onderdeel hiervan is de milieubeoordeling die meeweegt
in de baten/risicoafweging voor zo’n diergeneesmiddel.
Voor de stoffen clothianidin en thiamethoxam zijn geen MRLs vastgesteld in de EU,
dus deze stoffen mogen bij import niet in vissen aanwezig zijn. De aanwezigheid van
imidacloprid moet bij de vissen die geïmporteerd worden onder de EU MRL zijn.
Vraag 5
Deelt u de overtuiging dat Nederland geen kweekvis op de markt toe zou moeten laten
waar bij de kweek zeer schadelijke gifstoffen, zoals imidacloprid, zijn gebruikt?
Zo ja, heeft u aan de Europese Commissie kenbaar gemaakt dat Nederland tegen het opstellen
van deze MRL's is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het vaststellen van MRL’s voor het gebruik van diergeneesmiddelen is een wetenschappelijke
afweging. Het EMA maakt deze afweging op basis van alle recente wetenschappelijke
data. Zoals gezegd wordt een MRL vastgesteld om de voedselveiligheidsrisico’s voor
de mens uit te sluiten. Een MRL neemt niet de milieurisico’s mee, dat gebeurt later
in de milieubeoordeling die onderdeel is van de beoordeling van de aanvraag voor een
handelsvergunning voor een diergeneesmiddel. Dit is een wetenschappelijke afweging.
Wanneer er uit deze beoordeling milieubezwaren komen, worden die meegewogen in de
baten/risico-balans die bij een toelating van een diergeneesmiddel hoort; de baten
voor het dier afgewogen tegen de risico’s voor het milieu. Wanneer deze balans negatief
is, krijgt het middel geen handelsvergunning.
Vraag 6
Hoeveel vissen worden er jaarlijks gekweekt voor consumptie in Nederland?
Antwoord 6
Tabel: Productie viskweeksector
Productie (ton)
2009
2011
2019
–
Paling
3.000
2.000
2.200
–
Meervalachtigen
4.000
2.100
2.700
–
Snoekbaars
130
190
100
–
Tilapia
–
5
1
–
Tarbot
210
270
30
–
Forel en overig
–
50
40
–
Yellowtail kingfish
–
–
430
Vraag 7
Kunt u per vissoort aangeven welk percentage kweekvissen voortijdig sterft en wat
de belangrijkste oorzaak is voor de sterfte van deze soort?
Antwoord 7
De sterfte per jaar is erg laag bij vis gekweekt in Recirculating Aquaculture Systems
(RAS)-systemen. Een RAS-systeem werkt in tegenstelling tot andere teeltsystemen, met
biologische filters en kan de waterkwaliteit in het systeem goed reguleren. De kwekers
in Nederland zijn verplicht om de dode vissen gekoeld te verzamelen en vervolgens
aan Rendac te leveren. Elke kweker heeft zo de gegevens van de dode vis in de administratie.
Bij paling is zelfs de registratie van de sterfte per systeem opgenomen in de Sustanaible
Eel Standard (SES) certificering. De totaal gegevens per vissoort zijn niet bekend.
Voor de sterfte die er plaatsvindt is in de meeste gevallen geen primaire oorzaak
aan te wijzen. Er worden geen percentages bijgehouden van de sterfte.
Vraag 8
Wat zijn wettelijke toegestane antibiotica, hormonen of andere medicijnen en middelen
voor kweekvis? Wat zijn de daadwerkelijk gebruikte antibiotica, hormonen of andere
medicijnen en middelen voor kweekvis? Bestaan er verschillen tussen de lijsten van
gebruikte en toegestane antibiotica, hormonen of andere medicijnen en middelen voor
kweekvis?
Antwoord 8
In Nederland is één diergeneesmiddel toegelaten voor gebruik bij kweekvis. Dit betreft
een vaccin. In de EU zijn meerdere diergeneesmiddelen toegelaten.2 Via de zogenaamde cascade mogen dierenartsen diergeneesmiddelen uit andere lidstaten
voorschrijven. Diergeneesmiddelen voor voedselproducerende dieren zijn altijd voorschriftplichtig,
wat wil zeggen dat een dierenarts een diagnose moet stellen en de middelen moet voorschrijven.
Voor het gebruik van antibiotica is door de Wageningen University het formularium
kweekvis opgesteld3, dat dierenartsen gebruiken bij het voorschrijven van antibiotica.
Er is geen centrale database voor kweekvissen waarin het gebruik van diergeneesmiddelen
moet worden bijhouden. Wel moeten de dierenarts en de houder van dieren zelf een diergeneesmiddelenlogboek
bijhouden van wat is voorgeschreven en gebruikt. Dit is geregeld in de Regeling diergeneeskundigen
en de Regeling houders van dieren. Op 28 januari 2022 wordt de nieuwe EU verordening
diergeneesmiddelen van kracht. Daarin staan voor de aquacultuurdieren een aantal nieuwe
bepalingen om het risico op antibioticaresistentie te beperken. Zo komt er een vastgestelde
lijst van antibiotica die bij vissen gebruikt mogen worden. Van de aquacultuurdieren
moeten ook per 2027 de verkoop- en gebruiksgegevens van antimicrobiële middelen worden
geregistreerd. Voor wat betreft het daadwerkelijke gebruik wordt de gedragscode gehanteerd.
Er worden minimale hoeveelheden antibiotica gebruikt en dan alleen nog bij jonge visjes.
Hormonen worden niet gebruikt. Voor wat betreft andere medicijnen worden alleen enkele
wormmiddelen, zoals mebendazole, sporadisch toegepast, maar ook alleen degene die
in de gedragscode staan.
Vraag 9
Wat zijn de wettelijke eisen voor het gebruik van antibiotica, hormonen of andere
medicijnen en middelen voor gesloten kweekvissystemen? Wat zijn de wettelijke eisen
voor het zuiveren van het afvalwater? Wie controleert dit en hoe vaak gebeurt dit?
Antwoord 9
Voor wat betreft de wettelijke eisen voor het zuiveren van het afvalwater moet elke
kweker over een lozingsvergunning beschikken. Afhankelijk of op het riool of op oppervlaktewater
wordt geloosd kunnen de lozingseisen variëren. Ook verschillen de eisen per provincie.
Elk bedrijf wordt meerdere malen per jaar gecontroleerd door de Nederlandse Voedsel-
en Warenautoriteit (NVWA) en/of waterschappen.
Vraag 10
Kunt u uitsluiten dat hormonen of medicijnen en middelen en/of resistente micro-organismen
kunnen worden aangetroffen in kweekvissen die via de supermarkt worden verkocht? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, welke middelen worden teruggevonden in kweekvissen?
Antwoord 10
Hormonen, medicijnen en (resistente) micro-organismen kunnen voorkomen in oppervlaktewater
waaraan dergelijke middelen niet toegevoegd zijn, al is dat normaal gesproken in onschadelijke
gehaltes. De NVWA monitort, als onderdeel van het Europees verplichte Nationaal Plan
Residuen, periodiek steekproefsgewijs op het gebruik van verboden stoffen en diergeneesmiddelenresiduen
in de viskweekhouderij. In de afgelopen jaren zijn daarbij geen normoverschrijdingen
vastgesteld.
Vraag 11
Kunt u aangeven hoeveel procent van de kweekvissen besmet is met bacteriën die resistent
zijn voor antibiotica (uitgesplitst naar Nederlandse en geïmporteerde kweekvis)?
Antwoord 11
Er zijn geen resistentiegegevens specifiek van de nationale aquacultuurproductie bekend.
Vraag 12
Hoe vaak controleert de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit kweekvissen uit de
supermarkt op mogelijke aanwezigheid van bacteriën die resistent zijn voor antibiotica
of medicijnresten of middelen? Hoeveel monsters zijn er in de afgelopen drie jaar
genomen? Bij welk percentage werden bacteriën die resistent zijn voor antibiotica
vastgesteld en bij welk percentage werden medicijnresten of middelen vastgesteld?
Antwoord 12
Sinds 2015 wordt door de NVWA gekeken naar Extended Spectrum Beta Lactamase (ESBL)
producerende enterobacteriaceae in importstromen van tilapia, pangasius en garnalen,
elk ca. 100 monsters per jaar. Tussen 1 en 2,5 procent van de monsters worden positief bevonden. Incidenteel, 1 à
2 monsters per jaar, worden carbapenemase producerende soorten, Klebsiella en Enterobacter,
geïsoleerd.
Vraag 13
Kunt u aangeven hoeveel in het wild gevangen vissen, per kilogram slachtgewicht, gevoerd
worden aan kweekvissen, graag uitgesplitst naar vissoort?
Antwoord 13
Ik beschik niet over gedetailleerde informatie over de hoeveelheden gevangen vis welke
gevoerd wordt aan kweekvis. Visvoerfabrikanten zijn bezig om minder vismeel en -olie
te gebruiken als grondstof voor viskweek. Zo wordt de hoeveelheid vis die gevangen
wordt om voer te produceren voor met name zalm en forel sterk gereduceerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.