Schriftelijke vragen : Vervolgacties naar aanleiding van het eindrapport Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof
Vragen van het lid Tjeerd de Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de vervolgacties naar aanleiding van het eindrapport Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof (ingezonden 22 juli 2021).
Vraag 1
            
Klopt het dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in zijn rapport
               omtrent de afstandsgrens erop wijst dat zowel de uitgebreide modelanalyse als de data-analyses
               geen reden geven om een projectbijdrage na een bepaalde afstand vanaf de bron niet
               meer aan het project te relateren? Zo ja, wat is de reden dat toch wordt gekozen voor
               een afstandsgrens van 25 kilometer?1
Vraag 2
            
Deelt u de mening dat, ondanks dat deposities in de berekeningen worden afgekapt op
               25 kilometer, de daadwerkelijke emissie groter zal zijn en buiten de afstandsgrens
               daadwerkelijke stikstof zal neervallen die een negatief effect kan hebben op de omgeving?
            
Vraag 3
            
Kan worden toegelicht wat de reden is om niet de rekenkundige ondergrens aan te passen
               en juist ook voor wegverkeer een ondergrens te hanteren?
            
Vraag 4
            
Welke maximale afstand wordt tot op heden gehanteerd voor de beoordeling van luchtkwaliteit
               van de effecten van projecten op concentraties zoals fijnstof?
            
Vraag 5
            
Hoeveel stikstofdepositie in Nederland wordt door het veranderen van de rekenmethoden
               straks niet meer meegenomen en hoe staat dit in verhouding tot het daadwerkelijk overschrijden
               van de kritische depositiewaarden in Natura 2000-gebieden?
            
Vraag 6
            
Welke mitigerende maatregelen moeten extra genomen worden om dit gat op te vullen
               in Nederland?
            
Vraag 7
            
Erkent u dat op grond van de Habitatrichtlijn alle effecten van activiteiten moeten
               worden beoordeeld en dat deze bovendien in samenhang met effecten van andere activiteiten
               moeten worden beoordeeld?
            
Vraag 8
            
Ziet u dat een van de gevolgen van deze rekenmethode zal zijn dat de grote bronnen
               van stikstof, de zogenoemde piekbelasters, een groot voordeel ondervinden ten opzichte
               van kleine bronnen? Zo ja, welke grote projecten zouden hier op korte termijn een
               voordeel van kunnen hebben?
            
Vraag 9
            
Wat zijn de gevolgen van deze aanpak voor gebiedsgericht beleid gericht op het wegnemen
               van piekbelasters?
            
Vraag 10
            
Klopt het dat met deze aanpak in feite een drempelwaarde wordt ingevoerd?
Vraag 11
            
Erkent u dat het invoeren van een drempelwaarde juridisch niet houdbaar is, zeker
               zolang er geen generiek pakket met bewezen effectieve reductiemaatregelen tegenover
               staat, zoals de Raad van State aangeeft?2
Vraag 12
            
Bent u bereid de Raad van State om voorlichting te vragen over het gemaakte voorstel?
               Zo ja, wanneer wordt dit gedaan? Zo nee, waarom niet?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
T.C. (Tjeerd) de Groot, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.