Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden van Wijngaarden, Piri, Bromet, Belhaj , Teunissen, Kuzu, Dassen, Van der Plas, Leijten , Jasper van Dijk, Simons, Boswijk, Stoffer en Ceder over de evacuatie in Afghanistan
Vragen van de leden Van Wijngaarden (VVD), Piri (PvdA), Bromet (GroenLinks), Belhaj (D66), Teunissen (PvdD), Kuzu (DENK), Dassen (Volt), Van der Plas (BBB), Leijten, Jasper van Dijk (beiden SP), Simons (BIJ1), Boswijk (CDA), Stoffer (SGP) en Ceder (ChristenUnie) aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over de evacuatie Afghanistan (ingezonden 23 augustus 2021).
Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie) en Minister Kaag (Buitenlandse
Zaken) (ontvangen 24 augustus 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Ministerie wil dat evacués zelf gevaarlijke tocht naar
vliegveld Kaboel maken, maar zij weigeren», en de berichten dat onder meer Frankrijk,
Groot-Brittannië en Duitsland zelf mensen voor evacuatie uit Kaboel naar het vliegveld
halen, zodat zij niet op eigen houtje langs de controleposten van de Taliban en de
ingang van het vliegveld hoeven?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wordt in navolging van, of in samenwerking met, voornoemde landen overwogen ook Nederlandse
militairen Nederlanders en andere evacueés (zie motie Belhaj c.s., TK 27 925, nr. 788) bij verzamelpunten in de stad op te laten halen, om hen zo onder begeleiding langs
controleposten te krijgen?
Antwoord 2
Wij zetten alles op alles om Nederlanders in Afghanistan, tolken die voor Nederland
hebben gewerkt in het kader van een internationale militaire of politiemissie, de
lokale ambassadestaf en hun gezinnen, en andere mensen uit hoogrisicogroepen conform
de motie Belhaj c.s. (27 925, nr. 788)2 tijdig te evacueren.
Het kabinet zet zich maximaal in om deze mensen onder zeer complexe omstandigheden
in veiligheid te brengen. Daarbij worden geen opties op voorhand uitgesloten. Bij
de evacuatieoperatie wordt zeer nauw samengewerkt met de voornoemde landen en andere
bondgenoten. Alle landen staan voor een grote uitdaging om hun evacués tijdig het
land uit te krijgen.
Er is een aantal extra militairen van de speciale eenheden in Kaboel aangekomen. Daarmee
komt het totale aantal militairen op ongeveer 90 inclusief de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten
(BSB). De extra militairen gaan de reeds aanwezige militairen versterken bij de lopende
operatie om zoveel mogelijk mensen te evacueren en de beveiliging van onze vliegtuigen,
evacués en het consulair noodteam voort te zetten. Een deel van de aanwezige militairen
assisteert de evacués om het vliegveld te bereiken. De gezamenlijke inspanning is
om, onder leiding van de ambassadeur, de evacuaties mogelijk te maken. Tevens doen
Defensie en Buitenlandse Zaken al het mogelijke om mensen uit de bovengenoemde groepen
op het vliegveld van Kaboel te krijgen. In het belang van de veiligheid van onze militairen,
diplomaten en de evacués en om de operatie niet in gevaar te brengen kan het kabinet
hier verder geen gedetailleerde uitspraken over doen. Een compagnie van het Korps
Mariniers en een compagnie van de Luchtmobiele Brigade staan op afroep beschikbaar
om ook ingezet te worden voor deze operatie als dat nodig is.
Vraag 3
Kan het voor Nederlandse staatsburgers en andere evacueés die in Afghanistan op familiebezoek
waren makkelijker zijn om langs controleposten van de Taliban of de toegang tot de
luchthaven te komen als zij onder begeleiding staan van duidelijk herkenbare vertegenwoordigers
van de Nederlandse overheid?
Antwoord 3
De veiligheidssituatie in Kaboel is zeer volatiel. De inzet van Nederland is gericht
op het veilig evacueren van de in het antwoord op vraag 2 genoemde groepen.
Het team van de ambassade en Defensie op de luchthaven Kaboel is, samen met het crisiscentrum
bij Buitenlandse Zaken en de directie Operaties bij Defensie, permanent en met man
en macht doende om de genoemde groepen op evacuatievluchten te krijgen. Zonder af
te doen aan risico’s die mensen lopen bij de verplaatsing naar de luchthaven van Kaboel,
is de toegang tot de luchthaven momenteel het grootste obstakel bij de evacuatie,
gezien de grote drukte bij de toegangspoorten. De focus ligt daarom op het faciliteren
van de toegang tot de luchthaven voor de personen uit de verschillende groepen genoemd
in het antwoord op vraag 2 die zich buiten de poort van de luchthaven bevinden. Het
team van de ambassade en Defensie dat op de luchthaven van Kaboel is, probeert op
alle mogelijke manieren om personen uit de verschillende groepen in het antwoord op
vraag 2 op de luchthaven te krijgen. Nederland staat daarover in nauw contact met
de bondgenoten die de luchthaven beveiligen. Zie voorts het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Klopt het dat het geschatte aantal Nederlanders in Afghanistan fors hoger blijkt te
liggen dan eerder gedacht? Zo ja, hoe verklaart u dit in het licht van het feit dat
de situatie in Afghanistan ook voor de opmars van de Taliban al verre van stabiel
was?
Antwoord 4
Ja. Doordat niet alle Nederlanders zich bij de Nederlandse ambassade in Kaboel hadden
aangemeld, was aanvankelijk niet duidelijk hoeveel Nederlanders in Afghanistan waren.
Vanwege het voortdurende conflict stond het reisadvies voor Afghanistan al jarenlang
op rood, ook voor de COVID-19 crisis. In het reisadvies van 5 augustus jl. is alle
Nederlanders daarbij expliciet en dringend aangeraden uit het land te vertrekken vanwege
de ernstige veiligheidssituatie.
Vraag 5
Welke mogelijkheden ziet u wel en niet om met nauwe bondgenoten ter plaatse samen
te werken om ook Nederlanders en andere evacueés richting het vliegveld te begeleiden?
Antwoord 5
Tijdens de evacuatieoperatie werkt Nederland zoveel mogelijk samen met bondgenoten.
Alle inzet is erop gericht om de in het antwoord op vraag 2 genoemde mensen mee te
krijgen op de Nederlandse militaire evacuatievluchten of op evacuatievluchten van
partnerlanden. Daardoor zijn sinds de val van Kaboel al honderden mensen geëvacueerd.
Vraag 6
Bent u bekend met de uitspraak van de Minister van Buitenlandse Zaken: «uiteindelijk
zijn we afhankelijk van wat onze militairen en bondgenoten zeggen wat haalbaar en
veilig is.»?3
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Betekent dit dat er een militair advies ligt om geen evacueés naar het vliegveld te
begeleiden? Zo nee, wat staat hier wel aan in de weg?
Antwoord 7
Nee. Wat de Minister van Buitenlandse Zaken hiermee heeft aangegeven, is dat Nederland
zijn evacuatiewerkzaamheden slechts kan uitvoeren indien en zolang de VS en andere
bondgenoten de veiligheid van het vliegveld waarborgen. Op het moment dat zij deze
uitspraken deed, was de veiligheidssituatie op het vliegveld zodanig slecht dat er
een tijd lang geen vluchten konden opstijgen of landen. Dat was de context waarin
deze uitspraken zijn gedaan. Sindsdien is de veiligheidssituatie op het vliegveld
zelf verbeterd en zijn de evacuatievluchten hervat. Op het moment van schrijven betreft
het een totaal aantal van 21 vluchten.4
Nederland zet alles op alles om de in het antwoord op vraag 2 genoemde mensen in veiligheid
te brengen. Er worden daarbij geen opties op voorhand uitgesloten. Zie voorts het
antwoord op vraag 2.
Vraag 8
Hoe moeten Nederlandse staatsburgers en andere evacueés het vliegveld bereiken langs
een route die niet haalbaar of veilig voor een eenheid van Nederlandse militairen
zou zijn?
Antwoord 8
Zie de antwoorden op de vragen 2 en 3.
Vraag 9
Kunt u deze vragen gelet op het aanstaande vertrek van de Amerikanen uiterlijk op
24 augustus a.s. beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.