Schriftelijke vragen : Mislukte veenvorming in het Wierdense Veld
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over mislukte veenvorming in het Wierdense Veld (ingezonden 8 september 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek dat de provincie Overijssel de onderbouwing van de
consequenties van een beoogd maatregelenpakket met betrekking tot hoogveengebied Wierdense
Veld niet heeft afgerond toen de tussentijdse resultaten uitwezen dat de doelen daarmee
niet zullen worden gehaald?1
Vraag 2
Bent u bekend met de bevinding dat op de locatie waar een miniem perceel «actief hoogveen»
staat ingetekend geen hoogveen werd aangetroffen, terwijl de ontwikkeling van «herstellend
hoogveen» in veruit het grootste deel van het gebied in geen geval reëel lijkt?
Vraag 3
Kunt u de constatering bevestigen dat er geen studie beschikbaar is waaruit blijkt
dat het zogenaamde veenvormend vermogen in de gekarteerde 383 hectares van het Wierdense
Veld naar verwachting binnen dertig jaar, dus voor 2030 gerekend na twintig jaar herstelmaatregelen,
is hersteld?2
Vraag 4
Onderkent u dat Nederland een andere definitie voor herstellend hoogveen hanteert
dan voorgeschreven door de Europese Commissie, waarbij de harde termijn van dertig
jaar voor redelijkerwijze veenvorming ten onrechte is weggelaten?
Vraag 5
Ziet u in dat de maatregelen in het Wierdense Veld een miljoenenverspilling zijn en
een typisch voorbeeld van Natura 2000-beleid waarin Nederland doelen nastreeft op
een wijze die strenger is dan de Europese Commissie voorschrijft en die alleen op
papier haalbaar zijn?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.J. Eppink, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.