Schriftelijke vragen : Het onterecht korten van leningen op de bijstand
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het onterecht korten van leningen op de bijstand. (ingezonden 22 juli 2021).
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat de gemeente Rotterdam Ibrahim kortte op zijn bijstandsuitkering
omdat hij een lening van zijn broer kreeg om (huur)schulden af te lossen?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de uitspraak van de rechter bij de Centrale Raad van Beroep die
zegt dat Ibrahim slachtoffer is van slecht beleid van de gemeente en dat de gemeente
de lening van Ibrahim’s broer niet had mogen korten?
Vraag 3
Onderschrijft u dat een lening geen inkomen is en dus niet gekort dient te worden
op de uitkering? Zo nee: mogen mensen in de bijstand dan niet lenen zonder gekort
te worden, om bijvoorbeeld een huurschuld af te betalen, om te voorkomen dat zij uit
huis gezet worden? En; zo nee: hoe zit dat dan met leningen van de kredietbank?
Vraag 4
Welke definitie van inkomen hanteert u? Hoe verhoudt zich dat tot gangbare wetenschappelijke
definities en de definitie die de belastingdienst gebruikt?
Vraag 5
Handelen gemeentes die leningen wel korten volgens u in strijd met de Participatiewet
en in strijd met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep?
Vraag 6
Gaat u de gemeenten informeren dat een lening geen inkomen is en dat zij afgesloten
leningen dus niet mogen korten op de bijstandsuitkering? Zo ja: hoe en wanneer? En
wat is de consequentie voor gemeentes die dit niet opvolgen?
Indieners
-
Gericht aan
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
Bart van Kent, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.