Schriftelijke vragen : Het rapport ‘AR6 Climate Change 2021: The Physical Science Basis’ van het IPCC
Vragen van de leden Teunissen en Van Raan (beiden PvdD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het rapport «AR6 Climate Change 2021: The Physical Science Basis» van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) (ingezonden 10 augustus 2021).
Vraag 1
Kent u het rapport «AR6 Climate Change 2021: The Physical Science Basis»?1
Vraag 2
Kunt u een uitgebreide reactie formuleren op dit rapport? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Onderschrijft u de conclusie van het IPCC rapport dat het «onbetwistbaar» en «onmiskenbaar»
is dat de huidige opwarming wordt veroorzaakt door menselijke activiteiten? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 4
Onderschrijft u de conclusie van het IPCC rapport dat de omvang van de recente veranderingen
in het gehele klimaatsysteem en de huidige staat van vele aspecten van dat klimaatsysteem
geen gelijke kent in het verleden van honderden tot duizenden jaren? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 5
Onderschrijft u de conclusie van het IPCC rapport dat geen plek op de wereld meer
ontkomt aan de gevolgen van door menselijk handelen veroorzaakte klimaatverandering?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Onderschrijft u de conclusie van het IPCC rapport dat de verbeterde kennis van klimaatprocessen,
paleoklimaatbewijs en de reactie van het klimaatsysteem op toenemende stralingsforcering
een nauwkeurigere schatting geeft van het evenwicht van de klimaatgevoeligheid van
3°C in vergelijking met AR5? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Onderschrijft u de conclusie van het IPCC rapport dat de mondiale oppervlaktetemperatuur
onder alle beschouwde emissiescenario’s zal blijven stijgen tot ten minste het midden
van de eeuw en dat de opwarming van de aarde van 1,5°C en 2°C in de 21e eeuw zal worden
overschreden, tenzij de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen de komende decennia sterk wordt verminderd? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 8
Onderschrijft u de conclusie van het IPCC rapport dat veel veranderingen in het klimaatsysteem
(zoals een toename van de frequentie en intensiteit van extreme hitte, hittegolven
op zee en zware neerslag, agrarische en ecologische droogtes in sommige regio's en
het aandeel van intense tropische cyclonen, evenals verminderingen van Arctisch zee-ijs,
sneeuwbedekking en permafrost) groter worden in directe relatie tot de toenemende
opwarming van de aarde? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Onderschrijft u de conclusie van het IPCC rapport dat voortdurende opwarming van de
aarde naar verwachting de mondiale watercyclus verder zal intensiveren, inclusief
de variabiliteit, de wereldwijde moessonneerslag en de ernst van natte en droge gebeurtenissen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Onderschrijft u de conclusie van het IPCC rapport dat in scenario's met toenemende
CO2-emissies de koolstofopslag van de oceaan en het land naar verwachting minder effectief
zijn in het vertragen van de ophoping van CO2 in de atmosfeer? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Onderschrijft u de conclusie van het IPCC rapport dat veel veranderingen als gevolg
van de uitstoot van broeikasgassen uit het verleden en de toekomst onomkeerbaar zijn
gedurende eeuwen tot millennia, vooral veranderingen in de oceaan, ijskappen en het
mondiale zeeniveau? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Wat zijn de vijf belangrijkste conclusies die u trekt uit dit IPCC rapport voor zover
ze betrekking hebben op het Nederlandse kabinetsbeleid?
Vraag 13
Erkent u dat het economische systeem gebaseerd op groei aan zijn einde is en dat we
toe moeten naar een economisch systeem binnen de grenzen van de aarde en waarbij we
uitgaan van de brede welvaart?
Vraag 14
Kent u het bericht «Snellere afsmelting Antarctica vormt grote bedreiging voor Nederland»?2
Vraag 15
Onderschrijft u de stelling dat de toekomst van Nederland op de lange termijn erg
onzeker is doordat het ijsverlies op Antarctica sterk kan versnellen als de opwarming
hoog uitpakt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 16
Onderschrijft u de stelling van de onderzoeker van het Koninklijk Nederlands Instituut
voor Onderzoek der Zee (NIOZ) dat de cijfers over de zeespiegelstijging (afhankelijk
van de hoogte van de CO2-uitstoot zullen de oceanen deze eeuw circa 32 tot 101 centimeter stijgen) een ondergrens
zijn, aangezien zeespiegelstijging ontstaat uit bronnen waar grote onzekerheid over
bestaat? Zo nee, waarom niet?
Vraag 17
Onderschrijft u de stelling van de onderzoeker van het NIOZ dat als het ijsverlies
op Antarctica in de praktijk flink harder gaat, dit specifiek grote gevolgen voor
Nederland heeft, aangezien Nederland bij sterke opwarming rond 2100 te maken krijgt
met tot 8 procent meer zeespiegelstijging dan het wereldgemiddelde (in verband met
het zwaartekrachteffect)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Onderschrijft u de stelling van de onderzoeker van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch
Instituut (KNMI) dat het cruciaal is zo snel mogelijk de omslag naar een CO2-vrije economie te maken, als we ons en ons nageslacht de tijd willen gunnen om een
zeespiegelstijging van meer dan 1 à 2 meter zo lang mogelijk uit te stellen? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 19
Kent u het bericht «Door klimaatverandering wordt Nederland heter, natter én droger»?3
Vraag 20
Erkent u dat het waarschijnlijk is dat er een verband is tussen door de mens veroorzaakte
klimaatverandering en overstromingen en dus ook specifiek de overstroming in Limburg?
Zo nee, hoe weerlegt u de uitleg van de IPCC wetenschapper dat dergelijke verbanden
waarschijnlijk zijn?
Vraag 21
Onderschrijft u de conclusie van de klimaatonderzoeker van het KNMI dat Nederland
tussen twee hotspots van klimaatverandering in zit en hierdoor perioden van droogte
en extreme neerslag naast elkaar toenemen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 22
Onderschrijft u de conclusie van de klimaatonderzoeker van het KNMI dat als er wordt
geschreven dat het gemiddeld op aarde nog 5 graden warmer kan worden, dat dus betekent
dat het gemiddeld boven land 7 of 8 graden warmer kan worden, ook in Nederland? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 23
Kent u het bericht «IPCC: klimaatverandering raakt nu hele wereld en wordt sterker»?4
Vraag 24
Onderschrijft u dat in hoeverre de opwarming in de toekomst doorzet, afhangt van het
handelen van de mens? Zo nee, waarom niet?
Vraag 25
Erkent u dat in het meest ambitieuze scenario (SSP1–1.9), waarbij de mensheid massaal
inzet op duurzaamheid, de opwarming aan het einde van deze eeuw zal uitkomen op 1,4°C
(tussen de 1,0°C en 1,8°C) en dat in het minst ambitieuze scenario (SSP5–8.5), waarbij
de mens lang vasthoudt aan gebruik van fossiele brandstoffen, de opwarming oploopt
tot 4,4°C (tussen de 3,3°C en 5,7°C)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 26
Deelt u de mening dat een planeet met meer dan 4°C opwarming niet langer een leefbare
planneet met een toekomstperspectief is? Zo nee, waarom niet?
Vraag 27
Erkent u dat naarmate de temperatuur meer stijgt de kans op onomkeerbare tipping points
groter wordt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 28
Bent u zich ervan bewust dat áls het landen lukt hun huidige doelen te halen, de opwarming
van de aarde op circa 2,0°C zal uitkomen rond 2050 en dat dit een te groot risico
met zich meebrengt?
Vraag 29
Bent u bereid om, in het licht van de wetenschappelijke inzichten van het IPCC, het
Nederlandse klimaatbeleid dusdanig aan te scherpen, zodat Nederland zich maximaal
inspant om de opwarming van de aarde zo snel mogelijk te beperken tot 1.5°C? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 30
Erkent u dat het aansporen van andere landen om hun ambities voor het terugbrengen
van CO2-uitstoot te verscherpen u niet ontslaat van de plicht om zelf ook veel ambitieuzer
klimaatbeleid te voeren dan u nu doet?5
Vraag 31
Kent u de uitspraak van Secretaris-Generaal van de UN dat dit rapport «de doodsklok
moet luiden» voor kolen, olie en gas en deelt u deze uitspraak? Zo nee, waarom niet?6
Vraag 32
Erkent u de conclusie dat het inmiddels onverantwoordelijk en roekeloos is nog naar
nieuwe voorraden fossiele brandstoffen te speuren en bronnen te ontwikkelen? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 33
Erkent u dat uitstoot van de huidige geplande wereldwijde fossiele infrastructuur
het emissiebudget dat er nog is – om een kans te hebben om onder de 1.5°C opwarming
te blijven – ruimschoots overstijgt?7
Vraag 34
Erkent u dat Nederland – met Shell als één van de grootste fossiele bedrijven, met
de grootste benzine overslaghaven ter wereld, als de op één na grootste exporteur
van vlees en zuivel ter wereld en als een van de grootste financiële dienstverleners
op het gebied van fossiele investeringen – een speciale verantwoordelijkheid heeft
om, gezien de huidige en historische broeikasgasuitstoot die deze activiteiten veroorzaken,
de noodzakelijke maatregelen te nemen om de opwarming van de aarde tegen te gaan?
Vraag 35
Erkent u dat het huidige tekortschietende energie- en klimaatbeleid voor wat betreft
uitstoot reductie, toekomstige generaties in gevaar brengt?
Vraag 36
Erkent u dat het huidige demissionaire Kabinet bij monde van Minister Wiebes tijdens
het debat over de Urgendazaak heeft verklaard dat «we eerder beter aan de veilige
kant hadden kunnen blijven» met betrekking tot het klimaatbeleid?8
Indieners
-
Gericht aan
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Indiener
Christine Teunissen, Kamerlid -
Medeindiener
L. van Raan, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.