Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Brekelmans over de berichten ‘Severe financial crisis threatens the STL’s ability to fulfil its mandate’ en ‘Start of trial in the Ayyash case (STL-18-10) on 16 June cancelled due to lack of funds’
Vragen van het lid Brekelmans (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de berichten «Severe financial crisis threatens the STL’s ability to fulfil its mandate» en «Start of trial in the Ayyash case (STL-18-10) on 16 June cancelled due to lack of funds» (ingezonden 20 juli 2021).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 23 augustus 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Severe financial crisis threatens the STL’s ability
to fulfil its mandate»1 en «Start of trial in the Ayyash case (STL-18-10) on 16 June cancelled due to lack
of funds»2?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het tekort aan fondsen voor het Speciaal Tribunaal voor Libanon (STL)
en het feit dat de drie gerelateerde zaken (Hamade, Hawi en Murr) hierdoor stopgezet
dreigen te worden?
Antwoord 2
Als gastland en donor heeft Nederland met zorg kennisgenomen van het financiële tekort
bij het STL. Nederland heeft vanaf het moment dat deze problemen zich openbaarden
samen met andere donoren nauw met het STL samengewerkt om mogelijk te maken dat het
STL het lopend hoger beroep in de hoofdzaak kan afronden en toe kan werken naar een
restmechanisme. Ondanks een vorig jaar doorgevoerde bezuiniging van 37% van het jaarbudget
en een toegekende extra subsidie van de VN van 13 miljoen euro, kampt het STL nog
steeds met grote tekorten. De belangrijkste reden voor dit tekort is dat Libanon,
verantwoordelijk voor 49% van het budget, vanwege ernstige financiële problemen niet
meer aan de betalingsverplichtingen kan voldoen. De financiële problemen hebben gevolgen
voor de behandeling van de zaken van het STL. Deze betreffen het lopende hoger beroep
in de hoofdzaak (aanslag op de Libanese premier Rafik Hariri) maar ook de aan de aanslag
verbonden zogenoemde gerelateerde zaken (in onderzoeksfase). Gezien de penibele financiële
situatie, heeft het STL dit jaar besloten alleen de hoofdzaak af te ronden en toe
te werken naar een restmechanisme. Nederland zal de komende maanden samen met de andere
donoren en het STL werken aan een ordentelijke afronding.
Vraag 3
Waarom bent u voornemens om uitsluitend geld ter beschikking te stellen voor het hoger
beroep van de Hariri-zaak en de sluiting van het tribunaal, en niet voor de drie gerelateerde
zaken?
Antwoord 3
Het besluit om de drie gerelateerde zaken op te schorten is genomen door het STL,
en niet door de donoren, waaronder Nederland. Voortzetting van de gerelateerde zaken
zou enkele tientallen miljoenen euro’s kosten, financiële middelen waarover het STL
niet beschikt en waarvan na intensieve fondsenwerving duidelijk is dat de middelen
er ook in de nabije toekomst niet zullen komen. Daarbij is er sprake van een afbrokkelend
politiek draagvlak voor het STL vanwege gebrek aan voortgang en de hoge kosten. Door
de inzet en extra financiële bijdrage van Nederland en andere donoren kan het STL
zich in ieder geval richten op het afronden van de lopende hoofdzaak in hoger beroep
en op het toewerken naar een restmechanisme. Het zou een tegenslag zijn voor de internationale
rechtsorde en de strijd tegen straffeloosheid als het STL afronding van het hoger
beroep in de hoofdzaak zou moeten staken.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het feit dat de 31 slachtoffers en overige nabestaanden van de aanslagen
in de drie gerelateerde zaken geen gerechtigheid zullen krijgen indien het STL wordt
gesloten?
Antwoord 4
De zogenoemde gerelateerde zaken zijn gestart om personen te berechten die betrokken
zijn geweest bij andere aanslagen in Libanon, voor zover er een verband bestaat met
de aanslag op premier Hariri. Nederland betreurt dat de drie gerelateerde zaken, inzake
de aanvallen op Marwan Hamade, Georges Hawi en Elias El-Murr op respectievelijk 1 oktober
2004, 21 juni 2005 en 12 juli 2005, zijn opgeschort. Vanwege de acute geldnood van
het STL en de hoge kosten die de gerelateerde zaken met zich meebrengen, acht het
STL het voortzetten van deze zaken niet haalbaar.
Vraag 5
In hoeverre vindt u het voor de internationale rechtsorde en het voorkomen van straffeloosheid
van belang dat alle zaken die momenteel voorliggen bij het STL behandeld worden?
Antwoord 5
Nederland zet zich wereldwijd in voor de bevordering van de internationale rechtsorde.
Deze ambitie is verankerd in onze Grondwet. Verantwoording afleggen (accountability) en het bestrijden van straffeloosheid voor internationale misdrijven zijn belangrijke
onderdelen van deze rechtsorde en een prioriteit in het Nederlandse buitenland- en
mensenrechtenbeleid. Afgelopen maanden heeft Nederland zich hard gemaakt om het STL
open te houden. Hoewel het voortzetten van de gerelateerde zaken niet haalbaar blijkt,
acht Nederland het van groot belang dat het lopende hoger beroep in de hoofdzaak kan
worden voorgezet. Het tekort voor het afronden van de hoofdzaak wordt gedicht door
extra financiële bijdragen van een aantal donoren, waaronder Nederland. Daarmee is
onze inzet in lijn met de Nederlandse inzet tegen straffeloosheid en sluit deze aan
bij onze reputatie op het gebied van gerechtigheid en bij het profiel van Den Haag
als stad van vrede en recht.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de doelmatigheid van het STL als geheel? Wat is het effect op de
doelmatigheid wanneer niet alle zaken gehoord zullen worden? Is het gezien de hoge
opstart- en voorbereidingskosten niet inefficiënt om de drie gerelateerde zaken nu
stop te zetten?
Antwoord 6
Het STL is opgericht om onderzoek te doen naar de aanslag op de Libanese premier Rafik
Hariri en om verdachten te vervolgen. Met het afronden van de hoofdzaak heeft het
STL aan dat mandaat voldaan. In de loop der jaren was een aantal donoren, waaronder
ook Nederland, kritisch over het functioneren van het STL vanwege het gebrek aan voortgang
in de hoofdzaak en de hoge kosten. In de tweede helft van 2020 heeft het STL uitspraak
gedaan in de hoofdzaak en is het Tribunaal gestart met het doorvoeren van noodzakelijke
bezuinigingen van 37%. Het besluit om de gerelateerde zaken op te schorten is genomen
door het Tribunaal.
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Welk effect zou de sluiting van het STL hebben op de strijd tegen terrorisme van de
internationale gemeenschap, in Libanon en in het Midden-Oosten? Welk precedent zou
dit kunnen zetten voor de vervolging van andere terroristische daden, bijvoorbeeld
in Syrië en Irak?
Antwoord 7
Sluiting van het STL zonder een adequate afronding van lopende zaken zou de geloofwaardigheid
van het proces aantasten en in bredere zin een ongewenst signaal kunnen afgeven als
het gaat om het bestrijden van straffeloosheid voor internationale misdrijven. Mede
om deze reden heeft Nederland zich er voor ingezet om een gedwongen sluiting van het
STL te voorkomen. Het STL hoeft in augustus niet de deuren te sluiten en het lopende
hoger beroep in de hoofdzaak kan worden afgerond, maar het STL heeft wel besloten
de gerelateerde zaken op te schorten vanwege gebrek aan financieel draagvlak. Nederland
betreurt de opschorting van deze zaken. Het opschorten van deze gerelateerde zaken
is niet van invloed op de mogelijke vervolging en berechting van ISIS-strijders in
de regio. Zoals reeds eerder gemeld aan uw Kamer (laatstelijk op 25 juni 2021 – 3399639)
is berechting van ISIS-strijders via het Internationaal Strafhof of anders door een
speciaal hiervoor opgericht internationaal tribunaal in afwezigheid van een mandaat
van de VN Veiligheidsraad en instemming van Syrië en/of Irak feitelijk geblokkeerd.
Daarom verkent het kabinet samen met een aantal gelijkgezinde Europese landen sinds
enige tijd de mogelijkheid om ISIS-strijders in en door Irak te laten berechten.
Vraag 8
Welke financiële mogelijkheden ziet u nog om de sluiting van het tribunaal te voorkomen
en de drie gerelateerde zaken te voltooien? Welke bijdrage kan Nederland hieraan leveren?
Bent u bereid om er bij internationale partners op aan te dringen hun financiële bijdrage
te verhogen, zodat de drie gerelateerde zaken kunnen worden voltooid?
Antwoord 8
Het STL zal in augustus de deuren niet sluiten. Dankzij de inspanning van Nederland
heeft een aantal donoren besloten om een extra financiële bijdrage te doen die voortzetting
van het hoger beroep in de hoofdzaak mogelijk maakt. Ook Nederland heeft een extra
financiële bijdrage toegezegd. Er is op dit moment geen draagvlak voor meer additionele
vrijwillige bijdragen.
Vraag 9
Ziet u mogelijkheden om de drie gerelateerde zaken over te hevelen naar bijvoorbeeld
het Internationaal Strafhof, zodat deze alsnog behandeld kunnen worden? Zo ja, bent
u bereid hiervoor in internationaal verband te pleiten?
Antwoord 9
Libanon is geen verdragspartij bij het Statuut van Rome en het Internationaal Strafhof
heeft derhalve geen rechtsmacht over de gerelateerde zaken.
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen spoedig te beantwoorden, in ieder geval vóór de dreigende
sluiting van het STL begin augustus?
Antwoord 10
Zoals blijkt uit mijn eerdere antwoorden, is er, mede door de inzet van Nederland,
geen sprake van een gedwongen sluiting van het STL. Deze vragen zijn op reguliere
wijze, rekening houdend met zomerreces, afgedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.