Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 887 Wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 in verband met de afschaling van bijzondere maatregelen vanwege covid-19 bij verkiezingen
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 28 juli 2021
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit
wetsvoorstel voldoende voorbereid.
I. ALGEMEEN
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel
tot wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 (Twv) in verband met afschaling
van bijzondere maatregelen vanwege covid-19 bij verkiezingen.
Het wetsvoorstel om de Twv te wijzigen is ingediend, vanuit de achtergrond dat het
aantal coronabesmettingen afneemt. Maar begin juli zagen we in korte tijd het aantal
besmettingen enorm toenemen. Was dit wetsvoorstel toen al in voorbereiding? Wat betekenen
de huidige aantallen besmettingen, en de recente snelle stijging, voor dit wetsvoorstel
dan wel de huidige Twv?
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel
om enkele maatregelen ten opzichte van de regeling uit de tijdelijke wet verkiezingen
covid-19 af te schalen en een verdere afschaling op onderdelen mogelijk te maken.
De afgelopen weken hebben laten zien hoe onvoorspelbaar de epidemiologische situatie,
bijvoorbeeld door nieuwe mutaties, kan zijn. Deze leden achten het daarom verstandig
om te voorzien in een grondslag om voor komende verkiezingen nog maatregelen te kunnen
treffen. Tegelijkertijd zijn zij met de regering van mening dat de relatief hoge vaccinatiegraad,
met name onder generiek kwetsbare groepen, aanleiding geeft om ook enige afschaling
ten opzichte van de Twv te overwegen.
1. Achtergrond en noodzaak van het wetsvoorstel
2. Inhoud van het wetsvoorstel
2.1 Schrappen briefstemmen
De leden van de VVD-fractie zien de nadelen van briefstemmen. Zij begrijpen dan ook
de keuze van de regering om het briefstemmen voor kiezers van 70 jaar en ouder te
laten vervallen. Zij wachten de discussienota over dit onderwerp af.
2.2 Maximumaantal volmachten per kiezer terug naar twee
De leden van de D66-fractie vragen de regering of ook is overwogen om het maximumaantal
volmachten nog verder terug te brengen, gezien de inherente risico’s daarvan en de
opmerkingen van (buitenlandse) verkiezingswaarnemers daarover bij eerdere verkiezingen.
Het verder terugbrengen zou des te meer voor de hand kunnen liggen nu ervoor wordt
gekozen om de verkiezingen voor alle kiezers over meerdere dagen te verspreiden.
2.3 Vervroegd stemmen in het stemlokaal handhaven
Het vervroegd stemmen voorziet duidelijk in een behoefte, zo is gebleken. De leden
van de VVD-fractie vinden het een goede zaak dat vervroegd stemmen mogelijk blijft
in de Twv.
De leden van de D66-fractie hebben bij eerdere gelegenheden reeds aangegeven voorstander
te zijn van het invoeren van een permanente regeling om vervroegd stemmen mogelijk
te maken, onder andere om de opkomst te bevorderen. Deze leden bezien voorstellen
hieromtrent dan ook met een positieve grondhouding. Daarenboven zien zij echter ook
in de huidige situatie – mede gelet op het afschaffen van briefstemmen en het reduceren
van het maximumaantal volmachten – een goede reden om kiezers de mogelijkheid te geven
zich meer te spreiden. Zij hebben in dit licht wel enige vragen over de keuze om op
maandag en dinsdag de stemlokalen om 18:00 uur te sluiten, waar deze op woensdag om
21.00 uur sluiten. Een van de hiervoor aangevoerde redenen is dat bij de vorige Tweede
Kamerverkiezingen de avondopenstelling slechts in zeer beperkte mate werd gebruikt.
Deze leden vragen de regering om toe te lichten waarom dit een relevant precedent
is, aangezien bij de herindelingsverkiezingen – anders dan bij de Tweede Kamerverkiezingen –
vervroegd stemmen voor alle kiezers bedoeld is en daardoor een hogere opkomst op maandag
en dinsdag aannemelijk is. Tevens willen zij graag weten waarom de regering meent
dat verschillende sluitingstijden gedurende de drie dagen van de stemming niet verwarrend
zouden zijn, te meer daar de regering het wel «te verwarrend» acht als ook de openingstijden
verschillen. Kan de regering voorts een schatting geven van de extra kosten om de
stemlokalen gewoon op alle dagen tot 21:00 uur open te houden? Soortgelijke vragen
hebben deze leden als het gaat om het minimumaantal stemlocaties. Kan worden toegelicht
hoe precies tot de verdeelsleutel voor de Tweede Kamerverkiezingen is gekomen en waarom
ervoor is gekozen deze wel een-op-een te handhaven? Zou het niet in de rede liggen
om dit aantal iets te verhogen, nu het vervroegd stemmen voor alle kiezers is bedoeld?
En mochten gemeenten besluiten om meer stembureaus te openen dan dit minimum, kunnen
zij hiervoor dan ook financiële compensatie krijgen van het Rijk?
De fungerend voorzitter van de commissie, Martin Bosma
De adjunct-griffier van de commissie, Verhoev
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Martin Bosma, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
M. Verhoev, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.