Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Teunissen over een exportkredietverzekering voor een baggerschip van IHC in Myanmar
Vragen van de leden Van Raan en Teunissen (beiden PvdD) aan de Ministers van Financiën en van Buitenlandse Zaken over een exportkredietverzekering voor een baggerschip van IHC voor Myanmar (ingezonden 24 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen
3 september 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3378.
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat Nederland op 8 januari 2021 een exportkredietverzekering (ekv)
heeft verstrekt aan scheepsbouwer IHC voor een baggerschip voor de Irrigation and
Water Utilization Management-afdeling van het Myanmarese Ministerie van Landbouw,
Veehouderij en Irrigatie?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is dit schip inmiddels geleverd?
Antwoord 2
Ja, op 30 april 2021.
Vraag 3
Waar gaat dit Myanmarese ministerie het baggerschip voor gebruiken? Wordt het gebruikt
voor zandwinning in Myanmar? Zo ja, in welk gebied? Wie profiteren hiervan?
Antwoord 3
De eerste inzet van het schip betreft het baggeren bij de Kindat Diversion Dam. Het
zal worden ingezet om het reservoir op diepte te houden in verband met de toevoer
van grond door erosie van de omliggende heuvels. Het uitdiepen van de kanalen voorkomt
overstromingen en zorgt voor een betere watervoorziening voor de omringende landbouw.
Zandwinning is geen doel van het onderhavige project.
Vraag 4
Is deze transactie gerelateerd aan de samenwerking1 tussen Nederlandse en Myanmarese ministers ten aanzien van de ontwikkeling van een
strategie voor geïntegreerd waterbeheer in Myanmar? Loopt deze samenwerking nog?
Antwoord 4
Nee, deze transactie vormt geen onderdeel van de bilaterale samenwerking op het gebied
van integraal waterbeheer onder het programma Partners voor Water. Die samenwerking
richtte zich specifiek op de duurzame ontwikkeling van het waterbeheer rondom de stad
Yangon. Op dit moment zijn alle activiteiten onder het programma Partners voor Water
bevroren en worden geen nieuwe activiteiten ontwikkeld.
Vraag 5
Welke risico's dekt de financiële steun van Atradius DSB (ADSB)?
Antwoord 5
ADSB heeft ten aanzien van deze transactie de volgende risico’s in verzekering genomen.
Er wordt kredietrisico gelopen gedurende elke betalingstermijn op de «Directorate
irrigation and water utilization management, Ministry of Agriculture, Livestock and
Irrigation» (hierna: Ministry of Agriculture). Inmiddels is 90% van de contractsom voldaan. De laatste (10%) betaling valt in
augustus 2021.
Verder loopt ADSB (contra)garantierisico voor de vooruitbetaling-, uitvoering- en
onderhoudsgarantie. Deze (garantie)producten zijn bedoeld voor situaties zoals een
faillissement van de aannemer (IHC) tijdens de bouw of levering van het schip, of
tijdens de looptijd van het onderhoudscontract. In een dergelijk geval zou het Ministry of Agriculture gecompenseerd worden. Dit zijn standaard type exportgaranties die worden uitgegeven
door banken, waar de ekv middels een contragarantie het risico overneemt. In het algemeen
moeten garanties direct uitgekeerd worden als de afnemer deze inroept. Echter, in
theorie zou het kunnen voorkomen dat een afnemer dat onterecht doet (bijvoorbeeld
bij een geschil wat door een rechter getoetst dient te worden). Ook in het geval van
een onterechte opvraging door het Ministry of Agriculture dekt de ekv de schade voor de garantstellende bank en de ekv zal dan vervolgens deze
schade proberen te verhalen. Omdat het schip inmiddels is geleverd, is er geen sprake
meer van risico uit hoofde van de (contra)garantie op de vooruitbetaling- en uitvoeringsgarantie.
Voor de periode na levering is er een onderhoudscontract tussen het Ministry of Agriculture
en IHC, waarvoor er momenteel nog wel een onderhoudsgarantie van 10% uitstaat.
Vraag 6
Voor hoeveel jaar wordt de lening gedekt door de Nederlandse staat via ADSB?
Antwoord 6
Er wordt geen lening gedekt door de Nederlandse staat. Het Ministry of Argiculture financiert de transactie met IHC via een door JICA2 verstrekte development lening. ADSB loopt enkel de in het antwoord op vraag 5 genoemde
risico’s.
Vraag 7
Is de ekv opgeschort na de staatsgreep? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
In het algemeen geldt, dat wanneer zich in een land actuele gebeurtenissen voordoen
die (waarschijnlijk) het risico van de exportkredietverzekering beïnvloeden, zoals
een staatsgreep, het landenbeleid opnieuw geëvalueerd wordt en indien nodig aangepast.
In februari 2021 is in reactie op de staatsgreep die op 1 februari werd gepleegd in
Myanmar het landenbeleid voor Myanmar aangepast naar «beleid wordt herzien». De facto
betekent dit dat de ekv-faciliteit dan in beginsel is opgeschort voor ekv-aanvragen,
ten minste totdat de situatie duidelijker is geworden en er nieuw beleid is geformuleerd.
In mei 2021 was de situatie voldoende duidelijk en is er nieuw definitief landenbeleid
opgesteld, namelijk de meest restrictieve categorie: «dekking bij uitzondering». Dit
betekent dat het landenbeleid in principe gesloten is voor aanvragen op Myanmar, en
er alleen in theorie bij hoge uitzondering nog dekking kan worden geboden. Dit heeft
geen gevolgen gehad voor de onderhavige transactie van IHC met het Ministry of Agriculture, aangezien deze al vóór februari 2021 in werking was getreden. Juridisch gezien is
het niet mogelijk om met terugwerkende kracht een dekkingstoezegging in te trekken
als gevolg van een wijziging van het landenbeleid.
Vraag 8
Is er voor het verstrekken van de ekv rekening gehouden met de lopende rechtszaak
bij het Internationaal Gerechtshof tegen Myanmar over de genocide tegen de Rohingya,
waar Nederland mogelijk samen met Canada in zal gaan interveniëren? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 8
Nee. De zaak bij het Internationaal Gerechtshof heeft geen relatie met deze kwestie.
Die zaak gaat over de vraag of de staat Myanmar zijn verplichtingen onder het Genocideverdrag
nageleefd heeft.
Vraag 9
Waarom is het verstrekken van een ekv voor een project dat ten goede komt van een
regering die ver voor de staatsgreep al beschuldigd werd van genocide volgens u verenigbaar
met de Nederlandse inzet omtrent straffeloosheid?
Antwoord 9
In het algemeen geldt dat ekv-aanvragen worden getoetst op het vigerende sanctiebeleid
en tevens worden beoordeeld op lokale wet- en regelgeving en internationale standaarden
op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen, in dit geval de OECD Common
Approaches en de IFC Performance Standards. Hier wordt ook nadrukkelijk gekeken naar
mensenrechten en veiligheid.
In de beoordeling van deze ekv-aanvraag is een aantal aandachtspunten vanuit het landenbeleid
voor Myanmar opgenomen. Zo is er gekeken naar de veiligheidssituatie in het land,
met name in de provincies Rakhine, Kachin en het noordelijk deel van Shan. Deze veiligheidssituatie
is als niet relevant beoordeeld voor de onderhavige transactie, omdat het district
Kanbalu in de regio Sagaing ligt en niet in een van de op het moment van beoordeling
van de aanvraag gevaarlijke gebieden. In de ekv-beoordeling is er ook gekeken naar
schending van het internationale sanctiebeleid en of de transactie onder het EU-wapenembargo
valt. De transactie druist niet in tegen internationaal sanctiebeleid en het EU-wapenembargo
is als niet relevant voor onderhavige transactie beoordeeld omdat het de levering
van een baggerschip betreft. De uiteindelijke conclusie van onderhavige ekv-aanvraag
was dat een ekv verstrekt kon worden voor deze transactie. Aanvullend verwacht het
kabinet van Nederlandse bedrijven die internationaal opereren dat zij gepaste zorgvuldigheid
toepassen in lijn met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de
UN Guiding Principles on Business and Human Rights.
Voor de staatsgreep bestond de Nederlandse inzet in Myanmar onder meer uit het tegengaan
van straffeloosheid, bevordering van mensenrechten en verschillende initiatieven gericht
op duurzame ontwikkeling. De dialoog met de Myanmarese autoriteiten werd aangewend
om deze inzet en de democratische transitie in Myanmar te ondersteunen, en om de Nederlandse
zorgen over mensenrechtenschendingen te uiten. Ook na de staatsgreep blijft Nederland
zich onverminderd inzetten voor de strijd tegen straffeloosheid in Myanmar.
Vraag 10
Gezien het feit dat het Myanmarese regime in handen is van de militaire junta, hoeveel
financiële steun van Nederland ontvangt de militaire junta? In welke vorm?
Antwoord 10
Na de staatsgreep zijn de gehele ontwikkelingsprojectenportefeuilles van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking tegen het
licht gehouden, om te voorkomen dat er middelen in handen komen van het leger of van
aan het leger gelieerde bedrijven. Activiteiten waarbij de Myanmarese overheid voorheen
betrokken was zijn bevroren of opgeschort. Betalingen voor publieke en private ontwikkelingsprojecten
die nog wel doorgang kunnen vinden zonder betrokkenheid van de militaire junta worden
gedaan aan uitvoerende organisaties en bedrijven en lopen derhalve niet via de militaire
junta.
Vraag 11
Kunt u uiteenzetten hoeveel van deze steun voor de staatsgreep is toegezegd en hoeveel
daarna, uitgesplitst naar verschillende vormen?
Antwoord 11
Er is na de staatsgreep geen steun toegezegd aan de militaire junta. Nederland heeft
wel additionele humanitaire hulp via het Nederlandse Rode Kruis gegeven voor ondersteuning
van 230.000 hulpbehoevenden met activiteiten op het gebied van gezondheidszorg, levensonderhoud
en basisbehoeften, zoals aan uw Kamer gemeld in Kamerbrief 2021Z10322. Zie ook het antwoord op vraag 10.
Vraag 12
Welke bank (en) verstrekken de door ADSB verzekerde krediet(en)?
Antwoord 12
Niet van toepassing, zie het antwoord bij vraag 6.
Vraag 13
Hoe zag het due diligence proces eruit voor het verstrekken van de exportkredietverzekering?
Antwoord 13
Alle standaard aspecten zijn beoordeeld, te weten: landenrisico, kredietrisico, regresrisico,
buyer due diligence, due diligence op de betrokken agenten, customer due diligence
en milieu en sociale aspecten. De informatie waarop beoordeeld wordt bestaat uit het
aanvraagformulier, aanvullende informatie aangeleverd door de aanvrager (in dit geval
IHC) en informatie verkregen uit het publieke domein (onder andere LexisNexis). Op
basis van de uitgevoerde beoordelingen is geconcludeerd dat het acceptabele risico’s
betrof zonder onaanvaardbare negatieve milieu en sociale effecten.
Vraag 14
Op welke manier is hier bij gekeken naar de onverantwoordelijke manier waarop er nu
zand wordt gewonnen bij de Irrawaddyrivier?3
Antwoord 14
De schepen in deze transactie worden ingezet voor het op diepte houden van de watervoorzieningen,
waaronder het bassin van de Kindat dam en irrigatiekanalen in de Mu rivier die gebruikt
worden voor de landbouw in Myanmar. De in het artikel genoemde veelal illegale zandwinning
is geen doel van deze transactie of het project. Er is dan ook niet gekeken naar de
manier van zandwinning in de Irrawaddyrivier.
Vraag 15
Was er volgens u, voorafgaand aan het verstrekken van de ekv, voldoende inzicht in
alle risico’s van het project in Myanmar ten aan zien van de natuur en het milieu,
en de gevolgen daarvan voor mensen en dieren? Kunt u deze vraag beantwoorden met ja
of nee, gevolgd door een toelichting? Indien het antwoord nee is, hoe heeft u dan
uitvoering kunnen geven aan de aangenomen motie van de leden Alkaya en Van Raan over
geen exportkredietverzekeringen bij risico's op mensenrechtenschendingen of milieuschade?4
Antwoord 15
Ja, er is een milieu en sociale due diligence uitgevoerd voor onderhavige transactie
conform het beleid voor Maatschappelijke Verantwoord Ondernemen (MVO) en aansluitend
op de motie Alkaya en Van Raan. Hieruit kwam naar voren dat de onderhavige transactie
en geplande werkzaamheden het leven van de veelal arme boerenbevolking in Myanmar
ten goede zal komen. Het uitdiepen van de kanalen voorkomt overstromingen en zorgt
voor een betere watervoorziening voor de omringende landbouw. De genoemde werkzaamheden
vinden niet plaats in een natuurgebied waar beschermde diersoorten leven.
Vraag 16
Hoe heeft ADSB ervoor gezorgd dat het baggerschip niet gaat bijdragen aan de erosie
van rivieroevers in Myanmar?
Antwoord 16
De geplande baggerwerkzaamheden zijn onderdeel van een 5-jarenplan van IWUMD5 dat streeft naar een inclusief, competitief landbouwsysteem waarbij voedsel en voedingswaarde
gegarandeerd kunnen worden. De Nederlandse overheid en diverse Nederlandse bedrijven
in de watersector ondersteunen de inzet van IWUMD en andere water gerelateerde ministeries
in Myanmar door middel van diverse programma’s. Zo zijn in 2013 studenten uit Myanmar
in Nederland begeleid om oplossingsrichtingen voor de problemen rond de rivier de
Ayeyarwady uit te werken. Ook is in 2014 met steun van de Nederlandse overheid een
National Water Resources Committee (NWRC) opgericht. Dit comité heeft vervolgens gewerkt
aan een watermanagementstrategie. In 2017 is samengewerkt aan het opstellen van een
wateratlas voor de delta van de rivier Ayeyarwady. In navolging daarop is het werk
gestart voor een Integrated Ayeyarwady Delta Strategy (IADS). Hiervoor is een werkgroep
opgezet met lokale deelnemers en vertegenwoordigers van Nederlandse adviesbureaus
en universiteiten. Onderhavig project is ook gerelateerd aan een project voor verbetering
van de Ayeyarwady rivier.
Ook andere hulporganisaties zien het belang van het verbeteren van het watermanagement
en de landbouwontwikkeling in Myanmar. De Wereldbank voert het Agricultural Development
Support Project uit (2015 tot 2022), dat ondersteuning biedt voor het herstel van
faciliteiten en productiviteitsverbeteringen bij meerdere middelgrote irrigatiefaciliteiten
in heel Myanmar. Daarnaast voert de Aziatische Ontwikkelingsbank het Irrigated Agriculture
Inclusive Development Project (2017–2024) uit, dat rehabilitatie voor middelgrote
irrigatiefaciliteiten biedt, met de nadruk op de centrale droge gebieden van het land.
Volgens JICA overlappen de projecten niet. Deze programma’s bieden naast financiering
voor fysieke oplossingen ook training en onderwijs om de projecten te kunnen managen
en te onderhouden.
In het kader van samenwerking tussen Nederland en Myanmar werden ook cursussen over
het baggeren gegeven aan relevante partijen in Myanmar. Zo is er in januari 2018 een
cursus gegeven door Van Oord, Boskalis en de Nederlandse ambassade aan bedrijven en
overheden in Myanmar. In januari 2020 is er ook een cursus georganiseerd over het
bewegen van sediment en baggeren. Door deze intensieve ondersteuning van Nederlandse
en andere partners is de verwachting dat het te leveren baggerschip op een goede wijze
ingezet zal gaan worden door IWUMD en zal leiden tot een beter waterbeheer in Myanmar
en niet zal bijdragen aan de erosie van rivieroevers in Myanmar.
Vraag 17
Zijn IHC en Damen Shipyards zaken blijven doen met de Myanmarese autoriteiten sinds
de coup?
Antwoord 17
De transactie tussen IHC en de overheid van Myanmar is getekend in de periode voor
de staatsgreep van 1 februari 2021. Sinds de staatsgreep heeft zowel IHC als Damen
geen nieuwe transacties met Myanmar gedaan.
Vraag 18
Hoe kijken de Nederlandse Ministeries van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken
aan tegen deze activiteiten?
Antwoord 18
Bedrijven zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor hun bedrijfsactiviteiten.
Het kabinet verwacht van bedrijven wel dat zij gepaste zorgvuldigheid toepassen in
lijn met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en UN Guiding Principles
on Business and Human Rights.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken toetst (export)activiteiten waarvoor een exportvergunning
nodig is van Nederlandse bedrijven naar het buitenland. De richtlijnen en controlelijsten
hiervoor zijn op Europees niveau opgenomen in de EU dual-use verordening (428/2009)
en het Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapen export en verschillende sanctieverordeningen.
Zo gelden EU sancties voor de export van (dual-use) items naar Myanmar (EU verordening
194/2008).
Zoals in EU Verordening 194/2008 vastgesteld is, is het verboden om militaire goederen
of technologie, direct of indirect te verkopen of te leveren aan natuurlijke personen
of rechtspersonen in Myanmar, ongeacht of de goederen afkomstig zijn uit de lidstaten
van de Europese Unie.
Vergroting van het bewustzijn van het bedrijfsleven, inclusief van het midden- en
kleinbedrijf, is een voorwaarde voor een effectief exportcontrolebeleid. Het Ministerie
van Buitenlandse Zaken zet hier actief op in en stelt via de website www.rijksoverheid.nl/exportcontrole informatie beschikbaar over exportcontrole. Tevens organiseert de overheid jaarlijks
een aantal seminars over exportcontrole met deelnemers uit de industrie, de logistieke
en financiële sector, kennisinstituten, adviesbureaus en de overheid.
Het kabinet adviseert bedrijven om geen zaken te doen met commerciële bedrijven en
entiteiten die direct of indirect worden gecontroleerd door het leger van Myanmar
(Tatmadaw). Bedrijven dienen daarbij ook rekening te houden met het EU-sanctieregime
ten aanzien van Myanmar, waaronder op 19 april jl. twee economische entiteiten en
op 21 juni jl. drie economische entiteiten op de sanctielijst zijn geplaatst. Door
de militaire coup van 1 februari 2021 zijn de risico's van zakendoen in Myanmar nog
verder vergroot.
Vraag 19
Herinnert u zich het antwoord op schriftelijke vragen van de leden Van Raan en Teunissen:
«Exportkredietverzekeringen (ekv) worden op transactiebasis verstrekt en alleen als
deze voldoen aan het mvo-beleid voor de ekv. Dit beleid is gebaseerd op internationale
mvo-standaarden (waaronder de OESO Common Approaches). Er worden geen projecten verzekerd
met onaanvaardbare risico’s voor mens, dier en milieu.»6?
Antwoord 19
Ja.
Vraag 20
Herinnert u zich dat de hiervoor genoemde motie Alkaya en Van Raan de regering verzocht
er zorg voor te dragen dat iedere aanvraag voor een exportkredietverzekering waarbij
de risico's op schending van mensenrechten of milieuschade te groot zijn, wordt afgekeurd
ongeacht het zogenaamde gelijke speelveld en de gevolgen voor de aanvragende bedrijven?
Antwoord 20
Ja.
Vraag 21
Bent u ervan op de hoogte dat er sinds de jaren veertig van de vorige eeuw strijd
en opstand is in Myanmar7, dat de etnische zuivering van Rohingya onverminderd doorgaat8, en dat vorig jaar al duidelijk was dat het conflict kon escaleren9, wat uiteindelijk ook gebeurd is, getuige de militaire coup van februari?
Antwoord 21
Nederland volgt de situatie in Myanmar al jaren nauwgezet. Het kabinet zet zich onder
meer in om de democratische transitie te ondersteunen en de situatie van de Rohingya
te verbeteren en werkt hierin nauw samen met de EU, de VN en gelijkgezinde landen.
Voor de staatsgreep van 1 februari jl. was er frequent bilateraal contact met de democratisch
gekozen regering van Myanmar, waarbij Nederland zorgen uitte over mensenrechtenschendingen
in het land en pleitte voor humanitaire toegang om mensen in nood te kunnen helpen.
De staatsgreep heeft die democratische transitie ernstig verstoord en de reeds fragiele
situatie in Myanmar drastisch verslechterd.
Het geweld van het leger is gericht tegen alle burgers in Myanmar die zich verzetten
tegen de staatsgreep. Duidelijk is dat de situatie van minderheden in Myanmar, waaronder
de Rohingya, onverminderd zorgelijk blijft. Onderliggende problemen zijn niet opgelost
en de situatie blijft fragiel. Zie ook de antwoorden op de vragen gesteld door het
lid Sjoerdsma over het bericht dat de demonstraties in Myanmar uit de hand lopen (Kamerstuk
2021D12640). Daar komt het geweld door het leger en gewelddadige confrontaties tussen het leger
en burgerlijke verzetsgroepen bovenop. Het kabinet blijft zich inspannen voor verbetering
van de mensenrechtensituatie en voor accountability, bijvoorbeeld in de Mensenrechtenraad
en met steun aan de bewijzenbank Independent Investigative Mechanism for Myanmar (IIMM). Ook heeft Nederland op 2 september vorig jaar samen met Canada de intentie
aangekondigd om te interveniëren in de zaak die Gambia tegen Myanmar heeft aangespannen
bij het Internationaal Gerechtshof vanwege vermeende genocide op de Rohingya.
Vraag 22
Vindt u het logisch, en zo ja waarom, dat het naleven van de due diligence-richtlijnen
van de OESO en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights door bedrijven,
conform de verwachting die is uitgesproken in antwoord op schriftelijke vragen van
het lid Van Raan10, leidt tot de conclusie dat er een ekv kan worden verstrekt voor handel tussen een
Nederlands bedrijf en de militaire junta in Myanmar? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 22
Alle ekv-aanvragen worden getoetst op sanctiebeleid en beoordeeld op lokale wet- en
regelgeving en internationale standaarden op het gebied van maatschappelijk verantwoord
ondernemen, in dit geval de OECD Common Approaches en de IFC Performance Standards.
Zoals ook staat in het antwoord op vraag 9 is er in de beoordeling van de ekv-aanvraag
van IHC op Myanmar gekeken naar aandachtspunten over het internationale sanctiebeleid
en de veiligheidssituatie in het land. Het moment van toetsing lag vóór de militaire
coup van 1 februari. De uiteindelijke conclusie van onderhavige ekv-aanvraag was dat
een ekv verstrekt kon worden voor deze transactie. Aanvullend verwacht het kabinet
van Nederlandse bedrijven die internationaal opereren, waaronder financiële instellingen,
dat zij de OESO-richtlijnen en de UNGP’s naleven. In antwoord op genoemde schriftelijke
vragen van het lid Van Raan, worden de verschillende manieren waarop het kabinet naleving
van OESO-richtlijnen en de UNGP’s door bedrijven stimuleert toegelicht.
Vraag 23
Welke risico’s zijn er bij deze ekv geïdentificeerd en welke zijn daarvan geclassificeerd
als aanvaardbaar dan wel onaanvaardbaar?
Antwoord 23
De volgende risico’s zijn beoordeeld in het kader van het in verzekering nemen van
de transactie:
– Landenrisico
– Kredietrisico
– Regresrisico op IHC
– Buyer due diligence
– Due diligence naar de betrokken agenten
– Customer due diligence
– Milieu en sociale aspecten
Alle bovengenoemde risico’s zijn ten tijde van de beoordeling als aanvaardbaar beoordeeld.
Zie ook het antwoord op onder meer vraag 7, 9 en 13. Indien één van de risico’s als
onaanvaardbaar zou zijn beoordeeld, dan zou geen verzekering of garantie worden verstrekt
door de ekv.
Vraag 24
Is er ook gekeken naar risico’s die betrekking hebben op de lange termijn of die landsgrensoverschrijdend
zijn? Zo ja, welke risico’s waren dit? Zo nee, waarom niet en hoe heeft u dan uitvoering
kunnen geven aan de motie van de leden Alkaya en Van Raan? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 24
De transactie betreft de levering van een baggerschip en drijvende pijpleidingen.
Omdat het een transactie in de baggersector betreft, is bij de beoordeling van deze
ekv-aanvraag een milieu en sociale beoordeling uitgevoerd. Conclusie van deze beoordeling
is dat in relatie tot deze transactie geen onaanvaardbare negatieve milieu en sociale
effecten te verwachten zijn.
Er is niet gekeken naar landgrensoverschrijdende effecten, omdat die van onderhavig
project niet verwacht worden. Wel is gekeken naar lange termijn effecten van onder
andere het meerjarenplan van IWUMD zoals ook beschreven onder het antwoord bij vraag
16. De daar genoemde samenwerkingsverbanden moeten een duurzaam watersysteem opleveren
voor Myanmar.
Vraag 25
Waren alle risico’s aanvaardbaar? Zo ja, kunt u ernstige schade aan de natuur of het
milieu met lange termijn- of grensoverschrijdende gevolgen, inclusief gevolgen voor
mensen en dieren, uitsluiten? Zo nee, hoe verhoudt het verstrekken van deze ekv zich
tot de motie van de leden Alkaya en Van Raan? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 25
Ja, alle risico’s waren ten tijde van de afronding van de milieu en sociale beoordeling
aanvaardbaar. Dat betekent dat op basis van de milieu en sociale due diligence geen
ernstige nadelige gevolgen van onderhavige transactie werden verwacht. Hierbij wordt
een onderbouwde inschatting van de risico’s gemaakt. Echter er kan nooit 100% worden
uitgesloten dat resterende risico’s zich in de toekomst niet zullen materialiseren.
Vraag 26
Wanneer zijn voor u de risico’s niet meer aanvaardbaar?
Antwoord 26
Voor ieder voornoemd risico wordt een afweging gemaakt tussen de aspecten die voor
desbetreffende transactie gelden. Als een risico te hoog is, of de optelsom van risico’s
te groot is, is het niet aanvaardbaar. Dit wordt altijd per geval beoordeeld.
Vraag 27
Welke MVO-schendingen vindt u aanvaardbaar? Hoeveel MVO-schendingen vindt u aanvaardbaar?
Antwoord 27
Per geval wordt beoordeeld wat de risico’s zijn en of die individueel of samen aanvaardbaar
zijn. Er zijn wel duidelijke uitsluitingen op het gebied van mensenrechten. Dit betreft
bijvoorbeeld kinder- en/of dwangarbeid.
Vraag 28
Klopt het dat ADSB het landenbeleid met betrekking tot Myanmar aan het herzien is?
Wanneer is deze herziening gestart? Was de staatsgreep aanleiding van deze herziening?
Zo nee, wat was dan de aanleiding? Welke partijen worden geconsulteerd voor het formuleren
van het nieuwe beleid? Wanneer wordt het resultaat van de herziening verwacht?
Antwoord 28
In februari is als reactie op de staatsgreep het landenbeleid voor Myanmar gewijzigd
naar «beleid wordt herzien». In mei was de herziening afgerond en werd het landenbeleid
definitief vastgesteld als «dekking bij uitzondering». Zie hiervoor het antwoord op
vraag 7.
Het landenbeleid wordt altijd herzien op advies van de Commissie Advisering Risicobeheer
(CAR). In de CAR hebben de Ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken zitting
alsmede de economen van de afdeling Economic Research van Atradius. Er wordt voor
de bepaling van het landenbeleid een breed scala aan bronnen geraadpleegd, al naar
gelang de situatie daar om vraagt. Meestal betreft dit onder andere het IMF, de Wereldbank,
ambassades, kredietbeoordelaars, buitenlandse exportkredietverzekeraars en de Club
van Parijs.
Vraag 29
Vindt u het moreel te rechtvaardigen dat de Nederlandse staat met belastinggeld garant
staat voor een baggerschip dat een Nederlands bedrijf dat hieraan verdient, wil exporteren
naar een Myanmarees ministerie terwijl er een gewelddadige militaire junta aan de
macht is? Kunt u deze vraag eerst met ja of nee beantwoorden, gevolgd door een toelichting?
Antwoord 29
Zie ook antwoord op vraag 9 en 22. Ekv-aanvragen worden getoetst op sanctiebeleid
en beoordeeld op lokale wet- en regelgeving en internationale standaarden op het gebied
van maatschappelijk verantwoord ondernemen, in dit geval de OECD Common Approaches
en de IFC Performance Standards. In de beoordeling van de ekv-aanvraag is gekeken
naar het internationale sanctiebeleid en de veiligheidssituatie in het land. Het moment
van toetsing lag vóór de staatsgreep van 1 februari. De uiteindelijke conclusie van
onderhavige ekv-aanvraag is dat een ekv verstrekt kon worden voor deze transactie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
Th.J.A.M. de Bruijn, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.