Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boswijk, Amhaouch en Inge van Dijk over de schadevergoeding na de wateroverlast in Limburg en Brabant
Vragen van de leden Boswijk, Inge van Dijk en Amhaouch (allen CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de schadevergoeding na de wateroverlast in Limburg en Brabant (ingezonden 16 augustus 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 10 september 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3940.
Vraag 1
Op 13 augustus heeft de Kamer informatie ontvangen over de stand van zaken van de
vergoeding van waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant.
Wat opvalt is de afbakening van het schadegebied, dat niet overeenkomt met het schadegebied
zoals in de praktijk aan de orde is. Welke criteria worden gehanteerd om gebieden
en/of getroffenen te identificeren?
Antwoord 1
De criteria voor het bepalen van het schadegebied zijn opgenomen in de Wet tegemoetkoming
schade bij rampen (Wts). In dat gebied dient sprake te zijn van een overstroming door
zoet water, een aardbeving dan wel een ramp met vergelijkbare impact en er dient sprake
te zijn van materiële schade of kosten zoals opgenomen in artikel 4 van de Wts (onder
andere schade aan woning, woonwagen, inboedel, en openbare infrastructurele voorzieningen).
Bij koninklijk besluit, gepubliceerd in het Staatsblad van 9 september 2021, is de
Wts van toepassing verklaard op afstromend water in Limburg. In afstemming met betrokken
partijen zoals de gemeenten, veiligheidsregio’s, waterschappen en provincies is de
afgelopen periode gewerkt aan het vaststellen van het schadegebied op grond van de
Wts.
Vraag 2
Welk handelingskader hebben provincies en/of anderen om getroffen ondernemers in aanmerking
te laten komen voor bepaalde tegemoetkoming in schade?
Antwoord 2
De extreme wateroverlast in Limburg is door het kabinet tot ramp verklaard. Daarom
zet het kabinet de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) in. De Wts is een vangnet
voor materiële schade die niet verzekerbaar, niet verhaalbaar en niet vermijdbaar
is. Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming moet iemand schade hebben geleden
in het vastgestelde schadegebied. In de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg
en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021, gepubliceerd
in de Staatscourant van 9 september 2021, zijn de voorwaarden nader uitgewerkt. De
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de regeling uit. Vanaf 9 augustus
is het voor getroffenen mogelijk om schade te melden bij RVO. Vanaf de week van 6 september
start RVO met het laten uitvoeren van de eerste schade expertises. Als de schadeformulieren
retour ontvangen zijn zal RVO namens de Minister van Justitie en Veiligheid op de
aanvragen besluiten en uitbetalen.
In het derde kwartaal van 2021 kunnen ondernemers een beroep doen op de NOW en TVL
wanneer zij aan de voorwaarden voor deze regelingen voldoen. Ten aanzien van de economische
schade als gevolg van omzetderving wil het kabinet het gesprek voeren met de regio
en ondernemersvertegenwoordigers, gericht op kosten in het vierde kwartaal van 2021,
waarbij nadrukkelijk aandacht is voor proportionaliteit (hoeveel ondernemers hebben
nog omzetschade in het vierde kwartaal), uitvoerbaarheid en precedentwerking.
Vraag 3
Bent u op de hoogte dat ook meer stroomafwaarts, dus buiten de huidige afbakening
van het schadegebied, ondernemers zwaar getroffen zijn?
Antwoord 3
Ik ben ervan op de hoogte dat op meerdere plekken langs de Maas medio en eind juli
schade is ontstaan als gevolg van de hoge waterstanden.
Vraag 4, 5, 6
Komt door dit besluit het rechtgelijksheidsprincipe niet in het geding?
Deelt u de mening dat ondernemers die buiten het afgebakende gebied vallen die aantoonbaar
schade hebben geleden als gevolg van het hoge water ook voor compensatie in aanmerking
moeten komen?
Hoe wilt u dit gaan formaliseren en organiseren?
Antwoord 4, 5, 6
De Wts is een instrument van de rijksoverheid om gedupeerden van een ramp die valt
onder de werking van de wet, een tegemoetkoming in de geleden schade en gemaakte kosten
te verstrekken. Voor toepassing van de Wts dient in ieder geval sprake te zijn van
een ramp als bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr). Het kabinet
is van mening dat de gebeurtenissen in Limburg en een beperkt deel van Noord-Brabant
in juli 2021 als ramp in vorenstaande zin moeten worden gezien. Deze ramp heeft plaatsgevonden
in het vastgestelde schadegebied. Buiten dit gebied is er geen sprake van een ramp
als hiervoor bedoeld. Het is binnen de huidige wetgeving dan ook niet mogelijk om
gebieden buiten het schadegebied onder de ministeriële regeling voor de ramp medio
juli te laten vallen.
Vraag 7
In de praktijk worden gronden door ondernemers en grondeigenaren onderling tijdelijk
geruild. Dit komt de bodemgezondheid ten goede. De huidige regelingen sluiten onvoldoende
aan bij deze in de praktijk gebruikelijke werkwijze. Bent u bereid hier opnieuw naar
te kijken?
Antwoord 7
Een gedupeerde, ongeacht of dit een gebruiker van de grond of een grondeigenaar is,
kan, indien wordt voldaan aan de voorwaarden in de Regeling tegemoetkoming waterschade
in Limburg en langs het onbedijkte deel van de Maas in Noord-Brabant in juli 2021,
een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in schade. Op basis van de Wts kan per
schade aan een perceel één aanvraag worden gedaan voor teeltplanschade. Wie de schade
aanvraagt en, indien aan de voorwaarden voldaan wordt, een tegemoetkoming krijgt is
afhankelijk van de civielrechtelijke relatie tussen de grondeigenaar en de grondgebruiker.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.