Schriftelijke vragen : Afschot van grote meerderheid van wilde zwijnen
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over afschot van grote meerderheid van wilde zwijnen (ingezonden 24 augustus 2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Jagers schieten recordaantal edelherten dood op Veluwe» waarin
de Faunabeheereenheid (FBE) concludeert dat «het afschieten van wilde zwijnen weinig
effect heeft»?1
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat wilde zwijnen bijzonder intelligent zijn, een nieuwsgierig
karakter kennen, in sociale structuren leven en op een complexe wijze met elkaar communiceren?
Vraag 3
Hoe rechtvaardigt u het doden van gezonde (pasgeboren) dieren en het aan flarden schieten
van sociale structuren, groepshiërarchie en populatiedynamiek? Deelt u de mening dat
je dieren niet beschermt door ze af te schieten?
Vraag 4
Hoe zou u de intrinsieke waarde van deze dieren willen omschrijven?
Vraag 5
Is het waar dat er in 2021 een grotere natuurlijke sterfte onder jonge zwijnen is
vastgesteld dan in eerdere jaren? Zo ja, kunt u aangeven waarom dan toch de jacht
op biggen is geopend per 1 juli?
Vraag 6
Kunt u per FBE/afschotgebied aangeven hoeveel zwijnen er geteld zijn in de diverse
regio's van de Veluwe in 2021 en hoeveel afschotvergunningen er verstrekt zijn?
Vraag 7
Kunt u aangeven of de verschillen tussen getelde zwijnen en vergunde afschotaantallen
groter of kleiner zijn dan in voorgaande jaren?
Vraag 8
Kunt u de ontwikkeling in de verhouding getelde zwijnen/verleende toestemming afschotaantallen
over de laatste vijf jaar verstrekken?
Vraag 9
Deelt u de mening dat bij minder getelde aantallen wilde zwijnen het aantal vergunde
afschotaantallen zou moeten afnemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid daarover
in contact te treden met de provincie Gelderland, gelet op het feit dat afschot plaatsvindt
in het leefgebied van de wolf als beschermde soort?
Vraag 10
Kunt u aangeven hoe de vergunde afschotaantallen van wilde zwijnen zich verhouden
tot de draagkracht van het leefgebied en wie deze draagkracht heeft vastgesteld en
op welke wijze?
Vraag 11
Is het waar dat de zichtbaarheid van wilde zwijnen is afgenomen gedurende de lockdown
en dat er geen bijzondere schade aan de natuur is opgetreden onder invloed van de
populatieontwikkeling van het wilde zwijn? Zo nee, op welke bronnen baseert u zich?
Vraag 12
Kunt u aangeven hoeveel procent van de populatie wilde zwijnen op de Veluwe dit jaar
op de planning staat om geschoten te worden? Hoe beoordeelt u dit percentage in relatie
tot het feit dat het gaat om een beschermde diersoort en in relatie tot de wettelijk
erkende intrinsieke waarde van het zwijn?
Vraag 13
Bent u bereid zowel de telgegevens als de verleende afschotvergunningen voor zwijnen
op de Veluwe integraal te delen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Bent u bereid om het «nulstandsbeleid» op te heffen, zodat wilde zwijnen die buiten
de Veluwe en Nationaal Park De Meinweg (voor)komen niet direct worden gedood puur
en alleen vanwege het feit dat ze buiten bepaalde gebieden lopen?
Vraag 15
Wilt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
L. Vestering, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.