Verslag van een bijeenkomst : Verslag van een interparlementaire conferentie betreffende het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB) en het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) van de Europese Unie
33 130 Interparlementaire Conferentie Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid
R/ Nr. 19 VERSLAG VAN EEN CONFERENTIE
Vastgesteld 2 september 2021
Een delegatie van beide Kamers der Staten-Generaal heeft op woensdag 3 en donderdag
4 maart 2021 deelgenomen aan de 18e Interparlementaire Conferentie voor het Gemeenschappelijk
Buitenlands, Veiligheids- en Defensiebeleid (GBVB/GVDB1) van de Europese Unie. Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden door de COVID-19
pandemie werd de Conferentie voor de tweede keer georganiseerd via videoconferentie.
De delegatie bestond uit mevrouw Dijkstra (delegatieleider, Tweede Kamer, D66), de
heer Koopmans (Tweede Kamer, VVD), de heer Van Otterloo (Tweede Kamer, 50PLUS), de
heer Van Apeldoorn (Eerste Kamer, SP) en mevrouw Huizinga-Heringa (Eerste Kamer, CU).
De delegatie werd ambtelijk ondersteund door mevrouw Prenger namens de Tweede Kamer,
en mevrouw Dieudonné namens de Eerste Kamer.
De Nederlandse delegatie brengt als volgt verslag uit over haar deelname aan de Conferentie.
Woensdag 3 maart 2021
Openingssessie
De conferentie werd geopend met toespraken door de voorzitter van het Portugese parlement,
de heer Ferro Rodrigues, de voorzitter van de commissie voor Nationale Defensie en
delegatieleider van de Portugese delegatie bij de Interparlementaire Conferentie,
de heer Perestrello, en de voorzitter van de commissie Buitenlandse Zaken van het
Europees Parlement, de heer McAllister.
De rode lijn in de verschillende bijdragen was het pleidooi voor een sterkere samenwerking
tussen de EU en de NAVO. Door onder meer de terugkeer van de VS op het internationale
toneel na aantreden van de nieuwe Amerikaanse president, Joe Biden, en de veranderende
houding van China en Rusland op het internationale vlak, is de samenwerking nog prominenter
op de agenda komen te staan. Daarnaast werd er ook gepleit voor een grotere prioriteit
vanuit politieke leiders in de EU voor het defensiebeleid. Ook is er aandacht besteed
aan de COVID-19-pandemie en de gevolgen hiervan in de wereld en in de EU.
Keynote speech door de secretaris-generaal van de NAVO
NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg gaf een toespraak waarin hij benadrukte
dat sterke trans-Atlantische betrekkingen de enige manier zijn waarop de NAVO-lidstaten
de grote uitdagingen van vandaag en morgen kunnen aangaan. Hij verwijst hierbij onder
meer naar het destabiliserende gedrag van Rusland, geavanceerde cyberaanvallen, de
opkomst van China, de veiligheidsimplicaties van klimaatverandering en de huidige
COVID-19-pandemie. De SG van de NAVO stelde dat al deze uitdagingen veel groter zijn
dan de VS en Europese landen alleen aankunnen.
De SG gaf aan dat hij de boodschap van president Biden over het opnieuw opbouwen van
allianties en het versterken van de NAVO verwelkomt. Volgens de SG hebben de NAVO-landen
allemaal de verantwoordelijkheid om deze kans te grijpen. Daarom is het NAVO 2030-initiatief2 gelanceerd. Dit initiatief is bedoeld om het trans-Atlantisch bondgenootschap nog
sterker te maken voor de toekomst.
Tijdens zijn toespraak zette de heer Stoltenberg uiteen wat voor hem de belangrijkste
prioriteiten voor het NAVO 2030-initiatief zijn:
1) Het versterken van de eenheid tussen de EU en Noord-Amerika; De NAVO moet naar zijn
mening nog meer gebruikt worden als het unieke platform dat Europa en Noord-Amerika
samenbrengt voor overleggen over veiligheidskwesties.
2) Het verbreden van het concept van veiligheid, zodat alle soorten bedreigingen worden
aangepakt. Hiervoor zijn niet alleen sterke legers, maar ook sterke en veerkrachtige
samenlevingen nodig.
3) Ten derde moet de «op regels gebaseerde internationale orde», die wordt bedreigd door
autoritaire machten, worden beschermd. De heer Stoltenberg verwijst onder andere naar
de opkomst van China, die kansen biedt, maar ook uitdagingen met zich meebrengt voor
onze veiligheid en onze manier van leven. De landen in Europa en Noord-Amerika moeten
hun democratieën versterken en hun instituties beschermen.
Aan het einde van zijn toespraak riep de SG de parlementariërs op om bij te dragen
aan het versterken van de banden tussen Europa en Noord-Amerika, door bij hun regeringen
aan te dringen op meer ambitieuze en gezamenlijke inspanningen tussen de NAVO en de
Europese Unie.
Sessie I: Europa verdedigen – samenwerking EU-NAVO en het strategisch kompas
Deze sessie werd geopend met een inleiding van de Portugese Minister van Defensie,
de heer Cravinho. De Minister gaf aan dat de Portugese regering toegewijd is aan het
verdiepen van de relaties met NAVO. Een dialoog tussen de NAVO en de EU is belangrijk
om zaken uit te wisselen, maar er moeten wel prioriteiten worden gedefinieerd. De
EU is het strategisch kompas aan het ontwikkelen en de NAVO is ook bezig met het formuleren
van nieuwe prioriteiten. Deze moeten naar zijn mening gezamenlijk en tegelijkertijd
worden ontwikkeld.
Daarna was het de beurt aan de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Europese
Dienst voor extern optreden, de heer Fries. Ook hij benadrukte het belang van een
sterke samenwerking tussen de EU en NAVO. Met het strategisch kompas wil de EU meer
verantwoordelijkheid nemen voor haar eigen veiligheid en daarmee het partnerschap
met de NAVO versterken. De heer Fries gaf aan dat hij deze agenda niet in strijd ziet
met die van de NAVO, een sterkere EU zou juist leiden tot een sterkere NAVO. Voor
het strategisch kompas is steun van het Europees Parlement en de nationale parlementen
relevant. De plaatsvervangend secretaris-generaal gaf verder aan dat het ontwerp in
november 2021 zal worden gepresenteerd en in maart 2022 zou kunnen worden aangenomen
door de nationale parlementen en het EP.
Ten slotte kreeg de plaatsvervangend directeur van het Instituut voor veiligheidsstudies
van de Europese Unie, mevrouw Gaub, het woord. Zij gaf aan het begin van haar toespraak
aan dat zij pessimistischer is over de Europese positie in de wereld dan de vorige
sprekers. Zij vraagt zich af wat de EU nou echt aan het verdedigen is: haar grenzen,
of juist haar invloed op de wereld. Volgens mevrouw Gaub zijn de Europese grenzen
er veel beter aan toe dan de Europese invloed. Democratieën worden van binnen uitgehold
en de invloed van China komt steeds dichterbij. Als je naar de buurlanden van de EU
kijkt, speelt de EU geen (bemiddelende) rol meer in de conflicten daar. Zij concludeert
dat de EU haar invloed op de wereld verliest. Door de overwinning van Joe Biden als
president van de VS bestaat volgens haar het gevaar dat de EU-landen gaan denken dat
de VS de Europese defensiezaken weer gaat oppakken. Europese defensie is echter een
Europese verantwoordelijkheid. Mevrouw Gaub hoopt dat het strategisch kompas zal worden
gebruikt om ook de EU-inwoners te betrekken bij de noodzaak voor Europa om defensie
weer een prioriteit te maken. Europeanen moeten wat haar betreft voorkomen dat de
EU het «Zwitserland» van de wereld wordt.
Donderdag 4 maart 2021
Sessie II: Gedachtewisseling met de Hoge Vertegenwoordiger
De conferentie werd op donderdag geopend met een toespraak van de Hoge Vertegenwoordiger
van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid (HV), de heer Borrell. In
zijn toespraak stelde de HV twee prioriteiten voor het buitenlands beleid van de EU:
het versterken van multilateralisme en strategische autonomie. Ten aanzien van multilateralisme
moet de EU volgens de HV in een tijd van toenemende scepsis de voordelen en de relevantie
van het multilaterale stelsel laten zien. De vraagstukken van de 21e eeuw, zoals de
COVID-19 pandemie en klimaatverandering, vragen om meer multilaterale samenwerking.
De HV ging in op de voorstellen die hij onlangs aan de Raad en het Europees Parlement
heeft gepresenteerd om multilateralisme nieuw leven in te blazen en te moderniseren.3 Het zorgen voor wereldwijde toegang tot vaccins, het spelen van een leidende rol
in de hervorming van de WTO en de WHO, en het vooroplopen bij de ontwikkeling van
internationale standaarden op gebieden als digitalisering en artificiële intelligentie
werden hierbij als voorbeeld genoemd. Met betrekking tot strategische autonomie benadrukte
de HV dat de EU wil samenwerken met andere landen, maar dat de EU ook zelfstandig
moet kunnen handelen wanneer anderen zich niet aan de regels houden en een constructieve
dialoog niet mogelijk is. De ontwikkeling van het strategisch kompas waarin de veiligheids-
en defensiedoelstellingen voor de komende vijf à tien worden vastgelegd, moet de strategische
autonomie van de EU verder vergroten. De HV onderstreepte dat een sterk en meer capabel
Europa op veiligheids- en defensieterrein ook de NAVO versterkt. Tot slot sprak de
HV kort over een aantal actuele ontwikkelingen op het wereldtoneel.
In de daaropvolgende discussie vroeg de heer Koopmans naar de ambitie van de HV ten
aanzien EU-mediatie bij de conflicten rondom Europa. Daarnaast vroeg hij de HV te
reflecteren op de wortel en de stok-methode bij het beschermen van onze waarden en
belangen. Volgens de heer Van Apeldoorn gaat de discussie in de VS en de EU ten aanzien
van Rusland en China steeds vaker over democratie versus autocratie. Volgens de heer
Van Apeldoorn kan het multilateralisme waar de EU naar streeft niet alleen gebaseerd
zijn op gelijkgestemde democratieën. De heer Van Apeldoorn vroeg de HV naar zijn mening
over het kader van democratie versus autocratie en welke risico’s dit met zich mee
kan brengen bij het streven naar multilateralisme in een multipolaire wereldorde.
Vanwege het groot aantal vragen en de beperkte tijd werden de vragen van de Nederlandse
parlementariërs niet beantwoord.
Sessie III: Een alomvattende EU-strategie voor Afrika
In de laatste sessie stonden EU-Afrika relaties centraal. De eerste spreker, mevrouw
Urpilainen, eurocommissaris voor Internationale Partnerschappen, benadrukte in haar
toespraak het belang van een hernieuwd partnerschap met Afrika. De voorstellen die
de Europese Commissie hiertoe een jaar geleden uitgebracht4, net voor de uitbraak van de coronacrisis, zijn volgens haar nog altijd zeer relevant.
De EU zet in op vijf partnerschappen voor hernieuwde samenwerking: 1) groene transitie
en toegang tot energie; 2) digitalisering; 3) duurzame groei en werkgelegenheid; 4) vrede
en bestuur; en 5) migratie en mobiliteit. Voor de bestrijding van de COVID-19 pandemie
heeft de EU € 38.5 miljard aan steun toebedeeld aan partnerlanden, waarvan een groot
deel naar Afrika is gegaan. Voor de komende periode ligt de focus op het verder delen
van vaccins, het versterken van de gezondheidssystemen, ondersteuning bieden bij het
opstellen van nationale vaccinatiestrategieën en het bijdragen aan economisch herstel,
waaronder internationale inspanningen voor schuldenverlichting. De eurocommissaris
sprak de wens uit om, zodra de COVID-19 pandemie dat toelaat, de eerder uitgestelde
EU-Afrika top zo spoedig mogelijk te laten plaatsvinden en aldaar een nieuwe gezamenlijke
EU-Afrika partnerschapsagenda vast te stellen. In de tussentijd zal de dialoog met
de Afrikaanse partners worden voortgezet.
Daarna was het woord aan de heer André, plaatsvervangend Minister van Buitenlandse
Zaken en Ontwikkelingssamenwerking van Portugal. Afrika is een belangrijke prioriteit
voor het Portugese EU-Voorzitterschap. Portugal legt daarbij de nadruk op het versterken
van: 1) de groene transitie in Afrika; 2) de economische relaties en in het bijzonder
de handelsrelatie en 3) de samenwerking op het terrein van veiligheid en defensie.
Volgens de heer André is het essentieel dat de uitgestelde EU-Afrika top zo spoedig
mogelijk plaatsvindt.
Volgens de heer Lopes, Hoge Vertegenwoordiger van de Afrikaanse Unie (AU) voor partnerschappen
met Europa, moet het EU-AU-partnerschap opnieuw worden gedefinieerd en hervormd. De
EU is de belangrijkste partner van Afrika maar belangrijke historische karakteristieken,
zoals de traditionele donor-ontvanger relatie, moeten worden overkomen. De AU zet
in op versterkte samenwerking ten aanzien van handel, klimaatverandering, digitalisering,
kunstmatige intelligentie en onderwijs. Tot slot benadrukte de heer Lopes dat de EU-AU
discussie over migratie moet worden losgekoppeld van de discussie over veiligheidskwesties
en moet worden belicht in het kader van mobiliteit en demografische transitie.
Als laatst was het woord aan mevrouw Laranjinha, directeur Afrika bij de Europese
Dienst voor Extern Optreden (EDEO). Volgens mevrouw Laranjinha is het sterk in ons
belang om een sterker en hechter partnerschap met Afrika op te bouwen betreffende
multilateralisme, vrede, veiligheid en duurzame en inclusieve ontwikkeling en groei.
Hierin is ook een belangrijke rol weggelegd voor parlementariërs, onder meer door
het onderhouden van contacten met Afrikaanse counterparts en het uitdagen van regeringen om meer actie te ondernemen. Ondanks dat de EU-AU
top is uitgesteld verzekerde mevrouw Laranjinha dat het werk wordt voortgezet en de
contacten met de AU nauw zijn. In aanvulling op het betoog van eurocommissaris Urpilainen
ging mevrouw Laranjinha meer in detail in op de voorstellen van de EU voor een hernieuwd
partnerschap met Afrika die vorig jaar zijn gepresenteerd.
Afsluiting
De conferentie werd afgesloten met dankwoorden van de voorzitter van de commissie
Defensie van het Portugese parlement en de voorzitter van de commissie Buitenlandse
Zaken van het Europees Parlement. Zij namen gezamenlijk als co-voorzitters van de
conferentie een niet-bindende verklaring aan.5 Aangekondigd werd dat de volgende Interparlementaire Conferentie voor het Gemeenschappelijk
Buitenlands, Veiligheids- en Defensiebeleid zal plaatsvinden van woensdag 8 tot en
met donderdag 9 september 2021 in Ljubljana, Slovenië.
De delegatieleider, Pia Dijkstra
De griffiers van de delegatie, Prenger
Dieudonné
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Indiener/ondertekenaar n.v.t., Functie n.v.t.