Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Den Haan over het bericht dat er jaarlijks tientallen meldingen binnenkomen over financiële uitbuiting van ouderen
Vragen van het lid Den Haan (fractie Den Haan) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat er jaarlijks tientallen meldingen binnenkomen over financiële uitbuiting van ouderen (ingezonden 7 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
19 augustus 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3350.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Tientallen meldingen zijn «topje van de ijsberg»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben hiermee bekend.
Vraag 2
Zijn er al resultaten bekend van de uitvraag die u samen met de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) bij verschillende gemeenten heeft gedaan over wat zij nodig denken
te hebben voor het versterken van de aanpak ouderenmishandeling, inclusief financieel
misbruik? Zo ja, heeft u al concrete stappen genomen naar aanleiding van de resultaten?
Zo niet, wanneer verwacht u de resultaten en wanneer verwacht u dan concrete stappen
te kunnen nemen naar aanleiding van die resultaten?
Antwoord 2
De uitvraag bij gemeenten is inmiddels afgerond. Uit deze uitvraag blijkt dat gemeenten
behoefte hebben aan praktische ondersteuning op maat met concrete uitkomsten tot gevolg.
Daarom werk ik momenteel samen met de VNG aan een plan van aanpak om een expertpool
op het gebied van ouderenmishandeling, inclusief financieel misbruik, in te stellen.
Het doel is dat regio’s en (centrum)gemeenten op maat expertise kunnen inhuren om
hen te ondersteunen bij het (door)ontwikkelen van een aanpak ouderenmishandeling,
met een inhoudelijke focus die bij de lokale context past. Kennisdeling en uitwisseling
zullen onderdeel worden van dit traject, zowel tussen beleidsmakers als betrokken
professionals en organisaties in de signalering en aanpak van ouderenmishandeling.
Naar verwachting is de expertpool begin oktober beschikbaar.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoeveel gemeenten nog geen concrete aanpak hebben om financiële uitbuiting
van ouderen te voorkomen en te signaleren? Zo niet, bent u bereid dat uit te zoeken?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Gemeenten zijn onder de Wmo 2015 verantwoordelijk voor het voorkomen en bestrijden
van huiselijk geweld. Het is aan gemeenteraden om hun college op de gekozen aanpak
te bevragen en aan te spreken. Ik heb niet precies in beeld hoeveel gemeenten wel
of geen aanpak hebben op het gebied van ouderenmishandeling, en specifiek financieel
misbruik. Dit najaar voert het programmateam Geweld Hoort Nergens Thuis gesprekken
met regionaal projectleiders en ambtenaren van de 28 regio’s. Hierin worden de vragen
voorgelegd of de regio’s een aanpak ouderenmishandeling hebben, en welke stappen er
worden gezet om de aanpak verder vorm te geven. De resultaten zal ik aan uw Kamer
rapporteren in de voortgangsrapportage eind dit jaar.
Vraag 4
Bent u samen met de VNG al in gesprek geweest met de welzijnsorganisaties over wat
de inzet van hun netwerk van vrijwilligers zou kunnen betekenen voor lokale allianties?
Wanneer wordt de Kamer over de resultaten van deze gesprekken geïnformeerd?
Antwoord 4
Het gesprek met de ouderenbonden en welzijnsorganisaties, met als doel om te kijken
wat hun netwerk van vrijwilligers zouden kunnen betekenen voor lokale allianties,
heeft nog niet plaatsgevonden. Ik ben voornemens dit onderwerp komende maanden bij
verschillende overlegtafels (zoals met de KBO-PCOB, Anbo en andere organisaties) te
agenderen, en zal uw Kamer in de volgende voortgangsrapportage Geweld hoort nergens
thuis hierover informeren.
Vraag 5
In hoeverre heeft u zicht op de werkwijze, resultaten en best practices van de lokale
allianties?
Antwoord 5
De vorm en uitwerking van de lokale allianties en de betrokken partners daarbij, zijn
voor elke lokale alliantie verschillend en afhankelijk van de lokale context. De kracht
van lokale allianties is dat zij «bottom-up» ontstaan, met betrokken mensen en organisaties
die intrinsiek gemotiveerd zijn en zich op lokaal niveau willen inzetten voor de bescherming
van ouderen. Er is dan ook geen landelijke sturing op de werkwijze en resultaten van
de lokale allianties. Wel zijn er verschillende initiatieven geweest op landelijk
niveau, zoals het aanstellen van een «aanjaagteam» in de opstartfase en het delen
van contactinformatie van lokale allianties op de website www.aanpak-ouderenmishandeling.nl. Daarnaast heeft Regioplan in 2018 in opdracht van het Ministerie van VWS onderzoek
gedaan naar de opzet en het functioneren van de lokale allianties.2
Vraag 6
Hoe is de financiering geregeld van lokale allianties?
Antwoord 6
Lokale allianties zijn een unieke samenwerking tussen publieke en private partijen,
met organisaties die elkaar niet vanzelfsprekend tegenkomen, zoals ouderenbonden,
banken, notarissen en de lokale verpleeghuizen. De financiering van lokale allianties
is afhankelijk van de lokale context, bijvoorbeeld met een subsidie van de gemeente.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het wenselijk is dat er eisen gesteld worden aan gemeenten over
de invulling van de verplichting vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
om huiselijk geweld te voorkomen en te bestrijden en daarbij specifieke vormen, zoals
(financiële) ouderenmishandeling, te betrekken?
Antwoord 7
Nee, die mening deel ik niet. De Wmo2015 bevat geen gedetailleerde eisen over hoe
deze verplichting moet worden ingevuld voor specifieke vormen van geweld, waaronder
ouderenmishandeling. Het beleggen van deze verantwoordelijkheid bij gemeenten heeft
als doel dat zij beleid kunnen inrichten naar lokale omstandigheden en met lokale
samenwerkingspartners.
Ouderen zijn kwetsbaar, en vanwege hun hoge mate van afhankelijkheid van hun directe
omgeving lopen zij risico op ouderenmishandeling, waaronder financieel misbruik. Gemeenten
zetten zich daarom binnen hun wettelijke taak in om deze groep te beschermen. Om die
reden is bijvoorbeeld bij elke Veilig Thuis-organisatie een aandachtsfunctionaris
ouderenmishandeling actief, door middel van financiering vanuit de gemeenten. Deze
aandachtsfunctionarissen wisselen ook onderling kennis en ervaringen uit, en hebben
bijvoorbeeld contacten met banken om financieel misbruik aan te pakken.
Vraag 8
Hoe staat het met de bewustwordingscampagne die ten tijde van het project «ouderen
in veilige handen» liep? Wat heeft dit opgeleverd aan bewustwording? Is er een verschil
in het aantal meldingen dat binnenkomt bij Veilig Thuis nu de bewustwordingscampagne
is gestopt?
Antwoord 8
Tot en met 2018 was de kwaliteit van de data van Veilig Thuis nog niet voldoende op
niveau om de gegevens onderling te kunnen vergelijken of bij elkaar op te kunnen tellen.
Het aantal meldingen van de periode voor het «ouderen in veilige handen» project is
daarom niet goed te vergelijken met nu. Wat echter onveranderd is gebleven, is het
feit dat er nog steeds weinig meldingen zijn van ouderenmishandeling (ter illustratie:
2.580 meldingen in 2020 en 2.420 in 2019).3 Het blijft daarom onverminderd belangrijk om in te zetten op bewustwording en doorbreken
van de taboesfeer waar het gaat om het herkennen en bespreekbaar maken van ouderenmishandeling.
Daarom is ook nu weer ouderenmishandeling meegenomen in de publiekscampagne tegen
huiselijk geweld die is gestart op 5 juli.
Vraag 9
Welke uitdagingen ziet u, in samenspraak met de Minister van Justitie & Veiligheid,
voor de komende jaren op het gebied van financieel misbruik van ouderen?
Antwoord 9
Vanwege de vergrijzing wordt de groep ouderen in Nederland steeds groter, en blijven
zij langer zelfstandig wonen. Ouderen worden hiermee sterker afhankelijk van hun omgeving,
en er zijn helaas mensen die hier misbruik van maken, zoals familie, buren of derden.
Het risico op financieel misbruik van ouderen neemt hiermee toe. Naarmate digitalisering
toeneemt, zoals internetbankieren en het online regelen van (financiële) zaken, lopen
ouderen ook steeds meer risico om slachtoffer te worden van cybercriminaliteit, en
praktijken zoals phishing en hulpvraagfraude.
Het is met betrekking tot al deze risico’s van belang om in te zetten op de weerbaarheid
van ouderen waar het gaat om het veilig regelen van hun geldzaken, en hen te behoeden
voor risico’s die gepaard gaan met internetbankieren en het online regelen van zaken.
Een van de acties die hierop zijn gericht, is het beschikbaar stellen van de informatiebox
Financieel Veilig Ouder Worden. Deze box is samengesteld met banken, notarissen, Veilig
Thuis, ouderenbonden, mentorschap en vrijwilligersorganisaties. Het heeft als doel
om ouderen te helpen bij het veilig regelen van hun financiële zaken en geeft bijvoorbeeld
advies over bescherming tegen babbeltrucs. De informatiebox wordt regelmatig in grote
hoeveelheden besteld. Daarnaast vraagt het Ministerie van Justitie en Veiligheid met
de campagne «senioren en veiligheid» aandacht voor verschillende vormen van criminaliteit
waar ouderen regelmatig slachtoffer van worden. In dit kader is bij de afgelopen seniorenmaand
ook een (ook digitale) brochure uitgebracht die eenvoudig te raadplegen is via de
website maakhetzeniettemakkelijk.nl.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.