Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Piri, Belhaj, Jasper van Dijk, Ceder en Kuzu over ‘De Nederlandse militairen zijn weg uit Afghanistan, maar hun tolken lopen gevaar’
Vragen van de leden Piri (PvdA), Belhaj (D66), Jasper van Dijk (SP), Ceder (CU) en Kuzu (DENK) aan de Ministers van Defensie en Justitie en Veiligheid over het bericht «De Nederlandse militairen zijn weg uit Afghanistan, maar hun tolken lopen nog gevaar» (ingezonden 29 juli 2021).
Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie) en van Staatssecretaris Broekers-Knol
(Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen
18 augustus 2021).
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het bericht «De Nederlandse militairen zijn weg uit Afghanistan,
maar hun tolken lopen nog gevaar»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is het exacte aantal Afghaanse tolken die voor de Nederlandse Defensie-missie
in Afghanistan hebben gewerkt en die nog op toestemming wachten om naar Nederland
te komen? Hoe verklaart u dat een maand na het vertrek van de Nederlandse troepen
uit Afghanistan nog altijd tientallen tolken en hun gezinnen niet in Nederland in
veiligheid zijn gebracht?
Antwoord 2
Om inzicht te geven in de stand van zaken met betrekking tot het proces van aanmelding
tot aankomst in Nederland, treft u onderstaand de aantallen per 15 augustus 2021.
Dit overzicht is een momentopname. Het kabinet onderneemt alle stappen die binnen
het eigen vermogen liggen om de tolken en hun gezinnen op een zo kort mogelijke termijn
naar Nederland over te brengen.
Tabel 1. Aantallen per 15 augustus 2021
Totaal aantal ingediende aanvragen.
(a. Aanvragen binnen dit totaal die recent (na 1 juli jl.) zijn ingediend)
549
a. 216
Totaal aantal aanvragers aangekomen in Nederland.
111
Aanvragers die niet in aanmerking komen.
259
Aanvragers die niet reageren op herhaalde oproepen.
37
Aanvragers waarvan nog niet vaststaat of zij aan de vereisten voldoen. Deze aanvragers
dienen nog (aanvullend) bewijs aan te leveren zodat beoordeling door Defensie mogelijk
is, of bewijs dient nog beoordeeld te worden.
75
Aanvragers waarvan bevestigd is dat zij in aanmerking komen, maar nog geen of onvoldoende
(identiteits)documenten hebben overlegd.
30
Aanvragers waarvan vaststaat dat zij aan de eisen voldoen: zij mogen naar Nederland
komen.
37
(a. aanvragers binnen deze groep die zich buiten Afghanistan bevinden)
a. 4
Sinds 1 juni jl. zijn 43 tolken met hun gezinnen naar Nederland overgebracht.
Er zijn verschillende redenen te benoemen waarom nog niet alle tolken in veiligheid
gebracht zijn. Dagelijks worden er nieuwe aanvragen ingediend, de aanvragen van deze
personen worden in een hoog tempo beoordeeld. Na instemming om naar Nederland te mogen
komen werden de aanvrager en zijn gezin meteen uitgenodigd op de ambassade om de reis
naar Nederland te regelen. Een aanvrager en zijn gezin dienden echter wel te beschikken
over een paspoort om te kunnen reizen: de toenmalige Afghaanse autoriteiten eisten
tot afgelopen vrijdag nog dat de tolk en zijn gezin beschikken over een paspoort om
Afghanistan te mogen verlaten. Ook luchtvaartmaatschappijen lieten geen personen reizen
zonder paspoort. Het kabinet zet zich maximaal in om te doen wat mogelijk is indien
een aanvrager niet over een paspoort beschikt. Om veiligheidsredenen kunnen ook nu
alleen mensen toegang krijgen tot het vliegveld – en dus worden meegenomen op evacuatievluchten – van wie de identiteit kan worden geverifieerd. Ook in deze onzekere situatie
zet Nederland zich ervoor in om daar een oplossing voor te vinden.
Daarnaast dienen tolken zelf ook in te stemmen met de spoedige reis: persoonlijke
afwegingen van de tolk en zijn gezin spelen hierbij een rol. Ook zijn er aanvragers
die niet reageren op correspondentie en/of niet kwamen opdagen voor hun afspraak op
de ambassade. Mogelijk zijn er ook tolken die voor Nederland en een ander land hebben
gewerkt, die een aanvraag bij het andere land indienden. Tevens bleken meerdere tolken
of hun gezinsleden COVID-19-positief te zijn getest op de dag voor hun vertrek naar
Nederland, waardoor het overbrengen naar Nederland vertraagd was.
In de beoordeling van de aanvragen is de afgelopen maand een duidelijke trend waarneembaar:
in toenemende mate worden aanvragen ingediend waarbij documenten bewerkt zijn en/of
verklaringen niet op waarheid berusten. Het aantal tolken dat recent wordt geïdentificeerd
als tolk die daadwerkelijk voor Nederland heeft gewerkt, is beperkter dan voorheen
het geval was. Uitzondering op deze trend zijn de tolken die voor de politiemissie
EUPOL in Afghanistan hebben gewerkt. Bij de «EUPOL-tolken» is juist een stijgende
trend in het aantal aanvragen en in het aantal positieve identificaties waarneembaar.
Vraag 3
Welke extra mogelijkheden gaat u benutten om te zorgen dat de tolken en hun gezinnen
alsnog zo spoedig mogelijk naar Nederland kunnen komen?
Antwoord 3
In de brieven 2021D21304 d.d. 2 juni 2021 en 2021Z12242 d.d. 8 juli 2021, bent u geïnformeerd over de acties die de Ministeries van Buitenlandse
Zaken, Defensie en Justitie en Veiligheid / IND reeds genomen hebben om het proces
te versnellen. Sinds 8 juli jl. is er zowel bij de IND als bij de ambassade in Kabul
en bij Defensie extra personele capaciteit toegevoegd ten behoeve van het beoordelen
en overbrengen van tolken met hun gezin naar Nederland.
Vanwege de verslechterende veiligheidssituatie heeft het kabinet de afgelopen periode
daarnaast alle mogelijke maatregelen genomen om het proces van het in veiligheid brengen
van tolken die voor Nederland hebben gewerkt in het kader van een internationale militaire
of politie-missie in Afghanistan, lokale staf en hun kerngezinnen te versnellen en
de procedures te versoepelen. Voor tolken is besloten de overige vereisten in de procedure
te laten vervallen nadat door Defensie is bevestigd dat betrokkene inderdaad als tolk
voor Nederland heeft gewerkt. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 dienden
de aanvrager en zijn gezin wel te beschikken over een paspoort om te kunnen reizen:
de toenmalige Afghaanse autoriteiten eisten dat de tolk en zijn gezin beschikken over
een paspoort om Afghanistan te mogen verlaten. Het kabinet zet zich maximaal in om
te doen wat mogelijk is indien een aanvrager niet over een paspoort beschikt.
Met het toenemen van de crisissituatie is het steeds lastiger geworden voor tolken,
lokale staf en hun gezinnen om de benodigde reisdocumenten te verkrijgen van de Afghaanse
overheid. Om veiligheidsredenen kunnen ook nu alleen mensen toegang krijgen tot het
vliegveld – en dus worden meegenomen op evacuatievluchten – van wie de identiteit
kan worden geverifieerd. Ook in deze onzekere situatie zet Nederland zich ervoor in
om daar een oplossing voor te vinden.
Vraag 4
Is het bij u bekend dat de wachttijden bij paspoortaanvragen in Afghanistan significant
zijn toegenomen, nu Afghanen vanwege de nijpende veiligheidssituatie en de dreiging
van de taliban zich genoodzaakt zien het land te verlaten? Bent u zich ervan bewust
dat dit ook speelt bij de Afghanen die in aanmerking komen voor de Nederlandse tolkenregeling?
Zo nee, bent u bereid dit te achterhalen? Zo ja, deelt u de zorgen dat Afghaanse tolken
en hun gezinnen, die in aanmerking komen voor de Nederlandse tolkenregeling, zodoende
extra lang in onveiligheid moeten wachten op een Afghaans paspoort voor zichzelf en
voor hun gezinnen?2
Antwoord 4
Tot afgelopen vrijdag duurde met name het verkrijgen van een e-tazkira lang (veelal
ongeveer 2 maanden). Deze e-tazkira is nodig voor Afghanen om een paspoort aan te
vragen. Het aanvragen van een paspoort duurde tot afgelopen vrijdag ongeveer twee
weken. Het kabinet heeft in kaart gebracht voor welke aanvragers het ontbreken van
documenten een probleem is en probeert voor die gevallen oplossingen te vinden. De
ambassade in Kaboel begeleidde aanvragers die in aanmerking komen proactief door ze
op de juiste stappen te wijzen, of aanvragers in uitzonderlijke gevallen met een vertrouwensadvocaat
in contact te brengen. Daartoe was de ambassade in Kaboel ook in overleg met andere
gelijkgezinde landen die tegen zelfde problemen aanlopen.
Na instemming om naar Nederland te mogen komen werden de aanvrager en zijn gezin meteen
uitgenodigd op de ambassade om de reis naar Nederland te regelen. Een aanvrager en
zijn gezin dienden echter wel te beschikken over een paspoort om te kunnen reizen:
de toenmalige Afghaanse autoriteiten eisten tot afgelopen vrijdag nog dat de tolk
en zijn gezin beschikken over een paspoort om Afghanistan te mogen verlaten zoals
ook is aangegeven in het antwoord op vraag 2. Het kabinet zet zich maximaal in om
te doen wat mogelijk is indien een aanvrager niet over een paspoort beschikt, ook
in de huidige onzekere situatie.
Vraag 5
Bent u gezien deze zorg bereid om in lijn met de motie Piri c.s.3 reisvisa te verstrekken aan de resterende tolken en hun gezinnen die in aanmerking
komen voor de tolkenregeling en die momenteel een Afghaans paspoort afwachten en waarbij
wel de identiteit vaststaat door bijvoorbeeld een tazkera? Zo ja, op welke termijn?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het kabinet is bereid om aan tolken en hun gezin, waarvan is ingestemd dat zij naar
Nederland mogen komen, visa te verstrekken. We weten echter in de huidige onzekere
situatie nog niet of deze ook geaccepteerd worden door de lokale autoriteiten. Het
kabinet zet zich maximaal in om te doen wat mogelijk is indien een aanvrager niet
over een paspoort beschikt, ook in de huidige onzekere situatie.
Vraag 6
Deelt u daarnaast de mening dat, gezien de veiligheidssituatie in Afghanistan de Nederlandse
overheid, net als met de tolken die actief waren voor de Nederlandse missie in Afghanistan,
de zware verantwoordelijkheid heeft om voormalig lokale tolken die de Nederlandse
inzet binnen de politietrainingsmissie EUPOL mogelijk hebben gemaakt in veiligheid
te brengen in Nederland? Komen deze tolken en hun gezinnen in aanmerking voor de Nederlandse
tolkenregeling? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja, tolken die kunnen aantonen dat zij hebben gewerkt voor Nederlandse functionarissen
binnen de EUPOL-missie in Afghanistan, kunnen een aanvraag indienen om met hun directe
gezinsleden overgebracht te worden naar Nederland. Een viertal van deze tolken is
ook al in Nederland.
Vraag 7
Wat zijn de exacte voorwaarden voor lokale medewerkers, die bijdroegen aan EUPOL,
om in aanmerking te komen voor de Nederlandse tolkenregeling? Verschillen deze voorwaarden
voor de tolken die bijdroegen aan de Nederlandse defensie-missie in Afghanistan?
Antwoord 7
Een aanvrager dient aan te tonen dat hij als tolk voor een Nederlandse functionaris
binnen de EUPOL-missie in Afghanistan heeft gewerkt. Een aanvraag wordt, net als bij
internationale militaire missies, individueel beoordeeld. De voorwaarden om in aanmerking
te komen om overgebracht te worden naar Nederland worden uitgelegd in het antwoord
op vraag 11.
Vraag 8
Heeft u een inventarisatie gemaakt van hoeveel Afghanen voor het Nederlands contingent
binnen EUPOL hebben gewerkt? Zo ja, wilt u die delen? Zo nee, bent u bereid om dit
zo snel mogelijk te doen? Hoeveel voormalig lokale medewerkers van EUPOL zijn reeds
naar Nederland en naar andere Europese landen gebracht?
Antwoord 8
Op dit moment zijn er 61 aanvragen van Afghanen die hebben aangegeven voor EUPOL
te hebben gewerkt. Deze aanvragen worden ruimhartig bezien. Elke dossier wordt individueel
beoordeeld of de aanvrager in aanmerking komt om te worden overgebracht naar Nederland.
Er zijn inmiddels 7 personen met hun gezin, die voor EUPOL hebben gewerkt en aan de
vereisten voldoen, naar Nederland overgekomen.
Vraag 9
Heeft u overleg gehad met uw collega’s van andere Europese landen, die actief waren
binnen EUPOL, om zo nodig afspraken te maken over de verdeling van voormalig lokale
EUPOL-medewerkers onder de deelnemende landen? Zo nee, bent u op korte termijn bereid
om dit te doen zodat het principe «no man left behind» ook geldt voor deze medewerkers?
Zo ja, wat houden deze afspraken in en zijn deze volgens u voldoende en duidelijk
genoeg om ervoor te zorgen dat alle lokale EUPOL-medewerkers en hun gezinnen die gevaar
lopen op de kortst mogelijke termijn in Nederland of elders in Europa in veiligheid
worden gebracht?
Antwoord 9
Over de behandeling van aanvragen van EUPOL-tolken heeft in Brussel overleg plaatsgevonden
tussen de deelnemende landen aan de EUPOL-missie. Dit heeft nog niet tot concrete
afspraken geleid. Om geen tijd te verliezen worden aanvragen van EUPOL-tolken die
voor Nederland hebben gewerkt door Nederland in behandeling genomen en zijn al meerdere
EUPOL-tolken, met hun gezin, in Nederland aangekomen.
Vraag 10
Bent u er daarnaast op de hoogte van dat Nederland, ondanks dat in de EASO-richtlijnen
bewakers en tolken beiden als «top priority target» voor de Taliban worden genoemd,
een uitzonderingspositie inneemt door lokale bewakers die doorgaans in zichtbare posities
voor de Nederlandse missie hebben gewerkt uit te sluiten van visa-programma's?4
Antwoord 10
Aanvragen van Afghaanse personen, die werkzaamheden hebben verricht in het kader van
een militaire missie in Afghanistan, worden altijd individueel beoordeeld. Elk coalitieland
hanteert hierbij eigen richtlijnen en maakt eigen afwegingen. Dit geldt ook voor Nederland.
In het antwoord op vraag 12 wordt nader ingegaan op deze afweging.
Vraag 11
Hoeveel Afghaanse bewakers hebben in totaal voor de Nederlandse missie in Afghanistan
gewerkt? Klopt het dat enkelen van deze groep reeds een asielaanvraag hebben ingediend,
maar niet in aanmerking zouden komen voor de Nederlandse regeling omdat zij niet voor
een «…substantial amount of time in a high profile position» hebben gewerkt? Bent
u alsnog bereid om deze aanvragen, en eventueel toekomstige aanvragen van andere bewakers,
in behandeling te nemen? Welke definitie van «substantial amount of time» en «high
profile position» hanteert u? Zou u deze definities openbaar willen maken?
Antwoord 11
Het is onbekend hoeveel bewakers er voor Nederland hebben gewerkt, of werkzaam zijn
geweest op multinationale militaire locaties, in het kader van een internationale
militaire missie in Afghanistan. Er is geen database aangelegd met de gegevens van
de betreffende bewakers.
Het kabinet maakt een onderscheid tussen Afghaanse tolken en andere Afghaanse lokale
medewerkers. Tolken werkten vaak persoonlijk voor Nederlandse militairen of Nederlandse
politiefunctionarissen en werden door militairen of politiefunctionarissen meegenomen
bij ontmoetingen of patrouilles, waar zij door toedoen van militairen of politiefunctionarissen
extra zichtbaar werden en vereenzelvigd met de missie. Een tolk was vaak persoonlijk
«gekoppeld» aan Nederlandse functionarissen tijdens deze werkzaamheden. Daarnaast
kreeg een tolk, door de gesprekken tussen Nederlandse militairen of politiefunctionarissen
en lokale vertegenwoordigers, vaak kennis van gevoelige informatie, hetgeen een extra
risico voor de tolk met zich mee kan brengen. De combinatie van deze factoren leidt
tot de speciale positie die tolken innemen: zij zijn extra kwetsbaar juist doordat
zij heel zichtbaar voor Nederland hebben gewerkt. Bij een aanvraag van een tolk om
naar Nederland overgebracht te worden volstaat het aantonen dat de aanvrager als tolk
voor Nederland of een Nederlandse functionaris heeft gewerkt.
Bij andere Afghaanse lokale medewerkers die een verzoek indienen om naar Nederland
overgebracht te worden vindt een individuele beoordeling plaats. Een medewerker moet
kunnen aantonen dat hij/zij een substantiële periode voor Nederland (of een Nederlandse
functionaris) heeft gewerkt in het kader van een internationale militaire (of politie-)missie.
Als richtlijn wordt een periode van tenminste 3 maanden gehanteerd. Een medewerker
moet tevens kunnen aantonen dat hij/zij nu bedreigd is vanwege die werkzaamheden.
Daarnaast wordt de aard van de werkzaamheden beoordeeld. Deze dienen zodanig te zijn
dat een medewerker regelmatig actief door Nederlandse militairen of Nederlandse politiefunctionarissen
in posities is gebracht, waar hij/zij werd extra zichtbaar en vereenzelvigd met de
missie. Het kabinet heeft vanwege de veiligheidssituatie in Afghanistan aangegeven
deze aanvragen ruimhartig te bezien.
Vraag 12
Deelt u de mening dat, aangezien er in de afrekeningen van de Taliban geen onderscheid
wordt gemaakt tussen Afghaanse tolken en lokale bewakers, ook de bewakers en hun gezinnen
in aanmerking moeten komen voor de Nederlandse regeling? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
gaat u in lijn met de motie Piri c.s.5 alle mogelijkheden benutten om ervoor te zorgen dat ook de bewakers en hun gezinnen
die voor de Nederlandse missie hebben gewerkt naar Nederland worden gehaald?
Antwoord 12
Een aanvraag van een Afghaanse medewerker wordt individueel beoordeeld. Bij de beoordeling
wordt onderscheid gemaakt tussen tolken en andere medewerkers, zoals uitgelegd in
het antwoord op vraag 11. Er is tot nu toe een klein aantal aanvragen van niet-tolken
gehonoreerd die na individuele beoordeling voldeden aan de criteria benoemd in het
antwoord op vraag 11.
De beoordeling van niet-tolken, waaronder beveiligers, is complex: het is onbekend
hoeveel beveiligers, logistiek medewerkers en andere personen voor Nederland hebben
gewerkt, of werkzaam zijn geweest op multinationale militaire locaties, in het kader
van een internationale militaire missie in Afghanistan. Veelal werden deze mensen
ingehuurd via een lokaal bedrijf (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2007–2008,
nr. 529). Tevens is de achtergrond van niet-tolken vaak onbekend: het overbrengen van personen
naar Nederland van wie de achtergrond niet bekend of verifieerbaar is, kan een veiligheidsrisico
voor de Nederlandse maatschappij opleveren. Het kabinet heeft vanwege de veiligheidssituatie
in Afghanistan aangegeven deze aanvragen ruimhartig te bezien.
Vraag 13
Bent u bereid iedere vraag afzonderlijk en, gezien de alsmaar verslechterende veiligheidssituatie
in Afghanistan, op de kortst mogelijke termijn en uiterlijk voor 30 augustus te beantwoorden?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.