Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Esch over de Rutte doctrine in het granulietdossier
Vragen van het lid Van Esch (PvdD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de Rutte-doctrine inzake het Granulietdossier (ingezonden 13 juli 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
30 augustus 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3621.
Vraag 1
Kunt u aangeven waarom mijn eerdere schriftelijke vragen over granuliet van 25 mei
2021 (2021Z09219) na verzoek om uitstel op 17 juni (2021D24044) nog altijd niet beantwoord zijn?1
,
2
Antwoord 1
Naar aanleiding van de berichtgeving over het mogelijk vrijkomen van granuliet in
de Moleneindse Waard heb ik Arcadis gevraagd naar de feitelijke situatie te kijken
en het reviewrapport indien nodig hierop aan te passen. De voorbereiding daarvan kostte
meer tijd dan verwacht. De beantwoording van uw vragen van 28 mei jl. is bijgevoegd.
Vraag 2
Kunt u aangeven waarom mijn eerdere schriftelijke vragen over granuliet van 8 juni
2021 (2021Z10107) zonder bericht van uitstel nog altijd niet beantwoord zijn?3
Antwoord 2
Ik bied mijn excuses aan voor het feit dat de uitstelbrief te laat is verzonden aan
uw Kamer. De beantwoording van de vragen heeft langer geduurd omdat nadere afstemming
noodzakelijk was. De beantwoording van uw vragen van 8 juni jl. is bijgevoegd.4
Vraag 3
Kunt u beter onderbouwen waarom u weigert inhoudelijk te reageren op het verzoek ten
aanzien van granuliet van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat van
18 mei 2021 (Kamerstuk 30 015, nr. 100)?
Antwoord 3
Aan de Kamer is in de in de vraag aangehaalde brief gemeld dat beide stukken onderdeel
zijn van een lopende rechtszaak. Een inhoudelijke reactie naar uw Kamer is, zoals
te doen gebruikelijk met stukken «die onder de rechter zijn», daarom nu niet gepast.
Ik stuur u als bijlage bij deze brief wel de antwoordbrief die ik gelijktijdig met
deze brief verzonden heb aan het Burgercollectief Dreumelse en waarin een reactie
is opgenomen op relevante punten die geen onderdeel uitmaken van de rechtszaak. Uiteraard
zal ik de Kamer na afloop van de rechtszaak informeren over de uitkomst.
Vraag 4
Klopt het dat uw verweer (namelijk: «de stukken zijn onder de rechter en daarom kan
ik niet inhoudelijk reageren») geen stand houdt, aangezien de genoemde stukken niet
zijn aangedragen in de aangehaalde rechtszaken?
Antwoord 4
Beide stukken zijn ingebracht door de gemeente West Maas en Waal op 12 mei 2021 en
daarmee vormen deze onderdeel van het dossier voor de rechter.
Vraag 5
Indien de stukken wel blijken te zijn aangedragen in de aangehaalde rechtszaken, klopt
het dan dat u daar al inhoudelijk op heeft gereageerd tijdens de zitting die op 2 juni
2021 heeft plaatsgevonden?
Antwoord 5
Inhoudelijk is er tijdens de zitting op 2 juni 2021 niet specifiek op de twee stukken
gereageerd.
Vraag 6
Waarom kunt u die geleverde reactie of een update danwel een aanvulling daarbij niet
delen met de Kamer?
Antwoord 6
Zie antwoord 5.
Vraag 7
Kunt u alsnog op de kortst mogelijke termijn voldoen aan het verzoek van de commissie
Infrastructuur en Waterstaat? Zo nee, waarom besluit u een meerderheidsverzoek naast
u neer te leggen?
Antwoord 7
Zie antwoord 3.
Vraag 8
Kunt u de genoemde verzoeken, schriftelijke vragen en de voorliggende vragen binnen
één week beantwoorden? Zo nee, kunt u dan dan op de kortst mogelijke termijn de Kamer
informeren waarom u dat niet kunt?
Antwoord 8
Het is helaas niet mogelijk gebleken om aan dit verzoek te voldoen. De Kamer is hier
op 16 juli 2021 over geïnformeerd5.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.