Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Bikker over het bericht ‘Er woedt een machtsstrijd boven het euthanasiebed’
Vragen van het lid Bikker (ChristenUnie) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Er woedt een machtsstrijd boven het euthanasiebed» (ingezonden 21 juli 2021).
Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 11 augustus
2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving in het dagblad Trouw «Er woedt een machtsstrijd
boven het euthanasiebed»1 en «OM heeft harde kritiek op euthanasierichtlijn»2?
Vraag 2
Wat is uw reactie op bovenstaande nieuwsberichten?
Vraag 3
Wanneer en in hoeverre was u op de hoogte van de onenigheid tussen het Openbaar Ministerie
(OM) en de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) over de rolopvatting van
beide en de nieuwe richtlijn van november 2020?
Vraag 4
Vindt u onafhankelijke toetsing door het OM onontbeerlijk, omdat er bij euthanasie
sprake is van een onontkoombare beslissing?
Vraag 5
Hoe interpreteert u de taakomschrijving van de RTE uit artikel 8 van de Wet toetsing
levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtlvhz) en de verwijzing in dit
artikel naar de zorgvuldigheidseisen, zoals omschreven in artikel 2? Moet hier wat
u betreft sprake zijn van een volle toets op het handelen van de arts?
Vraag 6
Deelt u de zorg over de zorgvuldigheid bij het totstandkomen van de nieuwe richtlijn
en de gevolgen van de huidige onenigheid? Hoe beoordeelt u in dit licht de juridische
zekerheid voor artsen, patiënten en familie op dit moment?
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe u de kritiek van het OM en de KNMG weegt en op welke wijze u daar
gevolg aan geeft? Kunt u hierbij specifiek ingaan op de positie van de groep wilsonbekwame
patiënten die niet onder de definitie uit het arrest van de Hoge Raad onder zaaknummer
19/04910 vallen? Wie moet in de aanloop naar een nieuwe richtlijn volgens u de definitie
van de groep die onder het arrest valt vaststellen en moet er overeenstemming zijn
tussen RTE, OM, KNMG en het Ministerie van Justitie en Veiligheid? Zo ja, hoe beoordeelt
u het ontbreken daarvan? Zo nee, hoe weegt u dit in het licht van de zorgvuldigheid?
Vraag 8
Is de onenigheid die ontstaan is onderdeel geweest van het overleg dat volgens art.
19, lid 2 Wtlvhz, sub c gevoerd is met het OM en de Inspectie gezondheidszorg en Jeugd?
Zo ja, wat zijn de bevindingen? Zo nee, wanneer wordt dit geagendeerd?
Vraag 9
Bent u het met het OM eens dat een onafhankelijk onderzoek naar de oordelen van de
toetsingscommissies het strafrecht weer juist kan positioneren, nu het OM steeds minder
dossiers doorgestuurd krijgt? Wat vindt u van de ontwikkeling dat het aantal euthanasiezaken
stijgt, maar dit niet blijkt uit de zaken die het OM krijgt? Komt de beschermwaardigheid
van het leven voldoende tot uiting in de huidige praktijk?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Bikker (ChristenUnie),
van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Er woedt
een machtsstrijd boven het euthanasiebed» (ingezonden 21 juli 2021) niet binnen de
gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde
informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.