Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over dat er negen jaar na de aardbeving bij Huizinge een chronische ramp gaande is in Groningen
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over dat er negen jaar na de aardbeving bij Huizinge een chronische ramp gaande is in Groningen (ingezonden 9 augustus 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 9 september 2021)
Vraag 1
Bent u het eens met de stelling dat er meer stress en verdeeldheid ontstaat in het
aardbevingsgebied wanneer er weer extra ongelijkheid ontstaat en de beloftes uit het
bestuursakkoord niet worden waargemaakt?
Antwoord 1
Op 6 november 2020 zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met de provincie Groningen
en de vijf aardbevingsgemeenten1. De uitvoering van deze afspraken wordt wel degelijk waargemaakt. Met de uitvoering
van deze afspraken worden concrete stappen gezet voor de bewoners en de veiligheid
van hun woningen in het aardbevingsgebied in Groningen. Daarbij is er niet alleen
aandacht voor de fysieke veiligheid, maar zijn er ook afspraken gemaakt en middelen
beschikbaar gesteld voor agrariërs, MKB’ers, erfgoed en sociaal-emotionele ondersteuning.
De bestuurlijke afspraken hebben ook tot doel nieuwe moeilijk uitlegbare verschillen
in het gebied als gevolg van wisselende beoordelingsmethoden zo veel mogelijk te voorkomen
en indien nodig maatwerk toe te passen. Daartoe is een set aan maatregelen afgesproken
van in totaal ruim € 1,5 miljard bovenop wat noodzakelijk is voor de veiligheid.
Vraag 2
Staat u nog steeds achter uw belofte van 21 april 2021 toen u stelde dat «de versterking
nu echt op stoom komt»? Staat u voorts achter uw uitspraak van 3 juni 2021 toen u
zei: «de verwachtingen voor een hoger tempo in de uitvoering in 2021 zijn positief»?2
Antwoord 2
Ja, ik sta achter deze uitspraken. Zoals in de brief over de voortgang van de versterking
van 25 juni jl. al is aangegeven zijn circa 1.500 adressen daadwerkelijk in uitvoering3. Het streven van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) is om in 2021 in totaal
voor 1.500 adressen het versterkingsproces af te ronden, een verdubbeling t.o.v. 2020.
Dit is volgens de NCG nog steeds haalbaar. Daarnaast verwacht de NCG de in de eerste
helft van dit jaar opgelopen vertraging bij het aantal opnames en beoordelingen in
de tweede helft van dit jaar grotendeels in te halen en uit te komen op in ieder geval
2650 opnames en 4.000 beoordelingen. Bij het bereiken van deze aantallen speelt de
invoering van de typologieaanpak een belangrijke rol. Met deze aanpak kan de NCG bepaalde
typen woningen eenvoudiger en sneller opnemen en beoordelen. Tevens pakt de NCG naast
de complexere projecten meer panden op waarbij lichtere versterkingsmaatregelen nodig
zijn. Dit betekent dat meer panden sneller veilig zullen zijn.
Vraag 3
Herkent u dat in het tweede kwartaal van 2021 er slechts 54 woningen zijn versterkt?
Met een tempo van gemiddeld 18 versterkte woningen per maand kan toch niet gesproken
worden van «op stoom komen» en «een hoger tempo»?4
Antwoord 3
Ik herken het cijfer van 54 woningen niet. In het tweede kwartaal is voor 17 adressen
het versterkingstraject afgerond en is bij 61 adressen de bouw afgerond. Dat wil zeggen
dat bij 61 gebouwen het versterkingstraject nog formeel c.q. administratief afgesloten
moet worden met de bewoner. Dit is te vinden in het online dashboard dat de NCG maandelijks
op zijn website publiceert5. Daarin is te zien dat dit jaar tot en met juli voor 287 adressen het versterkingstraject
is afgerond. Zoals gemeld in het antwoord op vraag 2 zal in de tweede helft van het
jaar een inhaalslag gemaakt worden.
Vraag 4
Weet u dat er mensen zijn die al in 2017 een inspectie gehad hebben voor hun woning
nog steeds geen versterkingsadvies hebben ontvangen? Bent u ervan op de hoogte dat
deze mensen in het kader van het bestuursakkoord een brief hebben gehad met de belofte
dat ze voor 1 juli 2021 zouden horen waar ze aan toe zouden zijn? Is u bekend dat
ze nog steeds geen duidelijkheid hebben?
Antwoord 4
Het is mij bekend dat in 2017 inspecties zijn uitgevoerd, waarvan een groep eigenaren
nog steeds geen versterkingsadvies heeft ontvangen. De eerder gecommuniceerde datum
van 1 juli 2021 voor het versterkingsadvies aan deze bewoners is helaas niet gehaald.
Er is enige tijd onduidelijkheid geweest over de rekenmethodiek voor het versterkingsadvies,
waardoor de opdrachtverstrekking van de NCG aan ingenieursbureaus later heeft plaatsgevonden
dan gepland. Eigenaren van woningen die in aanmerkingen komen voor een herbeoordeling
hebben in juli een brief ontvangen waarin staat dat ze het versterkingsadvies voor
januari 2022 ontvangen. In deze brief aan bewoners staat tevens aangegeven dat bewoners
bij hun bewonersbegeleider of het bewonerscontactcenter van de NCG terecht kunnen
voor nadere (tussentijdse) informatie.
De andere eigenaren die nog wachten op een versterkingsadvies hebben dit voorjaar
een brief gehad naar aanleiding van de bestuurlijke afspraken waarin is aangegeven
dat het de ambitie van het Rijk, regionale overheden en NCG is om alle opnames en
beoordelingen eind 2023 af te ronden.
Vraag 5
Wanneer is het meerjaren versterkingsprogramma gereed? Wordt dit programma openbaar
en voor alle bewoners inzichtelijk? Van welke einddatum van de versterking wordt hierin
uitgegaan?
Antwoord 5
Het Meerjaren Versterkingsplan (MJVP) wordt vastgesteld op basis van de lokale programma’s
van aanpak van de vijf aardbevingsgemeenten, waarmee de gemeenten sturing geven aan
de planning en de uitvoering van de versterkingsopgaven. Daarnaast worden de bestuurlijke
afspraken van 6 november 2020 betrokken in het MJVP. Gemeenten zijn momenteel druk
bezig met het opstellen van deze programma’s. Doordat de validatie van de typologie-aanpak
langer op zich liet wachten, heeft het proces vertraging opgelopen.
De lokale programma’s van aanpak worden dit najaar door de gemeenteraden vastgesteld.
Hierna wordt het MJVP met de planning van alle projecten van de versterking vastgesteld
tussen Rijk en regio. Ik zal uw Kamer hier aansluitend over informeren, inclusief
een overzicht van de gemeentelijke doelstellingen en de projecten die in 2022 starten.
De NCG streeft ernaar de versterkingsopgave in 2028 te kunnen afronden. Dit is ook
in lijn met het belang dat het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) aan deze termijn
hecht. Een belangrijke factor voor het behalen van deze ambitie is de beschikbare
capaciteit in de bouwsector. Door de grote landelijke bouwopgaven kan de beschikbare
capaciteit onder druk komen te staan. Daarom is het belangrijk dat het MJVP voor de
bouwsector voorspelbare werkstromen in beeld brengt. Op basis hiervan voert de NCG
overleg met bouwers en ook Bouwend Nederland. Het MJVP wordt frequent bijgewerkt op
basis van actuele voortgang en inzichten, onder andere over de bouwcapaciteit, de
werking van de typologieaanpak en aantallen woningen die daadwerkelijk versterkt moeten
worden of juist niet. Ik zal uw Kamer hier jaarlijks over informeren.
Vraag 6
Kent u het bericht «Boer Henk na aardbeving al zeven jaar van kastje naar muur, niemand
wil voor kosten opdraaien»? Bent u van mening dat het rechtvaardig is dat iemand die
door de gaswinning in onveiligheid is gekomen zijn bedrijf kwijt dreigt te raken omdat
hij na de versterking geen vergunning meer krijgt in het kader van de stikstofuitstoot?
Wat gaat u doen voor deze agrariër? Kunt u de Tweede Kamer een overzicht doen toekomen
van de stand van zaken van agrariërs die te maken hebben met schade en versterken?6
Antwoord 6
Ik ben bekend met het bericht. De Provincie Groningen heeft laten weten dat deze casus
is opgepakt binnen het Agroprogramma. Vanuit dit programma onder regie van de Provincie
worden samen met de gemeente en de NCG de verschillende oplossingsmogelijkheden verkend.
Ik zal u op korte termijn per brief informeren over onder andere de stand van zaken
met betrekking tot schadeafhandeling en de versterkingsopgave voor agrariërs.
Vraag 7
Kent u het bericht «Onrust in Overschild: Midden-Groningen betaalt crisisbezweerder
voor complexe versterkingsgevallen»? Snapt u dat bewoners die 150.000 euro te kort
komen niet zitten te wachten op een mediator, maar op een oplossing en stellen: «Die
medewerker kan er niets aan doen, maar ik denk alleen maar: die vreet ons geld op»?
Snapt u dat bewoners die al 9,5 jaar in ellende zitten over de overheid zeggen: «het
is gewoon een roversbende»?7, 8
Antwoord 8
Ik heb kennis genomen van het artikel. Dit heeft betrekking op de versterking van
woningen in batch 1588. In de brief over de voortgang van de versterking van 25 juni
jl. is aangegeven dat met Groningse bestuurders aanvullende afspraken zijn gemaakt
over deze batch, onder meer over de gestegen bouwkosten9. Met betrekking tot het dorp Overschild is aanvullend afgesproken dat de gemeente
Midden-Groningen individueel maatwerk biedt als de eigenaar bij sloop/nieuwbouw met
de prijslijstsystematiek van batch 1588 niet ten minste een vergelijkbare gebruiksoppervlakte
en vergelijkbare gebruiksmogelijkheden kan realiseren in de nieuwbouwwoning ten opzichte
van de te slopen woning. Deze afspraak is in lijn met het aangenomen amendement Beckerman
en geldt ook voor soortgelijke situaties elders10. In Overschild is elk adres uniek. De inzet van een onafhankelijk gespreksleider
is noodzakelijk om de gesprekken met de eigenaren over hun budgetten goed te laten
verlopen. De kosten voor de inzet van de mediator betaalt de gemeente en worden niet
in mindering gebracht op het budget dat voor versterking of sloop-nieuwbouw beschikbaar
is.
Vraag 8
Geeft u reeds uitvoering aan het aangenomen amendement van het lid Beckerman (Kamerstuk
35 603, nr. 39) waarmee wettelijk wordt vastgelegd dat alle eigenaren in Groningen recht hebben
op een woning die na versterking ten minste een vergelijkbare gebruiksfunctie, gebruiksmogelijkheden
en woonoppervlakte heeft? Hoe voorkomt u dat bewoners alsnog geld moeten bijleggen
wanneer ze terug willen wat ze hadden? Wat gaat u doen om de ontwrichting in Overschild
en andere dorpen die door de overheid is aangericht, door gedupeerden in te delen
in verschillende groepen met andere regels, eindelijk te verhelpen?
Antwoord 8
Zoals ik in mijn brief van 3 maart 2021 heb aangegeven, is het staande praktijk woningen
op een dusdanige manier te versterken dat deze naar aard, omvang en gebruik zoveel
mogelijk vergelijkbaar blijven11. In de beantwoording van de Kamervragen van 3 mei 2021 heb ik verder aangegeven dat
de intentie is dat de staande praktijk wordt voortgezet, maar ook dat het niet in
alle gevallen mogelijk is om in absolute zin te garanderen dat een woning hetzelfde
blijft12. Soms is er bijvoorbeeld geen alternatief voor een versterkingsmaatregel of veranderen
wettelijke bouweisen, hetgeen ertoe kan leiden dat de gebruiksoppervlakte iets kleiner
wordt. In die gevallen wordt in overleg met de eigenaar gekeken hoe deze maatregelen
op een zo goed mogelijke manier kunnen worden ingepast of gecompenseerd worden waardoor
het eindresultaat op de tevredenheid van de bewoner kan rekenen. Die werkwijze geldt
voor de hele versterkingsoperatie. Op deze wijze wordt geen uitzondering gemaakt tussen
verschillende batches. Voor een toelichting op de aanpak van de gemeente in Overschild
verwijs ik u naar het antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Weet u dat er gedupeerden in batch 1588 zijn die nog steeds niet voldoende geld krijgen
om een vergelijkbare woning terug te bouwen? Weet u dat er gedupeerden in batch 1588
zijn die een kleiner huis terug krijgen na de versterking? Kunt u de Tweede Kamer
een gespecificeerd overzicht doen toekomen hoe de extra uitgetrokken € 85 miljoen
wordt uitgegeven? Is dit voldoende om alle gedupeerden recht te doen?
Antwoord 9
Voor een toelichting op de uitvoering van batch 1588 verwijs ik naar het antwoord
op vraag 7. Met deze afspraken is € 85 mln. gemoeid. Daarmee is er voldoende geld
om een woning terug te bouwen met vergelijkbare gebruiksmogelijkheden en die tevens
voldoet aan de huidige bouwregelgeving. Dat geldt tevens voor meerkosten in verband
met stijgende bouwkosten die worden geïndexeerd op basis van de BDB-index, evenals
de meerkosten in verband met BENG (Bijna Energie Neutrale Gebouwen) en in verband
met tijdelijke huisvesting via de NCG in plaats dat eigenaren het zelf regelen. Daarnaast
kan voor een aantal te slopen panden de korting Verhuurderheffing niet worden geëffectueerd,
omdat de hiervoor wettelijke termijnen worden overschreden. Deze korting op de verhuurderheffing
is bij de totstandkoming van het financieel arrangement van batch 1588 ingezet als
dekkingsmiddel. Deze niet te effectueren korting wordt gedekt uit deze € 85 mln.
Vraag 10
Wanneer hebben bewoners die nu nog niets weten over de versterking van hun huis uiterlijk
duidelijkheid? Klopt het dat deze mensen nu niet in aanmerking komen voor de subsidies
voor het verduurzamen en verbeteren van de woning? Hoeveel inwoners van het bevingsgebied
kunnen nu al de genoemde subsidie aanvragen? Hoeveel inwoners niet en wanneer komen
zij wel in aanmerking?
Antwoord 10
De ambitie van het Rijk, regionale overheden en NCG is om alle opnames en beoordelingen
van woningen en gebouwen in het versterkingsprogramma van NCG eind 2023 af te ronden.
Daarmee krijgen bewoners duidelijkheid over de vraag of hun woning versterkt moet
worden om aan de veiligheidsnorm te voldoen. Het klopt niet dat deze eigenaren hierop
moeten wachten om de subsidieaanvraag te kunnen doen. Eigenaren kunnen de subsidie
voor verduurzamen en verbeteren van de woning nu al aanvragen. Mochten zij dat nog
niet hebben gedaan wanneer NCG het versterkingsadvies met de eigenaar bespreekt, dan
zal de NCG bij de gesprekken over de planvorming voor de versterking de eigenaar ook
informeren hoe de regelingen kunnen worden ingezet bij de versterking. Bijvoorbeeld
door de maatregelen voor verduurzaming en woningverbetering tegelijk met de versterking
door dezelfde aannemer te laten uitvoeren. Dit voorkomt dat de eigenaar meerdere keren
overlast ervaart door werkzaamheden en zo de versterking zo gestructureerd en compleet
mogelijk uitgevoerd kan worden.
Vraag 11
Is de beloofde inventarisatie van de hoeveelheid mensen die in een schrijnende situatie
zitten inmiddels uitgevoerd? Zo ja, kan deze gedeeld worden met de Tweede Kamer? Zo
nee, wanneer wordt deze verwacht? Kunnen gedupeerden in en schrijnende situatie reeds
geholpen worden en aanspraak maken op een deel van de gereserveerde € 50 miljoen?
Antwoord 11
In de bestuurlijke afspraken is voor het oplossen van deze situaties 50 mln. euro
gereserveerd13. Op 8 juli jl. hebben de gemeenten een brief ontvangen van het interventieteam met
de vraag om vastgelopen dossiers aan te dragen. Het interventieteam zal op basis van
deze inventarisatie de aangedragen zaken bekijken en bestuderen hoe de ontstane problemen
opgelost kunnen worden, zodat bewoners weer perspectief geboden kan worden. Hiermee
verwacht het interventieteam in september te beginnen. Eind 2021 wordt uw Kamer geïnformeerd
over de voortgang.
Vraag 12
Wat is de stand van zaken van de zogenaamde «integrale programma’s voor agrariërs,
MKB’ers, erfgoed en sociaal-emotionele ondersteuning» uit het bestuursakkoord? Zijn
de inhoudelijke programma’s inmiddels uitgewerkt? Hoe gaat de beschikbare € 50 miljoen
worden verdeeld?
Antwoord 12
Op 16 maart jl. in het Versterkingsoverleg Groningen (VOG) met regionale bestuurders
is afgesproken dat de € 50 mln. onder de «integrale programma’s» als volgt worden
verdeeld:
Programma
Inzet
Bedrag (€)
Agro
Middelen agroprogramma t.b.v. algemene programmakosten en fondsvorming
19 miljoen
Erfgoed
Middelen erfgoedprogramma t.b.v. meerjarige regeling onderhoud karakteristieke panden
10 miljoen
Sociaal en gezondheid
Middelen sociale en emotionele ondersteuning t.b.v. continuering inzet aardbevingsgemeenten
en GGD
10 miljoen
MKB
Middelen integraal programma MKB
11 miljoen
Totaal
50 miljoen
Sociaal-emotionele ondersteuning
Vanuit de bestuurlijke afspraken wordt € 10 mln. voor sociaal-emotionele ondersteuning
beschikbaar gesteld. Deze middelen worden de komende 5 jaar ingezet. Momenteel wordt
de verdeling hiervan uitgewerkt door de bestuurlijke tafel sociaal en gezondheid.
Deze tafel bestaat uit de directeur Publieke Gezondheid (GGD), de betrokken wethouders
van de aardbevingsgemeenten en de Gedeputeerde Gezondheid van de Provincie Groningen.
Agrariërs
Op 4 februari jl. is onder regie van de Provincie Groningen een programmatische aanpak
vastgesteld voor agrariërs. De Minister van LNV heeft u hiervan per brief op de hoogte
gesteld14. Er zijn na inventarisatie 175 complexe gevallen in beeld waar het programma hulp
aan wil bieden. Inmiddels is er gestart met circa 25 gevallen om de aanpak uit te
proberen. Dit aantal wordt gedurende het jaar uitgebreid. In totaal gaat er € 19 mln.
naar dit programma.
MKB
Er is € 11 mln. vrijgemaakt voor de versterking van het MKB in het aardbevingsgebied.
Het Rijk heeft de provincie gevraagd het voortouw te nemen om in samenwerking met
maatschappelijke organisaties, uitvoeringsorganisaties en het Rijk te komen tot een
overtuigend MKB-programma. Inmiddels is gestart met het uitwerken van een programma
in samenwerking met de betrokken partijen. Hierbij wordt ook de synergie gezocht met
het Nationaal Programma Groningen (NPG) en andere bestaande trajecten zoals Stut-en-Steun.
Een eerste stap is het aanstellen van MKB-consulenten. Ook is er op 13 september een
aftrap van de eerste MKB-tafel.
Erfgoed
De € 10 mln. voor erfgoed wordt binnen het Erfgoedprogramma uitgewerkt en besteed.
Daarvan gaat € 9 mln. naar de meerjarige financiële regeling voor onderhoud aan karakteristieke
panden en gemeentelijke monumenten en € 1 mln. naar het Cultuurfonds voor Monumenten.
Het Cultuurfonds voor Monumenten Groningen is een revolverend fonds. Vanuit dit fonds
worden laagrentende leningen verstrekt aan eigenaren van gemeentelijke monumenten
en karakteristieke panden voor groot onderhoud.
Vraag 13
Bereiken u ook signalen dat mensen die de subsidie voor het verduurzamen en verbeteren
van de woning aanvragen om onverklaarbare redenen een afwijzing krijgen en opnieuw
een aanvraag moeten doen? Hoeveel aanvragen zijn er inmiddels gedaan? Hoeveel zijn
er toegewezen? Is er voldoende budget om iedereen die in aanmerking komt ook subsidie
toe te kennen?
Antwoord 13
De uitvoeringsorganisatie Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) voert de regeling
uit. Op het moment dat een eigenaar niet aan de voorwaarden voldoet, stuurt de SNN
altijd eerst een voornemen tot afwijzen met een mogelijkheid om daarop te reageren.
Wanneer de aanvraag daadwerkelijk wordt afgewezen, kan de aanvrager in bezwaar en
beroep. De NCG is bekend met enkele gevallen waarbij de aanvraag niet geheel correct
is afgehandeld. De NCG heeft contact met SNN om dergelijke gevallen in de toekomst
te voorkomen. In de beantwoording van de Kamervragen van de leden Beckerman en Nijboer
over de subsidie verduurzaming en verbetering (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2020–2021, nr. 3960) wordt uitgebreid ingegaan op wie in aanmerking komt voor de subsidie, het subsidieplafond
en hoeveel aanvragen er inmiddels zijn gedaan.
Vraag 14
Waarom zijn er gedupeerden met erkende bevingsschade die nu op basis van hun postcode
niet in aanmerking komen voor de subsidie voor het verduurzamen en verbeteren van
de woning? Is dit rechtvaardig? Klopt het dat inwoners van de dorpen Ulrum, Zoutkamp,
Lauwersoog, Niekerk, Kommerzijl, Nieuwklap niet in aanmerking komen voor de subsidie
Waardevermeerdering en de subsidie Verduurzamen en Verbeteren voor het verduurzamen
en verbeteren van de woning? In welke (andere) dorpen en postcodes zijn er schades
erkend maar kunnen bewoners geen aanspraak maken op de waardevermeerderingsregeling
en de subsidies voor het verduurzamen en verbeteren?
Antwoord 14
De regeling voor de verduurzaming en woningverbetering is bedoeld voor mensen die
in de verwachting waren dat zij in de versterkingsoperatie zaten en daardoor onderhoud
aan hun huis hebben uitgesteld. Dit gebied komt sterk overeen met de Waardedalingsregeling
van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Daarom hebben Rijk en de aardbevingsgemeenten
en de provincie Groningen besloten dat bewoners uit dit herkenbare gebied een subsidie
aanvraag kunnen indienen. Er zijn drie postcodes (9679, 9681 en 9682) in de gemeente
Oldambt aan toegevoegd, omdat hier ook veel huizen worden versterkt.
Voor de waardevermeerderingsregeling geldt dat hiervan gebruik kan worden gemaakt
door woningeigenaren met erkende bevingsschade van minimaal 1.000 euro voor schade
door bodembeweging van het Groningenveld of Norg. Op de website van SNN staan de gedetailleerde
voorwaarden.15
Vraag 15
Komen gedupeerden die kiezen voor de vaste vergoeding van schade door Instituut Mijnbouwschade
Groningen in aanmerking voor de subsidieregelingen van Samenwerkingsverband Noord-Nederland?
Antwoord 15
De uitvoeringsorganisatie SNN voert meerdere regelingen uit die samenhangen met de
schadeafhandeling of versterkingsoperatie. Bewoners die kiezen voor een vaste vergoeding
van fysieke schade door IMG komen in aanmerking voor de Waardevermeerderingsregeling
van SNN. Voor de overige regelingen van SNN, zoals de subsidieregeling voor Verduurzaming,
Onderhoud en Verbetering Gebouwen, geldt dat de vaste vergoeding van het IMG niets
verandert aan de vraag of en wanneer mensen in aanmerkingen komen voor de subsidie.
Vraag 16
Klopt het dat u op 3 juni 2021 uitsprak dat «de ambitie is om de regeling voor woningcorporaties
en huurders ook op 1 juli aanstaande in werking te laten treden»? Klopt het dat deze
regeling nog niet in werking is getreden? Per wanneer kunnen huurders de € 750 vergoeding
ontvangen? Per wanneer krijgen huurders de vergoeding zelfaangebrachte voorziening?
Antwoord 16
De subsidieregeling woningcorporaties aardbevingsgebied Groningen (https://wetten.overheid.nl/BWBR0045384/2021-07-10) is op 10 juli 2021 in werking getreden. Met de woningcorporaties is afgesproken dat
zij de tegemoetkoming van 750 euro aan hun huurders uitbetalen. Hiervoor vragen zij
subsidie aan. Inmiddels hebben alle twaalf woningcorporaties een subsidieaanvraag
ingediend. De subsidiebeschikkingen worden in september afgegeven waarna de woningcorporaties
de 750 euro aan hun huurders kunnen overmaken.
Over de wijze waarop wordt omgegaan met zelf aangebrachte voorzieningen wordt uw Kamer
nader geïnformeerd.
Vraag 17
Kent u het bericht «Kredietbanken willen niet dat aardbevingsslachtoffers Groningen
hun schadevergoeding meteen kwijt zijn aan schuldeisers»? Deelt u de mening van deze
vier kredietbanken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?16
Antwoord 17
Ja, dat bericht ken ik. Voor de afhandeling van fysieke schade geldt dat het IMG de
mogelijkheid biedt om de schade te laten repareren in plaats van een schadevergoeding
te ontvangen.
Wanneer schade in het aardbevingsgebied wordt vergoed, wordt feitelijk «de schade
in het vermogen» van de gedupeerde gerepareerd. Bijvoorbeeld het verschil tussen wat
bewoners voor hun huis zouden krijgen als er geen aardbevingen zijn geweest en wat
ze nu krijgen. Als deze vergoeding moet worden gebruikt voor het afbetalen van schulden
is «deze schade in het vermogen» nog steeds gerepareerd.
De algemene regels voor de behandeling van vermogen en schuld zijn ook op de vergoedingen
van het IMG van toepassing. Dit betekent dat het ontvangen van een vergoeding effect
heeft op de verplichting om schulden af te lossen.
Vraag 18
Bent u bekend met signalen dat sommige gedupeerden problemen ondervinden en/of lang
moeten wachten op aanvraag voor de waardedalingsregeling? Hoe vaak stelt Instituut
Mijnbouwschade Groningen gemiddeld een besluit op een aanvraag uit? Hoe lang is de
gemiddelde doorlooptijd? Zijn er specifieke groepen die een langere doorlooptijd hebben?
Waarom moeten alle erfgenamen van een overleden eigenaar een aparte aanvraag doen
als de langstlevende ouder de woning waarover de waardedalingsregeling wordt aangevraagd
nog steeds bezit?
Antwoord 18
Sinds 1 september 2020 heeft het IMG de waardedalingsregeling voor woningen. Sindsdien
heeft het IMG ruim 96.000 aanvragen ontvangen. Daarvan zijn er ruim 93.000 afgehandeld
en is in totaal 431 miljoen euro schadevergoeding toegekend. In het overgrote deel
(87%) behaalt het IMG de nagestreefde termijn van acht weken voor de behandeling van
een melding van schade door waardedaling. Er zijn verschillende oorzaken waardoor
het IMG in de overige gevallen deze termijn niet behaalt. Zo ligt de doorlooptijd
bij de panden met zogenaamde dubbelfuncties (panden waar wonen en werken gecombineerd
worden) doorgaans hoger. Bij die gevallen wordt namelijk een taxateur ingezet hetgeen
tot gevolg heeft dat automatische afhandeling niet mogelijk is. Als er sprake is van
het overlijden van een eigenaar, laat het IMG weten dat er een vergoeding voor waardedaling
kan worden aangevraagd door de erfgenaam. Als er meerdere personen rechthebbende zijn,
dient inderdaad ieder een aanvraag te doen voor zijn/haar eigen deel. Bij de behandeling
van de aanvraag om vergoeding van schade door waardedaling wordt namelijk onderzocht
wie rechthebbenden van de woning zijn. Hiervoor worden de eigendomsgegevens uit het
Kadaster gebruikt. Zo weet het IMG zeker dat de vergoeding aan diegenen wordt uitgekeerd
die daar formeel recht op hebben.
Vraag 19
Waarom zijn bewoners van woningen gebouwd na 1 januari 2016 uitgezonderd voor het
aanvragen van de verschillende subsidieregelingen? Ook bewoners in een nieuwe woning
kunnen toch te maken hebben met materiële en immateriële schade?
Antwoord 19
Deze uitsluitingsgrond geldt alleen voor de subsidieregeling verduurzaming, onderhoud
en verbetering gebouwen aardbevingsgebied Groningen. Eigenaren van wie hun gebouw
nieuw is gebouwd en opgeleverd na 1 januari 2016 hebben de eerste 5–10 jaar nagenoeg
geen grootschalig onderhoud en als zodanig ook minder (achterstallig) onderhoud. Daarnaast
kunnen eigenaren sinds april 2014 een bijdrage ontvangen voor de meerkosten van aardbevingsbestendige
nieuwbouw via de nieuwbouwregeling. Voor deze eigenaren is er geen noodzaak om eventueel
onderhoud uit te stellen aangezien hun gebouw op norm is.
Het voorgaande staat los van vergoeding van mijnbouwschade door het IMG. Daar geldt
deze uitsluitingsgrond niet. Ook bijvoorbeeld een nieuwbouwwoning kan namelijk aardbevingsschade
hebben die voor vergoeding in aanmerking komt. Immateriële schade ziet op de persoon
en niet op de woning, dus ook daar geldt die uitsluitingsgrond niet.
Vraag 20
Is er voldoende capaciteit bij bouwbedrijven voor de versterking en het verbeteren
en verduurzamen van woningen? Hoe wordt gezorgd voor voldoende capaciteit? Is er voldoende
capaciteit bij bouwbedrijven om offertes te maken voor gedupeerden die subsidies willen
anvragen? Kent u de signalen dat aanvragen voor de waardevermeerderingsregeling lang
kunnen duren? Herkent u dat de eisen streng zijn en gedupeerden niet altijd aan dubbel
getekende offertes kunnen komen? Hoe wordt gezorgd dat gedupeerden geen problemen
ondervinden door stijgende materiaal- en bouwkosten?
Antwoord 20
De bouwcapaciteit staat momenteel onder druk door grote landelijke bouwopgaven. De
beschikbare capaciteit in de bouwsector is daarmee ook bepalend voor de voortgang
bij het versterken een heeft dan ook volop aandacht in de aanpak van de versterkingsoperatie.
Op 2 september 2020 heeft het Ministerie van BZK met Bouwend Nederland en NCG het
Bouwakkoord ondertekend. Een van de kernafspraken is een pool van bouwbedrijven inrichten.
Hieruit kan de eigenaar nu als opdrachtgever van de te versterken woning een aannemer/bouwbedrijf
kiezen. De komende tijd zal NCG met het MJVP de bouwstromen in beeld brengen. Dit
biedt aannemers de mogelijkheid voor langere termijn werk te plannen. Voor de subsidie
voor verduurzaming en verbetering geldt dat de regeling voor eigenaren in de versterkingsoperatie
5 jaar openstaat en eigenaren vervolgens 3 jaar de tijd hebben de activiteiten uit
te (laten) voeren. Voor de aanvraag van deze subsidie hebben aanvragers geen offerte
nodig, enkel een prijsopgave wat ze met de subsidie van plan zijn.
Om in aanmerking te komen voor de waardevermeerderingsregeling geldt inderdaad dat
bewoners als de werkzaamheden nog moeten worden uitgevoerd een getekende offerte of
opdrachtbrief moeten leveren. Als de energiebesparende maatregelen al zijn uitgevoerd
dan kan de eindfactuur met betalingsbewijs worden aangeleverd. Ook kan ervoor worden
gekozen om de werkzaamheden zelf uit te voeren; dit is op basis van de facturen en
betaalbewijzen van de aangeschafte materialen.
Ondanks de stijgende materiaal- en bouwkosten blijft deze subsidie toereikend om energiebesparende
maatregelen in zijn geheel of deels uit te voeren afhankelijk van de keuze van de
bewoners.
Vraag 21
Kunt u de uitkomsten van de recent door Instituut Mijnbouwschade Groningen uitgevoerde
pilot voor de vergoeding van immateriële schade met de Tweede Kamer delen? Hoe beoordeelt
u de resultaten? Herkent u dat er nu gedupeerden zijn uit de pilot waarbij wordt erkend
dat er sprake is van «Bijzonder ernstige persoonsaantasting» die toch maar € 1.500
(kinderen) of € 3.000 (volwassenen) vergoeding krijgen? Is dit geen zeer schraal bedrag
voor jarenlang leed (mede) veroorzaakt door de overheid? Wanneer kunnen gedupeerden
de vergoeding voor immateriële schade gaan aanvragen? Hoe wordt gezorgd dat de doorlooptijd
kort zal zijn? Hoe wordt gezorgd dat er ook daadwerkelijk erkenning komt voor het
aangedane leed?
Antwoord 21
Immateriële schade is een van de schadevormen die het IMG aan de hand van de Tijdelijke
wet Groningen (TwG) afhandelt. Het IMG bepaalt binnen de wettelijke kaders zelf de
werkwijze en bepaalt dus ook zelf op basis van jurisprudentie, ingewonnen advies en
inzichten uit de praktijk de hoogte van de vergoedingen voor immateriële schade. Het
IMG geeft aan dat zij in de uitwerking van de regeling voor immateriële schade een
balans moet zien te vinden tussen een eenvoudige regeling die bewoners niet te veel
belast, een regeling waarin ruimte en aandacht is voor persoonlijke omstandigheden
en een regeling die voldoet aan het geldende aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht.
De bedoeling is dat bewoners met de uiteindelijke regeling erkenning van het leed
ervaren. Het IMG is 1 juni jl. gestart met een pilotgroep van honderd huishoudens.
Het IMG start de uitvoering gefaseerd om zo de grote uitrol zo goed mogelijk voor
te bereiden. De eerste evaluatie wijst uit dat de regeling, de organisatie en IT op
hoofdlijnen naar behoren werken. Verbeterpunten zijn er ten aanzien van de vooraf
verzamelde data en de inhoud van de vragenlijst waarmee het IMG de gevolgen van het
persoonlijk leed inventariseert. Het IMG geeft aan dat dit najaar de regeling verder
opengesteld wordt.
Vraag 22
Hoe gaat u uw belofte uit het bestuursakkoord waarmaken en gedupeerden «veiligheid,
duidelijkheid en een nieuw perspectief bieden»? Per wanneer zal iedereen veiligheid,
duidelijkheid en perspectief hebben? Bent u van mening dat er sinds het bestuursakkoord
meer «rust, duidelijkheid en voorspelbaarheid» is? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 22
De ambitie van het Rijk, regionale overheden en NCG is alle opnames en beoordelingen
eind 2023 af te ronden. De streefdatum om de uitvoering van de versterking te voltooien
is 2028. De realisatie van de ambitie met betrekking tot versterking is afhankelijk
van een aantal randvoorwaarden, met name rondom de werking van de typologieaanpak,
het aantal herbeoordelingen waarvoor bewoners kiezen en de beschikbare bouwcapaciteit.
Voor een toelichting op de inzet gericht op het waarmaken van de bestuurlijke afspraken,
verwijs ik naar antwoord 2, 3, 5, 6 en 20.
Vraag 23
Erkent u dat door de verschillende situaties waarbij gedupeerden weer moeten wachten
en/of niet in aanmerking komen voor regelingen er weer stress en ongelijkheid ontstaat?
Erkent u dat door het uitblijven van «veiligheid, duidelijkheid en een nieuw perspectief»
er weer nieuwe immateriële schade ontstaat?
Antwoord 23
De psychische en sociale gevolgen van de aardbevingen door gaswinning voor de inwoners
van Groningen zijn groot. Dit is deels een gevolg van het feit dat mensen vaak lang
moeten wachten op duidelijkheid over de veiligheid van hun woning en wat er eventueel
moet gebeuren om die te verbeteren. Zoals aangegeven in de antwoorden op vragen 1
en 22 worden met de uitvoering van de bestuurlijke afspraken concrete stappen gezet
om deze duidelijkheid zo snel mogelijk te bieden en wordt perspectief geboden dat
verder gaat dan alleen de fysieke veiligheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.