Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Erkens en Valstar over het ontwerp-weigeringsbesluit omtrent het aardwarmteproject Californië Lipzig Gielen Geothermie (hierna: CLG)
Vragen van de leden Erkens en Valstar (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het ontwerpweigeringsbesluit omtrent het aardwarmtewinningproject Californië Leipzig Gielen Geothermie (ingezonden 15 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat), mede
namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 6 september
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3460.
Vraag 1
Bent u bekend met het ontwerpweigeringsbesluit omtrent het aardwarmtewinningproject
Californië Leipzig Gielen Geothermie?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe groot is het gebruik van aardwarmte in de Nederlandse glastuinbouw? Hoe verschilt
dat per regio? Hoe verschilt hierbij het bevingsrisico per regio?
Antwoord 2
Op dit moment zijn er ongeveer 20 aardwarmtesystemen in gebruik in Nederland, waarvan
één systeem actief is in de gebouwde omgeving en waarvan de andere systemen warmte
leveren aan de glastuinbouw. Meer dan de helft van de aardwarmtesystemen in Nederland
liggen in de provincie Zuid-Holland. Daarnaast zijn er op dit moment aardwarmtesystemen
actief in Noord-Holland (4), Flevoland (1), Overijssel (1) en Noord-Brabant (1). In
2019 is in de glastuinbouw 5,6 PJ aardwarmte geproduceerd.
Aardbevingsrisico’s voor aardwarmte zijn in Nederland niet regionaal vastgesteld.
Voor elke afzonderlijk project moet de initiatiefnemer aangeven hoe groot het seismisch
risico is en wat het effect daarvan kan zijn. De risico’s en effecten zijn afhankelijk
van een groot aantal processen en lokale factoren zoals onder andere de geologie en
operationele omstandigheden.
Vraag 3
Hoeveel aardwarmte verwacht u in 2030 in de Nederlandse glastuinbouw? Hoeveel voor
andere toepassingen (bijvoorbeeld in de gebouwde omgeving)?
Antwoord 3
Het aantal initiatieven voor de winning van aardwarmte neemt toe. Deze initiatieven
worden door private partijen gestart en een exacte inschatting over toekomstige projecten
is daarom lastig te maken. De wens is de realisatie van 35 extra projecten in de tuinbouwsector
in de periode tot en met 2030 ten opzichte van het huidige aantal projecten.
In het Klimaatakkoord, onderdeel Gebouwde Omgeving, is een ambitie van 40 PJ duurzame
warmte in collectieve warmtesystemen omschreven. Aardwarmte heeft de potentie om een
van de grotere duurzame warmtebronnen te zijn voor levering aan warmtenetten in de
gebouwde omgeving.
Vraag 4
Hoeveel aardwarmteprojecten hebben de afgelopen vijf jaar een vergunning aangevraagd
en verkregen? Hoeveel aanvragers hebben geen vergunning gekregen en op welke gronden
zijn deze geweigerd? Hoeveel aardwarmteprojecten zijn er inmiddels actief in Nederland
en hoeveel hectare tuinbouw maakt daar gebruik van?
Antwoord 4
Er zijn meerdere vergunningen nodig om in Nederland mijnbouwactiviteiten te kunnen
ontplooien. Op grond van de Mijnbouwwet zijn een opsporingsvergunning, een winningsvergunning
en een instemmingsbesluit op een winningsplan nodig. De Minister van Economische Zaken
en Klimaat is verantwoordelijk voor de afgifte van deze vergunningen.
De opsporings- en winningsvergunningen noemen we marktordeningsvergunningen en deze
zijn indicatief voor het aantal initiatieven. Een opsporingsvergunning geeft het recht
aan de aanvrager om in een specifiek gebied onderzoek te doen naar de winning van
aardwarmte. Een winningsvergunning kent aan de aanvrager het recht toe om een of meerdere
gevonden doubletten te exploiteren. In de afgelopen vijf jaar zijn 56 opsporingsvergunningen
en 22 winningsvergunningen afgegeven.
Eén aanvraag voor een opsporingsvergunning is afgewezen op grond van ontoereikende
financiële capaciteiten van de aanvrager.
In het winningsplan wordt aangegeven hoe de winning van aardwarmte veilig kan worden
uitgevoerd. De Minister van Economische Zaken en Klimaat geeft een instemmingsbesluit
af op het ingediende winningsplan. Op dit moment zijn er 28 winningsplannen in behandeling.
Er is eenmaal instemming geweigerd op een winningsplan. Dit betreft het winningsplan
van CLG waarvan het ontwerpweigeringsbesluit nu ter inzage ligt. De instemming is
geweigerd omdat uit de ingediende adviezen op het winningsplan blijkt dat er met betrekking
tot de veiligheid veel onzekerheden zijn bij de winning van aardwarmte in dit specifieke
gebied.
Wat betreft de huidige aardwarmtesystemen die in gebruik zijn, kan ik aangeven dat
op dit moment ongeveer 20 aardwarmtesystemen in Nederland in gebruik zijn. Deze kunnen
bestaan uit meerdere doubletten. Binnen de glastuinbouw benut ruim 10% van het areaal
deze duurzame vorm van warmteproductie.
Vraag 5
Bent u van mening dat er, gegeven de omvang en ambitie van de energietransitie, ook
gekeken moet worden naar de mogelijkheden voor aardwarmte in gesteente? Deelt u hierbij
ons uitgangspunt dat het ook voor Oost-Brabant en Limburg van belang is om voldoende
toegang te hebben tot betaalbare duurzame warmtebronnen?
Antwoord 5
Het gebruik van aardwarmte levert een belangrijke bijdrage aan de energietransitie
doordat het de vraag naar aardgas zal verlagen. Ook in Oost-Brabant en Limburg, net
zoals in de rest van Nederland, is het van belang om in de toekomst voldoende toegang
te hebben tot betaalbare duurzame warmtebronnen als vervanging van het gebruik van
aardgas.
Oost-Brabant en Limburg liggen boven een seismisch actieve breukzone: «de Roerdalslenk».
Dit gegeven wordt meegenomen in de beoordeling van de risico’s.
Voor aardwarmteprojecten in de Roerdalslenk is dit een feit dat kan leiden tot de
conclusie dat de risico’s niet aanvaardbaar zijn.
Het is daarom belangrijk dat alle partijen de mogelijkheden voor andere type aardwarmtesystemen,
zoals bijvoorbeeld ondiepe aardwarmte, restwarmte of aquathermie als alternatief voor
Oost-Brabant en Limburg verkennen.
Vraag 6
Waarom is het wel mogelijk dat men in Duitsland, vlak over de grens van het project
Californië Leipzig Gielen Geothermie, aardwarmtewinning toestaat?
Antwoord 6
Vermoedelijk wordt een aardwarmte initiatief bedoeld nabij de stad Straelen. De stad
Straelen heeft als één van de winnaars van een staatswedstrijd in Duitsland recent
een onderzoeksbudget gewonnen waarmee zij de haalbaarheidsstudie voor aardwarmtewinning
kan uitvoeren (zie ook: https://www.straelen.de/rathaus-politik/veroeffentlichungen/presse-und-…).
Het uitvoeren van deze haalbaarheidsstudie betekent niet dat daarmee ook zeker is
dat het Duitse bevoegd gezag toestemming geeft tot het daadwerkelijk uitvoeren van
boringen of het winnen van aardwarmte. Daarbij merk ik op dat, afgezien van mogelijk
andere wettelijke kaders, bij iedere winning een locatie specifieke beoordeling van
de risico’s gemaakt wordt. Dat betekent dat ieder project en de daarbij behorende
risico’s uniek zijn.
Vraag 7
Kunt u duidelijkheid geven over hoe u invulling geeft aan uw toezegging van 5 november
2020 dat het Staatstoezicht op de Mijnen (SoDM) in gesprek moest gaan met haar Duitse
evenknie over geothermie in gesteentelagen? Zo ja, welke lessen zijn er geleerd? Zo
nee, waarom heeft u dit niet gedaan?
Antwoord 7
Op 5 november 2020 is in antwoord op vragen van het lid Harbers (VVD) aangegeven dat
de suggestie overgebracht zou worden aan SodM om ook kennis van over de grens maximaal
te benutten bij de advisering op het winningsplan van CLG.
SodM heeft aangegeven dat het op de hoogte is van verschillende internationale aardwarmteprojecten
en ontwikkelingen en de daarbij opgedane ervaringen en lopende onderzoekinitiatieven.
Vraag 8
Bent u voornemens ook nog op andere manieren te bekijken hoe er op een veilige manier
aardwarmte gewonnen kan worden in regio’s met een gesteentelaag? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, hoe?
Antwoord 8
Binnen enkele maanden rond ik de toegezegde brief over het risicobeleid van aardwarmte
af. Hierin zal eveneens ingegaan worden op het kabinetsstandpunt om geen enkel gebied
op voorhand uit te sluiten van aardwarmte, mede gelet op het belang van aardwarmte
voor de energietransitie, omdat daarmee bijvoorbeeld ook de mogelijkheden van ondiepe
aardwarmte die een ander risicoprofiel hebben worden uitgesloten. De brief zal onder
meer ingaan op aanvullende vormen van voorzorg die nodig kunnen zijn in bepaalde regio’s
of bij bepaalde technieken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.