Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over het bericht 'PBL: kosten van broeikasuitstoot niet eerlijk verdeeld, huishoudens betalen te veel'
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «PBL: kosten van broeikasuitstoot niet eerlijk verdeeld, huishoudens betalen te veel» (ingezonden 14 juli 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
7 september 2021).
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat nu ook het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) stelt dat de
zware industrie te weinig bijdraagt aan de Opslag Duurzame Energie (ODE)?
Antwoord 1
Het rapport van PBL betreft een analyse van de beprijzing van broeikasgasemissies
in Nederland in 2018. De bevindingen van dit rapport met betrekking tot de beprijzing
van broeikasgasuitstoot zijn grotendeels in lijn met de evaluaties van de energiebelasting
en Opslag Duurzame Energie (ODE) door CE Delft. Ik ben van mening dat er nog stappen
gezet moeten worden om tot een betere beprijzing van de broeikasgasuitstoot te komen.
Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld via het ETS. Het kabinet zet erop
in om de fiscale prikkels op die manier in te richten dat zij de energie- en klimaattransitie
ondersteunen, met behoud van de internationale concurrentiepositie.
Ik vind het wel van belang om een belangrijke nuance toe te voegen bij het rapport.
Het rapport is gebaseerd op de situatie van 2018. Belangrijke wijzigingen die van
invloed zijn op de bijdrage van de industrie zijn hier niet in meegenomen, namelijk
aanpassingen in de energiebelasting/ODE, de CO2 heffing en de stijging van de ETS prijzen. De zware industrie betaalt op verschillende
manieren mee aan het klimaatbeleid. Bij het Klimaatakkoord in 2019 is de lastenverdeling
tussen huishoudens en bedrijven aangepast ten gunste van huishoudens, waardoor de
lasten voor de industrie reeds fors verhoogd zijn. De klimaatlasten voor de grootschalige
industrie zijn sterk gestegen als gevolg van CO2-beprijzing, zowel Europees (ETS) als nationaal via onder andere de CO2-heffing. Ook de energiebelasting (EB) en Opslag Duurzame Energie (ODE) zijn in navolging
van het Klimaatakkoord verhoogd voor de energie-intensieve industrie. Deze factoren
zijn niet meegenomen in deze studie.
Op dit moment gelden er vrijstellingen van energiebelasting en ODE voor bepaalde industriële
processen, welke optimale beprijzing in de weg staan. Het geven van de juiste verduurzamingsprikkels
moet volgens het kabinet bezien worden in combinatie met de waarborging van het gelijke
speelveld en de concurrentiepositie. Daarom zet het kabinet in op afschaffing of inperking
van deze vrijstellingen in Europees verband. De Europese Commissie heeft in het kader
van de Green Deal een voorstel gedaan voor de herziening van de richtlijn energiebelastingen.
Hierin wordt onder andere voorgesteld om de tarieven meer in lijn te brengen met de
milieukosten en een aantal vrijstellingen af te schaffen of in te perken. Het kabinet
bekijkt op dit moment dit voorstel en zal naar verwachting eind september de kabinetspositie
in de BNC-fiches met uw Kamer delen.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat de rekening voor de energietransitie te veel bij het midden-
en kleinbedrijf (mkb) en de huishoudens is gelegd? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Nee, die opvatting deel ik niet. Juist om het kleine mkb en huishoudens zoveel mogelijk
te ontzien zijn reeds aanpassingen in de lastenverdeling van de ODE doorgevoerd bij
het Klimaatakkoord. Het PBL-rapport is gebaseerd op het jaar 2018, zoals hierboven
benoemd zijn de aanpassingen als onderdeel van het Klimaatakkoord hierin nog niet
meegenomen. Het kabinet vindt het van belang dat de energietransitie voor iedereen
haalbaar en betaalbaar is. Daarnaast heeft het kabinet ook oog voor de lastenverdeling.
Daarom zijn bij het Klimaatakkoord de ODE-tarieven voor grootverbruikers verhoogd
zodat huishoudens een derde in plaats van de helft van de ODE-opbrengst betalen. Door
de wijzigingen zijn de lasten voor huishoudens verlaagd en de grootverbruikerstarieven
verhoogd. Veel grootverbruikers betreffen mkb, daarom komen deze lasten ook bij het
mkb terecht. Wel is de aanpassing zo vormgegeven dat het kleine mkb zoveel mogelijk
wordt ontzien, doordat met name de tarieven van grootverbruikers zijn verhoogd.
Vraag 3 en 4
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de lucht- en scheepvaart hun steentje gaan bijdragen?
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de verschillende soorten landbouw hun steentje gaan bijdragen?
Antwoord 3 en 4
In het huidige stelsel is er nog niet altijd sprake van een optimale prikkel voor
verduurzaming, dit volgt ook uit een aantal recente publicaties, zoals de evaluaties
van de energiebelasting en de ODE door CE Delft (Kamerstuk 31 239, nr. 3301 en Kamerstuk 30 196, nr. 752)2. Het kabinet vindt het van belang om de juiste verduurzamingsprikkels te geven en
tegelijkertijd oog te houden voor een gelijk speelveld. Daarom zet het kabinet in
op afschaffing of inperking van vrijstellingen in internationaal verband, zie hiervoor
ook de Kamerbrief over prikkels voor fossiele brandstoffen (Kamerstuk 32 813, nr. 566)3. De Europese Commissie heeft deze zomer een voorstel gedaan voor herziening van de
richtlijn Energiebelastingen van de Europese Commissie. Op dit moment wordt uitgewerkt
wat de positie van het kabinet is ten aanzien van dit voorstel. Deze BNC-fiches zullen
in september met uw Kamer gedeeld worden (Kamerstuk 22 112, nr. 3166)4.
Vraag 5
Deelt u dat naast de lasten, ook de lusten enorm scheef verdeeld zijn? Kunt u dit
uiteenzetten?
Antwoord 5
Zoals ik hierboven uiteengezet heb, heeft het kabinet oog voor de lastenverdeling
en is het uitgangspunt dat de energietransitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar
moet zijn. Daarbij heeft het kabinet ook oog voor het creëren van mogelijkheden via
een breed instrumentarium om deelname aan de energietransitie voor iedereen mogelijk
te maken. Via de SDE++-regeling kunnen bedrijven en instellingen subsidie krijgen
ter ondersteuning van investeringen in CO2-reducerende maatregelen.
Ook het mkb kan een beroep op de SDE++ doen en een deel van het mkb maakt goed gebruik
van de regeling. Tegelijkertijd is het mkb divers en is uit de mkb impacttoets klimaatakkoord
(Kamerstuk 32 637, nr. 423)5 gebleken dat veel mkb-bedrijven desondanks obstakels ervaren bij investeringen in
duurzaamheid. Om deze obstakels te verminderen is de subsidieregeling verduurzaming
mkb in het leven geroepen, zodat mkb-ondernemers subsidie kunnen krijgen voor advies
en ondersteuning bij investeringen in verduurzaming. Voor kleinverbruikers bestaat
de salderingsregeling en voor energiecoöperaties en verenigingen van eigenaars bestaat
de subsidieregeling coöperatieve energieopwekking gestimuleerd worden.
Vraag 6
Welke opties voor hervorming van de energiebelasting liggen op tafel?
Antwoord 6
In het voorjaar zijn de evaluatie van en de toekomstverkenning over de Opslag Duurzame
Energie naar de Eerste en Tweede Kamer verstuurd. Daarnaast zijn ook de Evaluatie
Energiebelasting en het IBO Financiering Energietransitie (Kamerstuk 32 813, nr. 689)6 aangeboden. Hierin worden verschillende mogelijkheden voor hervorming van de energiebelasting
onderzocht, waaronder het uitfaseren van de vrijstellingen, het verhogen van de belasting
op aardgas ten opzichte van elektriciteit en het verminderen van de degressiviteit
van de tariefstructuur. Gezamenlijk bieden deze rapporten een brede basis ter ondersteuning
van toekomstige beleidsopties door een volgend kabinet met betrekking tot het fiscale
stelsel en de verhouding met de energietransitie. De besluitvorming hierover is aan
een volgend kabinet. Daarnaast is recentelijk het voorstel van de Europese Commissie
voor herziening van de richtlijn van de energiebelastingen verschenen.
Vraag 7
Hoe gaan de Europese plannen bijdragen aan het eerlijk belasten van de industrie en
het behalen van de klimaatdoelstellingen?
Antwoord 7
De Europese Commissie heeft recent een voorstel gedaan voor de herziening van de richtlijn
Energiebelastingen. Met het voorstel beoogt de Commissie de energiebelastingen onder
andere beter te laten bijdragen aan de aangescherpte Europese milieu en klimaatdoelstellingen.
Onderdeel hiervan is een voorstel om de tarieven meer in lijn te brengen met de milieueffecten.
Daarnaast stelt de Commissie voor om de reikwijdte van de richtlijn te verbreden en
het aantal vrijstellingen te verminderen. Zoals in mijn antwoord op de eerdere vragen
is aangegeven werkt het kabinet op dit moment aan een BNC-fiche over dit voorstel,
deze zal in september met uw Kamer gedeeld worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.