Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Thijssen en Gijs van Dijk over het bericht 'Schiermonnikoog vreest een blijvend litteken van de windstroomleiding'
Vragen van de leden Thijssen en Gijs van Dijk (beiden PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Schiermonnikoog vreest een blijvend litteken van de windstroomleiding» (ingezonden 4 mei 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat), mede
namens Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Minister van Infrastructuur
en Waterstaat) (ontvangen 6 september 2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Schiermonnikoog vreest een blijvend litteken van de windstroomleiding»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Vindt u ook dat het unieke Waddengebied als UNESCO Werelderfgoed zo veel mogelijk
beschermd moet worden en economische belangen hieraan ongeschikt zijn?
Antwoord 2
Het Waddengebied is een uniek natuurgebied, niet alleen voor Nederland maar ook wereldwijd
daarom heeft de Waddenzee ook de bijzonder status van UNESCO natuurlijk Werelderfgoed.
In 2009 heeft UNESCO de Waddenzee als natuurlijk Werelderfgoed aangewezen zodat de
bescherming van het gebied geborgd is. Het beleid voor de Waddenzee en het Waddengebied
is opgenomen in de Agenda voor het Waddengebied 2050. De Waddenzee is beschermd via
het ruimtelijk instrumentarium (Wet ruimtelijke ordening / Structuurvisie Waddenzee
/Barro), het Natura2000-instrumentarium (Wet natuurbescherming / Natura 2000 beheerplannen)
en onder andere de Mijnbouwwet. Ook de Waddeneilanden en de natuurgebieden in de Noordzeekustzone
kennen een vergelijkbare bescherming. Om die reden is een zorgvuldige omgang met de
waarden in dit gebied altijd een uitgangspunt, zoals »mijn ambtsvoorganger in zijn
brief van 9 april jl. ook (Kamerstuk 35 092, nr. 26)2 aan u heeft gemeld. De uiteindelijke afweging of een activiteit in dit gebied plaats
kan vinden is altijd een integrale waarbij binnen de hoofddoelstelling voor de Waddenzee
ook andere belangen als de klimaatdoelstellingen, economische waarden zoals de landbouw
en de werkgelegenheid in het noorden een rol spelen. Hier zit ook het dilemma zoals
door mijn voorganger beschreven in zijn brief van 18 mei (Kamerstuk 35 092, nr. 27)3. Deze verbinding zorgt ervoor dat 700MW van windpark Ten noorden van de Waddeneilanden
aan land wordt gebracht. Hiermee geven we invulling aan de doelstellingen voor 2030
in de Klimaatwet en het Klimaatakkoord. Deze verbinding doorkruist echter ook een
waardevol en kwetsbaar natuurgebied; het UNESCO Werelderfgoed de Waddenzee. In lijn
met de Agenda voor het Waddengebied 2050 zoeken we in samenwerking met de regio naar
de balans in doelen, lokaal en nationaal, nu en in de toekomst.
Vraag 3
Waarom is uw voorkeursalternatief een kabel dwars door Schiermonnikoog in plaats van
het milieuvriendelijkere alternatief van een kabel ten oosten van Schiermonnikoog?
Zijn er onoverkomelijke obstakels om voor het laatstgenoemde alternatief te kiezen?
Antwoord 3
In het onderzoek naar het tracé voor windpark Ten noorden van de Waddeneilanden zijn
er in een periode van twee jaar in een intensief traject met de omgevingspartijen
en de regionale overheden negen tracés onderzocht. Hierbij is er gekeken naar de aspecten
omgeving, techniek, kosten, milieu en toekomstvastheid. Op basis van de milieueffectrapportage
zijn er drie tracés afgevallen vanwege de verwachte te grote effecten op natuur en
milieu en daardoor verwachte onvergunbaarheid. Vanuit de regionale overheden bestaat
de sterke wens om het tracé aan te landen in de Eemshaven, gelet op de ambitie voor
een duurzame industrie en toekomstige werkgelegenheid. Naar de Eemshaven bleven twee
alternatieven over: een westelijk en een oostelijk tracé.
Het tracé Eemshaven oost heeft de voorkeur van vele partijen. Er liggen echter al
meerdere kabels en leidingen op dit tracé. Hierdoor is er nog maar heel weinig ruimte.
Dit zorgt voor technische complexiteit en er zijn twijfels over tijdige toestemming
vanuit Duitsland. De verwachting is dat er nog maximaal één verbinding via het oost
tracé aangesloten kan worden en dat de aanleg hiervan technische, milieu en financiële
risico's met zich meebrengt. Om de klimaatdoelstellingen te halen zijn er ook op de
korte termijn al meer windparken nodig. Uw Kamer heef in de motie Boucke cs mei (Kamerstuk
35 668, nr. 21)4. verzocht om 10 GW extra windstroom te laten aanlanden voor 2030. Mogelijk landt
een deel van deze extra opgave aan in de Eemshaven, passend bij de verduurzamingsambities
van Noord Nederland. Deze nieuwe windparken zullen groter zijn én verder van de kust
liggen. Daarom gebruiken deze windparken gelijkstroom in plaats van wisselstroom.
Gelijkstroomkabels hebben als voordeel dat ze een kleiner ruimtebeslag hebben wat
ze kansrijker maakt voor een tracé met weinig ruimte, zoals het oost tracé. Daarnaast
zijn deze kabels, door het grotere vermogen, zwaarder waardoor deze met zwaarder materieel
moeten worden aangelegd. Daarom is voor de minder belastende 700 MW verbinding (het
Windpark ten noorden van de Waddeneilanden) in eerste instantie gekozen voor het west
tracé en om de mogelijkheid om het oosttracé te benutten voor de meer belastende toekomstige
verbinding(en) van 2 GW te behouden. Dit wordt de komende maanden conform de brief
van 18 mei (Kamerstuk 35 092, nr. 27)5 verder onderzocht.
In het kader van de Verkenning Aanlanding Wind op Zee 2030 (VAWOZ 2030) wordt er onderzocht
welke verbindingen er de komende periode door het Waddengebied nodig gaan zijn en
welke mogelijkheden er hier nog voor zijn. Gelijktijdig wordt het voorkeursalternatief
voor NOZ TNW (Net op Zee Ten noorden van de Waddeneilanden) verder uitgewerkt zodat
we beter inzicht hebben op het exacte tracé, de aanlegtechnieken en de impact van
dit tracé. In het najaar wordt bezien of de resultaten van deze onderzoeken consequenties
hebben voor het gekozen voorkeursalternatief. Beide onderzoeken worden uitgevoerd
in afstemming met en met betrokkenheid van de regionale partners, het Omgevingsberaad
Waddengebied (Omgevingsberaad), de Beheerautoriteit Waddenzee en de beheerders. In
de tussentijd zet ik geen onomkeerbare stappen.
Vraag 4
Wat zijn de ecologische risico’s van het aanleggen van elektriciteitskabels onder
Schiermonnikoog? Kunt u onherstelbare schade aan de Schiermonnikoogse natuur uitsluiten?
Antwoord 4
Om tot het voorkeursalternatief te komen, is er een eerste fase milieueffectrapportage
opgesteld.
In het natuuronderzoek wordt geconcludeerd dat alle tracés in de Waddenzee effect
hebben op beschermde soorten en habitattypen.
Uit dit onderzoek bleek dat er – met waar nodig toepassing van mitigerende maatregelen –
geen significante negatieve effecten van het westelijke tracé op de natuur worden
verwacht. Andere tracés zijn juist vanwege te grote verwachte effecten op de natuur
in deze fase wel afgevallen. Nu het voorkeursalternatief er ligt wordt het westtracé
verder geoptimaliseerd en meer in detail onderzocht in een tweede fase milieueffectrapportage.
Het uitgangspunt is altijd om een tracé met minimale natuurimpact uit te voeren en
om permanente en langdurige impact te vermijden. Door middel van de milieuonderzoeken
en met omgevingspartijen, wordt een tracé zo uitgewerkt dat permanente effecten worden
vermeden, bijvoorbeeld door een tracé in minder dynamische gebieden te leggen. Wanneer
dit niet kan, wordt bekeken hoe de effecten verkleind kunnen worden (mitigeren). Bijvoorbeeld
door andere aanlegtechnieken te gebruiken. Dit wordt getoetst in de Passende Beoordeling,
uit de Passende Beoordeling blijkt of er na mitigerende maatregelen nog sprake is
van significante negatieve effecten.
Vraag 5
Zijn er variaties mogelijk qua ecologische schade indien er wordt gekozen om de kabels
onder Schiermonnikoog aan te leggen? Zo ja, bent u dan voornemens om de minst schadelijke
optie te kiezen?
Antwoord 5
Ja, op dit moment wordt het tracé verder geoptimaliseerd en onderzocht. Hierbij wordt
onder andere gekeken naar de exacte route en de aanlegtechnieken, zowel bij Schiermonnikoog
als op de rest van de route. Bij verschillende aanlegtechnieken kan er gedacht worden
aan een horizontaal gestuurde boring onder het eiland of door gebruik te maken van
een wadtrencher. Een wadtrencher is een apparaat op rupsbanden en heeft een druk op
de bodem die vergelijkbaar is met de laars van een wadloper en maakt een sleuf voor
de kabel van ongeveer 50 centimeter. Tussen deze routes en technieken zit ook verschil
in ecologische impact, het kiezen van de minst schadelijke optie is hierbij het uitgangspunt.
Vraag 6
Welke afspraken zijn hierover gemaakt met de noordelijke regionale overheden?
Antwoord 6
De regionale overheden hebben in hun regioadvies de sterke wens uitgesproken aan te
sluiten in de Eemshaven. Hierbij heeft de oostelijke route de voorkeur maar wordt
ook door de regiobestuurders Eemshaven west als een alternatief gezien omdat ook zij
de moeilijkheden bij het oost tracé zien. Ik ben me zeker bewust van de gevoeligheid
van het gebied. Daarom heb ik in mijn brief van 9 april jl. (Kamerstuk 35 092, nr. 26)6 aan u ook aangegeven dat ik samen met de regionale overheden werk aan een programma
dat bovenop de wettelijke compensatiemaatregelen (natuurherstel) en vergoeding van
(plan)schade komt en dient bij te dragen aan een versterking van de natuur in UNESCO
Werelderfgoed Waddenzee, versterking van de Europees beschermde natuurwaarden en het
borgen van de agrarische waarden. Dit sluit aan bij de gestelde randvoorwaarden van
de regionale overheden aan de keuze voor Eemshaven west.
Vraag 7
Wordt met de aanleg van kabels onder Schiermonnikoog de kans vergroot op de aanleg
van nog meer kabels onder Schiermonnikoog in de toekomst? Zo ja, wat betekent dit
voor de plaatselijke natuur en wordt dit meegenomen in de overweging?
Antwoord 7
De impact op de natuur is, zeker in het Waddengebied, een van de belangrijkste aspecten
in de overweging. Zo ook in de keuze om dit windpark via deze route aan land te brengen.
Hierdoor wordt de mogelijkheid om bij het volgende aan te leggen windparken en aanlanding
van kabels daarvoor, de oostelijke route open gehouden. Hiermee wordt de kans verkleind
dat de volgende kabel ook onder Schiermonnikoog gaat. Komend half jaar wordt er verder
in detail onderzocht in welke gebieden er nog voor 2030 extra windparken gerealiseerd
moeten gaan worden, welke aanlandingen daarvoor nodig zijn en welke tracés mogelijk
zijn. Ik verwacht u in het najaar hiervan de resultaten te kunnen melden, ook over
de eventuele consequenties voor het voorkeursalternatief van dit project.
Vraag 8
Hoe verhoudt de ecologische schade van de aanleg van kabels onder Schiermonnikoog
zich tot de ecologische schade door gasboringen? Bent u bereid ecologische schade
wegens stroomkabels te compenseren door minder (schuine) boringen in de Waddenzee
toe te laten?
Antwoord 8
Gaswinning onder de Waddenzee wordt alleen toegestaan indien dit veilig kan en er
geen schade optreedt aan de natuur. Hierbij wordt extra zorgvuldigheid in acht genomen
door toepassing van het «hand aan de kraan»-principe. Dit houdt in dat vooraf een
conservatieve inschatting wordt gemaakt van de verwachte effecten van voorgenomen
mijnbouwactiviteiten. Deze effecten en vervolgens de natuurwaarden worden nauwlettend
gemonitord in relatie tot de zeespiegelstijging, de sedimentatie (natuurlijk herstelvermogen)
en de bodemdaling door gas- en zoutwinning, zodat activiteiten – waar nodig – kunnen
worden aangepast of stopgezet om negatieve gevolgen voor de natuur te voorkomen. Uit
de evaluatie van het «hand aan de kraan»-principe7is gebleken dat er tot op heden geen sprake is geweest van een situatie waarin bijsturing
nodig is geweest en dat het «hand aan de kraan»-principe voor wat betreft de gaswinning
heeft gewerkt als beoogd. Compensatie van eventuele ecologische schade door vermindering
van het aantal gasboringen is derhalve niet aan de orde.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.