Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Berg en Peters over de artikelen ‘Inzet UHR-screening kan jaarlijks 1.800 psychoses voorkomen’ en ‘The Clinical High Risk for Psychosis (CHR-P) Model Is Flawed’
Vragen van de leden Van den Berg en Peters (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de artikelen «Inzet UHR-screening kan jaarlijks 1.800 psychoses voorkomen» en «The Clinical High Risk for Psychosis (CHR-P) Model Is Flawed» (ingezonden 27 juli 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
23 augustus 2021).
Vraag 1
Kent u de artikelen Inzet UHR-screening kan jaarlijks 1.800 psychoses voorkomen en
The Clinical High Risk for Psychosis (CHR-P) Model Is Flawed1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoe deze nieuwe zorgstandaard tot stand is gekomen?
Antwoord 2
De zorgstandaard Psychose is geen nieuwe zorgstandaard. De zorgstandaard is in oktober
2017 geautoriseerd door de ggz-sector en daarna gepubliceerd. In de ggz-sector is
het gebruikelijk dat er onder procesregie van Alliantie kwaliteit in de GGZ (Akwa
ggz) wordt gewerkt aan zorgstandaarden. Ook bij de zorgstandaard Psychose was dat
het geval. Gedurende dat proces is er door organisaties van zorgverleners, zorgaanbieders,
cliënten, naasten en zorgverzekeraars beschreven wat zij zien als noodzakelijk goede
zorg bij psychose en hoe ze dat doelmatig organiseren. Na autorisatie door de betrokken
partijen is de zorgstandaard psychose gepubliceerd op www.ggzstandaarden.nl De patiënteninformatie uit deze zorgstandaard staat op www.thuisarts.nl
Vraag 3
Kunt u aangeven waarom de Ultra High Risk (UHR)-screening met leeftijdsgrenzen werkt
en alleen wordt toegepast op14–35-jarigen? Wat zijn de gevolgen voor een 36-jarige?
Antwoord 3
Vroeg onderkennen van eerste tekenen van een aandoening betekent een grotere kans
op tijdige, adequate behandeling en een gunstiger beloop. Nog mooier is als hulpverleners
op grond van duidelijke risicofactoren preventieve behandeling kunnen aanbieden. In
de adolescentie en vroege volwassenheid treedt een eerste psychose het vaakst op.
Voor de ultrahoog risicogroep wordt daarom een leeftijd van 14–35 jaar aangehouden.
Daarnaast zijn er in Nederland zogenaamde vroegdetectie en vroegeinterventie teams
actief. Deze teams bieden ook zorg aan mensen van 36 jaar en ouder met een verhoogd
risico op een psychose.
Vraag 4
Wat zijn de hogere kosten aan het begin en hoe hoog zijn de opbrengsten na blijkbaar
18 maanden?
Antwoord 4
UHR-screening vraagt om een investering op het gebied van screening en behandeling.
Op beide gebieden is er sprake van een investering van uren en een investering in
het opleiden van behandelaren. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat cognitieve gedragstherapie
(CGT) voor de ultrahoog risicogroep naast de reguliere behandeling kostenbesparend
is bij zowel 18 als 48 maanden. De besparing is € 4.798,– per patiënt per jaar met
betrekking tot gezondheidszorgkosten en € 5.134,– per patiënt per jaar met betrekking
tot arbeidsproductiviteit.2 3 De totale jaarlijkse besparing ten gevolge van UHR-screening wordt geschat op 4,2
miljoen euro.4 Er zijn daarnaast meerdere andere studies gedaan naar de kostenbesparing en de kosteneffectiviteit
van CGT bij de ultrahoog risicogroep. Alle studies hebben met elkaar gemeen dat CGT
bij de ultrahoog risicogroep kosteneffectief is en kosten bespaart.
Vraag 5
Welke positieve effecten zijn er bekend en worden ook onderschreven door andere zorgverleners?
Dus onderschrijft bijvoorbeeld de gemeente dat er minder zorguitgaven zijn?
Antwoord 5
De geschatte bredere baten van het voorkomen van een psychose vormen naar verwachting
een ondergrens voor de werkelijke maatschappelijke opbrengsten, omdat een deel van
de baten immaterieel is. Dan gaat het bijvoorbeeld om sociale contacten en netwerken
die mensen behouden via school, studie en werk en het levensgeluk en zelfrespect dat
dit oplevert. Onderbreking of vertraging van het normale verloop van het ontwikkelingsproces
door een psychose bedreigt dit proces en kan grote gevolgen hebben voor individuele
ontwikkeling en maatschappelijke ontplooiing. Het voorkomen van psychoses leidt voor
gemeenten tot minder uitgaven door besparingen op bijvoorbeeld uitkeringen en ondersteuning.5Onderzoek laat ook zien dat patiënten die behandeld zijn voor hun UHR-status na vier
jaar vaker een betaalde baan hebben dan patiënten die hiervoor niet behandeld werden.6
Vraag 6
Wat zijn de negatieve effecten als deze screening niet adequaat wordt ingezet?
Antwoord 6
Screening helpt zorgaanbieders bij het vroegtijdig signaleren van risico’s op psychotische
stoornissen. Een derde van de mensen uit de ultrahoog risicogroep krijgt uiteindelijk
een psychotische stoornis, bijna altijd binnen 3 jaar. Andere mensen uit de ultrahoog
risicogroep zullen nooit een psychotische stoornis krijgen, maar hebben meestal wel
andere psychische aandoeningen. Door signalen bij risicogroepen vroeg te onderkennen
en te behandelen ontwikkelen minder mensen daadwerkelijk een eerste psychose. Omdat
een eerste psychose meestal bij jongvolwassenen optreedt, voorkomt dit veel (en langdurig)
lijden en maatschappelijke uitval. Het risico op een eerste psychose neemt toe naarmate
jongeren tegelijk meerdere risicofactoren hebben. Behalve als voorspeller
van psychotische stoornissen blijkt de UHR-status steeds meer ook te voorspellen voor
een ongunstiger beloop van andere psychische aandoeningen en voor slechter functioneren
op langere termijn.
De zorg bij de ultrahoog risicogroep is daardoor breder inzetbaar dan alleen als preventie
bij psychotische stoornissen in de specialistische ggz.7
Vraag 7
Wat vindt u van het artikel The Clinical High Risk for Psychosis (CHR-P) Model Is Flawed dat aangeeft dat de methode helemaal niet zo effectief is?
Antwoord 7
In het artikel wordt geconcludeerd dat screenen in de gehele bevolking weinig zinvol
is, want het zou grote groepen mensen in beeld brengen die nooit daadwerkelijk psychotisch
zullen worden. In Nederland wordt daarom met een zelfrapportagelijst gescreend bij
alle 14 tot 35-jarigen die hulp zoeken binnen de specialistische ggz om mensen met
een UHR-profiel actief op te sporen. Buiten de specialistische ggz kan screening worden
verricht als de behandelaar bij de patiënt een vermoeden heeft op UHR. De auteurs
van het artikel zetten zich dus niet af tegen screenen onder de UHR-groep. De onderzoekers
menen dat het opsporen van voorspellende biomarkers onder grote groepen mensen die
nooit psychotisch zullen worden weinig oplevert. In Nederland is dit overigens ook
niet gebruikelijk.
Vraag 8
Wie bepaalt of deze screening-methode wordt ingezet?
Antwoord 8
Het is aan zorgverleners en zorgaanbieders om zorg van goede kwaliteit en van goed
niveau te verlenen waarbij zorgverleners en zorgaanbieders handelen in overeenstemming
met de op hen rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de professionele standaard,
zoals de hier relevante zorgstandaard Psychose. Zorgaanbieders kunnen hierover financiële
afspraken maken met zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars hebben zorgplicht daar waar
het gaat om Zvw-verzekerde zorg.
Vraag 9
Wie betaalt voor de screening? Deelt u de mening dat het inzetten van onbewezen effectieve
screening op kosten van de belastingbetaler niet alleen duur is maar mogelijk ook
schadelijk? Dat hier geldt: baat het niet maar schaden doet het wel?
Antwoord 9
Deze zorg wordt, mits ingezet in lijn met de zorgstandaard Psychose, vergoed vanuit
de basisverzekering. Als algemene regel hierbij is dat alleen zorg die effectief is,
onderdeel is van het basispakket. De bewijsvoering is gebaseerd op wetenschappelijke
literatuur die ten grondslag ligt aan de beschrijving van zorg in de zorgstandaard.
Dit geldt ook voor de zorgstandaard psychose.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.