Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Strien over het bericht ‘Boos: influencers zetten 6500 doden in Qatar opzij voor gratis trip naar WK 2022’
Vragen van het lid Van Strien (VVD) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht «Boos: influencers zetten 6.500 doden in Qatar opzij voor gratis trip naar WK 2022» (ingezonden 25 juni 2021).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 7 september
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de aflevering van Boos over «influencers zetten 6.500 doden in Qatar
opzij voor gratis trip naar WK 2022»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe kijkt u aan tegen de beïnvloeding van maatschappelijke discussies via influencers,
zoals in de aflevering betoogd door onderzoeker Roel Lutkenhaus? Deelt u zijn constatering
dat influencers grote invloed hebben op het agenderen van thematiek binnen maatschappelijke
discussies?
Antwoord 2
De zogeheten influencer marketing heeft de afgelopen jaren een vlucht genomen en is
ook in ons land een reguliere bedrijfstak geworden. Ik ben met dhr. Lutkenhaus van
mening dat we de invloed hiervan serieus moeten nemen. Het is daarom goed dat door
de toepassing van de reclameregels uit de Mediawet op de kanalen van deze nieuwe beroepsgroep
toezicht gehouden kan worden.
Ten aanzien van het bereik van influencers op maatschappelijke thema’s kunnen de cijfers
uit het Digital News Report 2021 van het Commissariaat voor de Media als indicatie dienen.2 Hieruit blijkt dat voor 9 procent van ondervraagden sociale media de voornaamste
nieuwsbron is. 37 procent had sociale media in de voorafgaande week gebruikt als bron
van nieuws. Aan deze laatste groep is gevraagd aan welke type gebruiker op sociale
media men het meeste aandacht besteedt als het gaat om nieuws. De positie van influencers
als voornaamste bron van nieuws varieert hier per platform: van 2 procent op Facebook
tot 17 procent op Instragram. Zowel de categorie «Traditionele nieuwsmedia of professionele
journalisten» als «Gewone mensen» worden op alle onderzochte platforms vaker genoemd
als voornaamste bron van nieuws.
Vraag 3
Klopt het dat online influencers momenteel de verplichting hebben om transparant te
zijn naar de kijkers wanneer hij/zij sponsoring of betaling ontvangt om een bepaalde
boodschap naar buiten te brengen binnen het online audiovisuele domein?
Antwoord 3
Ja, in de Mediawet 2008 zijn regels opgenomen voor mediadiensten op aanvraag, waaronder
regels met betrekking tot transparantie van reclame, sponsoring en productplaatsing.
Deze nieuwe regelgeving wordt op dit moment door het Commissariaat omgezet in een
beleidsregel waarin verder wordt uitgewerkt onder welke voorwaarden een online influencer
kan kwalificeren als mediadienst op aanvraag. Deze regels uit de Mediawet zien overigens
alleen op video’s.
Het gaat hier om een relatief nieuw domein voor mediatoezicht en een in potentie zeer
omvangrijke doelgroep. Het is aan het Commissariaat om tot een duidelijke, evenwichtige
en uitvoerbare uitwerking te komen. Het Commissariaat heeft hiertoe de beleidsregel
onlangs geconsulteerd. Op basis van de reacties wordt momenteel beoordeeld of het
wenselijk is om de doelgroep van deze regels te beperken, zodat niet iedereen die
video’s plaats op platforms en daarmee geld verdient aan alle regels moet voldoen.
Zo is er waarschijnlijk een grote groep die als hobby video’s plaatst, daar nauwelijks
geld mee verdient en ook geen of weinig impact heeft. Het Commissariaat werkt bij
het uitwerken samen met toezichthouders uit andere lidstaten. Nederland is actief
lid van een subgroep van de European Regulators Group for Audiovisual Media Services
(ERGA) waarin gezamenlijk onderzocht wordt hoe deze nieuwe doelgroep het best gedefinieerd
en gereguleerd kan worden.
Vraag 4
Op welke manier wordt het momenteel voor kijkers duidelijk gemaakt dat ze naar gesponsorde
content kijken? Kunt u hier een aantal concrete voorbeelden van geven?
Antwoord 4
Dat gebeurt bijvoorbeeld door een gesproken of schriftelijke vermelding in de video
als «het volgende onderdeel is gesponsord door...» of «ik heb deze producten gekregen
van...», of door gebruik te maken van een hastag zoals «#ad».
Vraag 5
Hoe vaak heeft het Commissariaat voor de Media inmiddels sancties opgelegd aan online
influencers vanwege het niet naleven van reclameregels in het online audiovisuele
domein? Hoe vaak had dit te maken met onvoldoende transparantie over sponsoring of
betaling?
Antwoord 5
Aangezien de beleidsregel over online influencers nog uitgewerkt wordt, is het opleggen
van sancties door het Commissariaat voor de Media aan online influencers tot op heden
niet aan de orde geweest. Klachten over niet naleven van reclame- of sponsorregels
door online influencers kunnen al wel bij het Commissariaat worden ingediend.
Vraag 6
Hoe vaak heeft de Stichting Reclame Code inmiddels sancties opgelegd aan online influencers
vanwege het niet naleven van reclameregels in het online audiovisuele domein? Hoe
vaak had dit te maken met onvoldoende transparantie over sponsoring of betaling?
Antwoord 6
Sinds de inwerkingtreding in 2014 van de Reclamecode Social Media en Influencer marketing
(RSM) heeft de (voorzitter van de) Reclame Code Commissie zo’n 22 klachten in behandeling
genomen waarbij beoordeeld is of het voldoende transparant was dat er sprake was van
reclame. Daarbij was in 12 gevallen sprake van het ontbreken van een (duidelijke)
vermelding. Hierop worden de adverteerder én de influencer aangesproken. In al deze
gevallen is de uitspraak van de Commissie opgevolgd en is naar aanleiding van de aanbeveling
van de Commissie alsnog een (duidelijke) vermelding toegevoegd.
Het niet opvolgen van een uitspraak leidt tot een vermelding als «non-compliant» op
de website van de Stichting Reclame Code. Bij herhaalde of ernstige overtredingen
kan de Commissie besluiten een «alert» te verspreiden via een persbericht in landelijke
media. Hier is voor wat betreft influencer marketing nog geen sprake van geweest.
De Reclame Code Commissie is – met uitzondering van regels ten aanzien van alcoholreclame
– niet sanctiebevoegd.
Vraag 7
Erkent u, mede ingegeven door deze aflevering van BOOS, het probleem dat regimes van
onvrije landen steeds vaker online influencers inzetten om het imago van een land
of regime te promoten, zonder dat het voor de vaak jonge kijkers inzichtelijk is gemaakt
door wie deze informatie is gesponsord of betaald? Zo ja, deelt u de mening dat het
dan van belang is om te weten hoe groot dit probleem precies is en het dus van belang
is de inventarisatie zoals gevraagd in de motie El Yassini3 uit te voeren? En zo ja, welke concrete stappen gaat u zetten om de transparantie
hierover te verbeteren?
Antwoord 7
Op basis van de Mediawet 2008 dienen online influencers die zich tegen betaling met
een boodschap tot het Nederlandse publiek richten, daarover transparant te zijn. Dit
vraagt van adverteerders en sponsors, waaronder dus ook overheden van andere landen
dat zij deze verplichting eerbiedigen.
Influencers die als commerciële mediadienst op aanvraag kunnen worden aangemerkt,
vallen onder toezicht van het Commissariaat voor de Media. Op hen zijn onder andere
de regels voor sponsoring en reclame van toepassing. Klachten daarover kunnen bij
het Commissariaat worden ingediend.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.