Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koekkoek over pulsvergunningen
Vragen van het lid Koekkoek (Volt) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over pulsvis-vergunningen (ingezonden 2 juli 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 30 augustus
2021).1Lees hier hoe Nederland Brussel misleidde om pulsvisvergunningen | NOS
Vraag 1
Hoe brengt u in de toekomst de onverenigbaarheid van Kamerwensen met geldende EU-afspraken
onder de aandacht van de Kamer? Vindt u het een goed idee om in het vervolg hier actief
op te informeren door bijvoorbeeld het opnemen van een «verenigbaarheid met EU-regels»-paragraaf?
Antwoord 1
Zoals ik heb besproken met uw Kamer tijdens het debat op 30 juni 2021, zijn er in
het verleden kwetsbaarheden gesignaleerd door ambtenaren over het aantal pulstoestemmingen
en de Europese regelgeving. Gezien de politieke en maatschappelijke druk zijn deze
signalen destijds niet opgepakt. Dat is niet goed en daar moet van geleerd worden.
Dat laat onverlet dat het kabinet bij de beoordeling van een wens van uw Kamer zo
goed als mogelijk eventuele bezwaren aangeeft zoals die op dat moment bekend zijn.
Onverenigbaarheid met EU-wetgeving hoort daarbij. Een aparte paragraaf voor dit onderdeel
lijkt me daarom niet wenselijk.
Vraag 2
Welke gevolgen heeft het regelen van meer vergunningen voor pulsvissen (dan waar Nederland
recht op had) gehad voor de concurrentiepositie van Nederland ten opzichte van andere
Europese lidstaten, en daarmee voor het gelijke speelveld binnen de EU?
Antwoord 2
De pulstechniek kende meerdere voordelen ten opzichte van de traditionele boomkor.
Er was sprake van minder bodemberoering en een forse reductie van CO2-uitstoot. Ook leidde het tot minder ongewenste bijvangsten in de tongvisserij. Dat
deze innovatie de concurrentiepositie van de tongvissers in Nederland versterkte lijkt
daarmee een redelijke aanname. Daarbij is wel belangrijk te benoemen dat Nederland
meer dan 70% van dit tongquotum heeft in Europa, wat betekent dat de tongvisserij,
door boomkor of met de pulstechniek, voornamelijk door Nederlandse vissers wordt beoefend.
Andere lidstaten maakten niet of zeer beperkt gebruik van de 5%-regel, op basis waarvan
pulstoestemmingen konden worden verleend, waarschijnlijk vanwege dit beperkte aandeel
in het tongquotum en kleinere boomkorvloot. Het aantal vergunningen in Nederland heeft
daarom naar verwachting geen invloed gehad op het gelijk speelveld van de tongvisserij
in het betreffende vlootsegment.
Vraag 3
Hoe kijkt u terug op het blijven pulsvissen in Franse wateren nadat in 2016 door Frankrijk
was verzocht hiermee te stoppen? Heeft dit incident gevolgen voor de verstandhouding
tussen de Franse en de Nederlandse overheid?2
Antwoord 3
In 2016 was de overtuiging nog dat – zeker gezien de steeds positievere wetenschappelijke
adviezen – het slechts een kwestie van tijd zou zijn voordat de pulstechniek volledig
zou worden toegestaan. In dit jaar heeft de Europese Commissie zelfs een voorstel
gedaan om puls in de zuidelijke Noordzee volledig toe te staan. Achteraf bezien had
de vraag van Frankrijk wellicht anders gewogen moeten worden. Al is de relatie met
Frankrijk op het gebied van visserij, niet alleen wat puls betreft, complex te noemen,
met een lange geschiedenis. Het blijft daarom lastig om dergelijke inschattingen achteraf
te beoordelen. Wel is het belangrijk dat we hiervan leren en in gesprek blijven met
alle lidstaten, inclusief Frankrijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.