Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Ginneken, Van der Werf en Sneller over het niet uitvoeren van de wens van de Tweede Kamer om het privéadres in de KvK af te schermen
Vragen van de leden Van Ginneken, Van der Werf en Sneller (allen D66) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het niet uitvoeren van de wens van de Tweede Kamer om het privéadres in de KvK af te schermen (ingezonden 15 juli 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 6 september
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het nieuws dat de verdachten van de moord op advocaat Derk Wiersum
via de Kamer van Koophandel zijn privéadres wisten te achterhalen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u dat dit eens te meer duidelijk maakt dat extra urgentie geboden is bij het
beter afschermen van privéadressen van zelfstandigen en ondernemers?
Antwoord 2
De moordaanslag op Derk Wiersum is een vreselijke misdaad. De mogelijkheid dat de
verdachten het woonadres van het slachtoffer kunnen hebben achterhaald via het handelsregister,
zet aan tot nadenken over de wijze waarop adresgegevens openbaar worden gemaakt in
het handelsregister. Het in algemene zin afschermen van adressen (privé of anderszins)
van zelfstandigen en ondernemers vind ik echter een vergaande maatregel. Niet iedereen
doet werk dat deze kwetsbaarheid voor criminele vergelding met zich meebrengt. Waar
dit wel het geval is, is waakzaamheid geboden. De Kamer van Koophandel draagt daaraan
bij door in specifieke gevallen op verzoek adressen in het handelsregister af te schermen
(zie verder het antwoord op vraag 8). Ik heb voorts een voorstel gedaan om in het
Handelsregisterbesluit 2008 vast te leggen dat de Kamer van Koophandel als zodanig
ingeschreven woonadressen voortaan standaard afschermt. Ik streef ernaar het voorstel
dit najaar te laten publiceren in het Staatsblad. Dit voorstel zal overigens niet
kunnen verhinderen dat kwaadwillenden hun aandacht mogelijk zullen verleggen van het
opzoeken van mensen op hun woonadres naar het adres waar zij werken of naar andere
plaatsen waar hun aanwezigheid kan worden verwacht.
Vraag 3
Hoe kan het dat u nog geen uitvoering heeft gegeven aan de heldere wens van de Tweede
Kamer dat de Kamer van Koophandel «voortaan geen privéadressen meer verstrekt van
ingeschrevenen die aangeven dat niet te willen»? (motie-Verhoeven, Kamerstuk 25 421 nr. 15)
Antwoord 3
In het debat op 20 januari 2021, waar deze motie2 werd ingediend, heb ik toegezegd om de Kamer een brief te sturen over de manier waarop
ik die wil uitvoeren. Ik heb ook aangegeven dat ik de motie niet helemaal kan uitvoeren,
onder andere wegens strijd met Europees recht. De motie laat mij de ruimte om de mogelijke
oplossingen te verkennen. Voorts geldt dat de Kamer van Koophandel in bijzondere gevallen
nu al op verzoek van de ingeschrevene adressen afschermt (zie antwoord op vraag 8).
Een meer systemische oplossing van afschermen van vestigingsadressen, die tevens een
woonadres zijn, roept vragen op over het effect en de effectiviteit daarvan in de
praktijk, en op de uitvoerbaarheid voor de Kamer van Koophandel. In het kader van
de Datavisie Handelsregister zijn alle mogelijke oplossingen bespreekbaar.3 De oplossingsrichtingen worden met gebruikers van het handelsregister en ingeschrevenen
verder verkend. Ik stuur u komend najaar een brief over die datavisie. Daarin komt
de uitvoering van de motie ook aan de orde.
Vraag 4 en 5
Bent u ervan op de hoogte dat voor veel zelfstandigen het vestigingsadres en woonadres
in de praktijk hetzelfde adres is? Zo ja, waarom bent u dan enkel voornemens – zoals
blijkt uit de beantwoording op schriftelijke vragen van Paternotte, Groothuizen en
Verhoeven over de intimidatie van historicus Nadia Bouras (Aanhangsel Handelingen,
2786) – om het woonadres maar niet het vestigingsadres te laten afschermen op verzoek
van de ingeschrevenen?
Waarom voert u de motie-Yesilgöz-Zegerius c.s. (Kamerstuk 35 570 VI, nr. 36) en de motie-Verhoeven (25 421 nr. 15) niet geheel uit?
Antwoord 4 en 5
Het is duidelijk dat de Kamer de argumenten voor openbaarheid van bepaalde ondernemingsgegevens
op dit moment niet deelt, of althans niet weegt op dezelfde wijze als de regering.
Hoewel ik de zorgen deel die in de motie worden geuit, laat het aannemen ervan onverlet
dat de moties op onderdelen niet uitvoerbaar zijn. Het handelsregister toont het vestigingsadres
van ondernemingen en rechtspersonen, omdat dit bijdraagt aan de rechtszekerheid in
het handelsverkeer. Het register biedt een informatiebron waar partijen op onafhankelijke
wijze de gegevens van een handelspartner kunnen toetsen en waar zij kunnen het adres
kunnen opzoeken, mocht dat nodig zijn. Waar de moties verzoeken om adressen standaard
af te schermen, heeft dat gevolgen voor de rechtszekerheid, maar ook voor het naleven
van verplichtingen van bepaalde afnemers (bijvoorbeeld in het kader van de Wwft).
Het gevolg voor andere ondernemers is dat zij de locatie van een handelspartner alleen
door tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder of advocaat kunnen achterhalen. Tot slot
is het waar het vennootschappen betreft, niet toegestaan om de vestigingsadressen
af te schermen met het oog op Europeesrechtelijke verplichtingen.
Richtlijn (EU) 2017/1132 bevat bepalingen omtrent de «zetel» van vennootschappen.
Artikel 4 sub a van deze richtlijn verplicht lidstaten tot openbare registratie van
de statutaire zetel van de vennootschap en artikel 19 lid 2 sub b schrijft tevens
voor dat dit gegeven via het koppelingssysteem BRIS kosteloos beschikbaar dient te
zijn. Op het eerste gezicht lijkt onduidelijk of onder dit begrip «statutaire zetel»
een volledig adres moet worden verstaan of slechts een plaats. Uit de context wordt
evenwel duidelijk dat het inderdaad om het volledige adres gaat. Dit is namelijk voor
informatie omtrent bijkantoren wel met zoveel woorden bepaald in artikel 30 lid 1
sub a.
Verplichtingen om het vestigingsadres openbaar te maken, betreffen ook niet uitsluitend
de informatie in het Handelsregister. Richtlijn (EU) 2011/83 (Consumentenrechten)
verplicht bijvoorbeeld ondernemingen die goederen of diensten aan consumenten verkopen
zelf tot het bekend maken van hun fysieke en administratieve vestigingsadressen.
De motie-Verhoeven verzoekt om het afschermen op verzoek. Het Europees recht staat
daar niet aan in de weg. Onder de huidige bepalingen van het Handelsregisterbesluit
2008 hebben ondernemers al de mogelijkheid om in het geval van een waarschijnlijke
dreiging, een verzoek tot afscherming van hun woonadres in te dienen bij de Kamer
van Koophandel. Het vestigingsadres blijft in dit geval echter openbaar, ook al is
dit gelijk aan het woonadres. De ondernemer heeft, met andere woorden, ook een eigen
verantwoordelijkheid op het gebied van afscherming c.q. afschermbaarheid van zijn
privé gegevens.
Na de inwerkingtreding van de wijziging van die bepaling in het Handelsregisterbesluit
2008 worden woonadressen standaard afgeschermd. Alleen wanneer hetzelfde adres als
vestigingsadres is gebruikt, blijft het zichtbaar in die hoedanigheid. Zoals in het
antwoord op vraag 3 aangegeven, kom ik in een latere brief terug op de verdere uitwerking
van de motie-Verhoeven.
Vraag 6
Deelt u de mening dat als vestigingsadres en woonadres hetzelfde zijn, en het enkel
mogelijk is om het woonadres af te schermen, kwetsbare doelgroepen voor intimidatie,
bedreiging en geweld zoals advocaten en journalisten blijvend gevaar lopen?
Antwoord 6
Zolang ondernemers hun woonadres tevens als vestigingsadres gebruiken, zijn zij niet
wezenlijk geholpen met de afscherming van hun als zodanig geregistreerde woonadres.
De keuze van een, alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemend, adequaat
vestigingsadres is in beginsel een verantwoordelijkheid van de ondernemer zelf. Zo
zijn er mogelijkheden voor het kiezen van een ander vestigingsadres dan het eigen
woonadres, zelfs wanneer de werkzaamheden uitsluitend of overwegend op het woonadres
plaatsvinden.
Vraag 7
Hoe gaat u zo snel mogelijk concreet voorkomen dat ondernemers ingeschreven bij de
Kamer van Koophandel gevaar lopen doordat hun privégegevens door iedereen kunnen worden
opgevraagd? Op welk termijn kan verwacht worden dat kwaadwillenden niet meer het huisadres
van iemand kunnen achterhalen via de registers van de Kamer van Koophandel?
Antwoord 7
Ik heb een voorstel gedaan om in het Handelsregisterbesluit 2008 vast te leggen dat
het als zodanig geregistreerde woonadres standaard wordt afgeschermd. Ik wil het voorstel
zo snel mogelijk in werking laten treden. Of daarmee het woonadres uit beeld is, ligt
mede aan het vestigingsadres waarop de onderneming geregistreerd is. Wanneer de onderneming
op het woonadres is gevestigd, vereist dit dus ook een actie van de ondernemer.
Vraag 8
Bent u bereid naast de lopende gesprekken met «stakeholders» ook nu al aan de slag
te gaan met het mogelijk maken van het afschermen van het vestigingsadres? Zo niet,
waar wacht u nog op tot u de duidelijk uitgesproken wens van de Kamer wil uitvoeren?
Antwoord 8
Ook nu schermt Kamer van Koophandel, bij ernstige dreiging, in uitzonderlijke gevallen
en op verzoek zelfs het als vestigingsadres geregistreerde woonadres af. Dit is een
forse ingreep in het systeem waarbij de Kamer van Koophandel in de afweging tussen
de letter van de wet enerzijds en behoorlijk bestuur en menselijke maat anderzijds
het tweede zwaarder laat wegen. Dit geldt bijvoorbeeld voor «blijf van mijn lijf huizen»
en in geval van plotseling optredende dreiging waar de ondernemer redelijkerwijs niet
had kunnen anticiperen.
Voor het eventueel breder toepassen van afscherming van vestigingsadressen hebben
we rekening te houden met geldende Europese regelgeving, die dit voor vennootschappen
in beginsel niet toelaat. Voor ondernemingen, ongeacht hun rechtsvorm, die goederen
op diensten leveren aan consumenten, gelden overigens verplichtingen buiten het handelsregister
om hun vestigingsadres (fysiek en statutair) te openbaren.
Vraag 9
In welke mate ondermijnt het niet kunnen afschermen van privé adressen volgens u de
aanpak van doxing, ook met het oog op het wetsvoorstel om het delen van privégegevens
om iemand te intimideren strafbaar te stellen?
Antwoord 9
Het kabinet geeft met het wetsvoorstel om doxing strafbaar te stellen een signaal
af dat intimidatie en bedreiging niet getolereerd wordt. Dit staat los van de vraag
of iemands privé adres, of de plaats waar hij werkt, of anderszins regelmatig verblijft,
bekend is. Het enkele feit dat iemands woonadres bekend is, geeft of impliceert immers
niet het recht om die wetenschap ook te misbruiken om deze persoon lastig te vallen
of te bedreigen. In gevallen van strafbare intimidatie en bedreiging zijn politie
en justitie bevoegd om daartegen op te treden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.