Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kathmann over het bericht dat de politie zich zorgen maakt over de toename van zelfgemaakte bommen
Vragen van het lid Kathmann (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat de politie zich zorgen maakt over de toename van zelfgemaakte bommen (ingezonden 1 juli 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 26 augustus
            2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3645.
         
Vraag 1
            
Kent u het artikel «Zorgen bij politie om sterke toename van zelfgemaakte bommen»?1
Antwoord 1
            
Ja dit is bekend.
Vraag 2
            
Komt u met aanvullende maatregelen om het aantal zelfgemaakte bommen te verminderen?
               Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 2
            
Afgelopen jaar is al een aantal aanvullende maatregelen genomen om te zorgen dat bepaalde
               grondstoffen, die gebruikt kunnen worden om zelf explosieven te maken, moeilijker
               verkrijgbaar zijn. Eén van deze maatregelen is de aanscherping op 1 februari van dit
               jaar van de EU verordening Precursoren voor Explosieven2 die het bezit, de handel en het gebruik van precursoren voor explosieven reguleert
               voor particulieren en het bedrijfsleven. Op 6 juli jl. is uw Kamer nog bij brief3 door mij geïnformeerd over een onderzoek van het WODC naar deze wetgeving en daarin
               staan ook enkele aandachtspunten vermeld waar komende tijd extra op zal worden geïnvesteerd.
            
Andere genomen maatregelen die het aantal zelfgemaakte bommen zal moeten verminderen
               hebben betrekking op knalvuurwerk (zie vraag 5) en bepaalde drugsprecursoren, aangezien
               deze ook als (bouwsteen) voor zelfgemaakte explosieven gebruikt kunnen worden.
            
Vraag 3
            
Is het mogelijk om bouwstenen van zelfgemaakte bommen op eenzelfde manier te verbieden
               zoals illegale precursoren verboden zijn in de nieuwe wetten over ondermijning?
            
Antwoord 3
            
Al geruime tijd is het mogelijk om dergelijke bouwstenen voor zelfgemaakte explosieven,
               zogenaamde precursoren voor explosieven, te verbieden. De wetgeving hierop is door
               de EU verplicht gesteld in 2016 en begin dit jaar is de door de EU aangescherpte nieuwe
               wet ingegaan (zie vraag 2). Hierdoor is het moeilijker geworden voor particulieren
               en professionele gebruikers om precursoren voor explosieven aan te schaffen, te bezitten
               en te verhandelen. Eén van de aanscherpingen is de uitbreiding van de lijst van precursoren
               voor explosieven waarvoor een beperking geldt, met extra stoffen en nieuwe toegestane
               percentages. Ook is het voor professionele gebruikers die stoffen niet voor bedrijfsmatige
               doeleinden nodig hebben, niet meer mogelijk om de stoffen zonder vergunning te kopen.
               Een compleet overzicht van de aanscherpingen is terug te vinden op de website van
               de National Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).
            
Een andere bouwsteen voor zelfgemaakte explosieven kan knalvuurwerk zijn. Het gebruik
               en bezit van knalvuurwerk is al verboden voor consumenten door de regeling aanwijzing
               consumenten- en theatervuurwerk.(RACT) en de Wet Milieu Gevaarlijke Stoffen.
            
Voortdurend wordt door het Ministerie van Justitie en Veiligheid, en daarbinnen de
               NCTV, samen met de ketenpartners zoals de Politie en de Inspectie voor Leefomgeving
               en Transport (ILT) gemonitord of bestaande wetgeving en maatregelen afdoende zijn.
            
Vraag 4
            
Heeft de politie genoeg capaciteit om actief te zoeken naar bestandsdelen voor het
               maken van bommen?
            
Antwoord 4
            
Wanneer het gaat om strafrechtelijke opsporing en handhaving, is de politie samen
               met het Openbaar Ministerie bevoegd. In algemene zin is de vraag naar politiecapaciteit
               per definitie groter dan de beschikbaarheid. In het halfjaarbericht van 4 juni jl.4 heb ik aangegeven wat de politie doet om de capaciteit van medewerkers belast met
               onder meer incidentafhandeling weer op volle sterkte te krijgen. In de tussentijd
               nemen de eenheden waar passend en mogelijk capaciteitsbevorderende maatregelen. Activiteiten
               met een ernstige gevaarzetting zoals het mogelijk produceren van explosieven krijgen
               prioriteit. De politie zal in geval van acuut gevaar zorgvuldig optreden.
            
Daarnaast is met de inwerkingtreding van de Wet precursoren voor explosieven in 2016,
               de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) verantwoordelijk voor het toezicht op
               – en handhaving van – de regels rondom verkoop van en handel in precursoren voor explosieven.
               Mede naar aanleiding van de invoering van de vernieuwde EU verordening op 1 februari
               van dit jaar, zijn de gemaakte afspraken over de uitvoering van de taken ter hand
               genomen tussen JenV (NCTV) en de ILT. Deze zullen binnenkort worden bestendigd in
               een convenant. Daarbij wordt ook gekeken of de bestaande afspraken over de benodigde
               capaciteit voor toezicht en handhaving nog voldoende zijn.
            
Vraag 5
            
Vindt u dat we genoeg doen om illegaal vuurwerk op te sporen? Zo ja, waaruit blijkt
               dat? Zo nee, komt u met aanvullende maatregelen?
            
Antwoord 5
            
De politie zet ook komend jaar met het Openbaar Ministerie en andere betrokken partijen
               nog intensiever in op het thema vuurwerk via een projectmatige aanpak van illegaal
               vuurwerk, inclusief opsporing op sociale media en steekproefsgewijze handhaving langs
               de grens. Bovendien wordt meer dan voorheen informatie gestuurd onderzoek gedaan.
               De politie gebruikt verschillende opsporingsmiddelen in de strijd tegen illegale vuurwerkhandelaren,
               ook op versleutelde berichtenservices zoals Telegram en (andere) sociale media. De
               politie doet geen uitspraken over de daarbij gebruikte werkwijzen. Als duidelijk is
               wie de dader is, treden politie en justitie op. Het daarbij aangetroffen vuurwerk
               wordt in beslag genomen. Dit heeft als effect dat in 2020 meer illegaal vuurwerk in
               beslag is genomen (ruim 120 duizend kilo in 2020 t.o.v. ruim 60 duizend kilo in 2019)
               dan in voorgaande jaren. Tot slot is de richtlijn voor strafvordering vorig jaar strenger
               geworden voor bepaalde typen (zwaar) knalvuurwerk) en wordt er naast strafrechtelijke
               handhaving verder geïntensiveerd op samenwerking met het bestuur, zodat ook bestuurlijke
               maatregelen steeds vaker genomen kunnen worden.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.