Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bontenbal over nieuwe generatie kernenergie
Vragen van het lid Bontenbal (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over nieuwe generatie kernenergie (ingezonden 21 juni 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
14 juli 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de artikelen over nieuwe typen kerncentrales?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de kansrijkheid van nieuwe type kerncentrales, zoals het type «small
modular reactors» (SMRs)en de in ontwikkeling zijnde fusiereactor, in de context van
het Nederlandse energiebeleid? Bent u bereid deze opties op te nemen van portfolio
van technologieën die mogelijk een rol kunnen spelen in de decarbonisatie van onze
energievoorziening?
Antwoord 2
Voor Nederland is een CO2-vrije, betrouwbare en betaalbare energievoorziening belangrijk. Het energiebeleid
staat dan ook open voor verschillende realistische opties die hieraan een bijdrage
kunnen leveren. Voor een potentiële bijdrage van een energieoptie aan de ambities
speelt timing, naast bijvoorbeeld maatschappelijk draagvlak en ruimtelijke inpassing,
een grote rol. De energietransitie is urgent. In 2050 willen we 95% van alle CO2-uitstoot hebben teruggedrongen. Voor zover bekend, is er geen energiescenario van
een grote gerenommeerde organisatie (zoals IPCC, IEA) waarin fusie-energie wordt meegenomen
richting 2050. Ik vind het dan ook interessant dat General Fusion een eerste demonstratiereactor
voor kernfusie gaat bouwen in het Verenigd Koninkrijk en ik volg deze ontwikkelingen
met belangstelling.
Uit de marktconsultatie kernenergie komen SMRs als interessante optie naar voren.
SMRs bieden verschillende voordelen ten opzichte van de grotere typen kerncentrales.
Zo is de verwachting dat SMRs in serie gebouwd kunnen worden en met een kortere doorlooptijd
dan de grotere kerncentrales. Daar staat tegenover dat nu nog onduidelijk is in hoeverre
SMRs gevoelig zijn voor First-Of-A-Kind (FOAK) problematiek, omdat er nog geen ervaring
is opgedaan met het bouwen van dit nieuwe type kerncentrale voor commerciële toepassing.
Dit gebrek aan ervaring brengt risico’s van overschrijding van de bij de start van
het project geschatte kosten en doorlooptijd met zich mee. Dit geldt ook voor de vergunningverlening.
Uit de marktconsultatie volgt dan ook de aanbeveling om bij de eventuele bouw van
een nieuwe kerncentrale te kiezen voor een grotere generatie III+ kerncentrale.
SMRs bieden kansen voor CO2-reductie op langere termijn. Ik acht het dan ook van belang om in (inter)nationaal
verband samen te werken aan kennisontwikkeling en aansluiting te zoeken bij de Europese
toekomstige ontwikkeling van SMRs. Hiermee zorg ik ervoor dat Nederland goede aansluiting
behoudt bij kernenergie opties voor de nabije toekomst.
Vraag 3
Bent u bekend met de SMR van GE Hitachi? Hoe beoordeelt u de kosten van deze kerncentrale
in relatie tot andere CO2-vrije elektriciteitsbronnen?
Antwoord 3
Het IAEA heeft laten weten dat het SMR-concept van GE-Hitachi, samen met het concept
van NuScale Power, in de licentie-fase zit en daarmee het meest kansrijk lijkt om
op termijn beschikbaar te komen voor commerciële toepassing.
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 al aangaf is het nu nog onduidelijk in hoeverre
SMRs gevoelig zijn voor FOAK-problematiek. In de marktconsultatie kernenergie is aangegeven
dat de algemene verwachting van marktpartijen is dat in de periode 2027–2033 de eerste
SMRs op basis van Generatie III+-technologie operationeel zouden kunnen zijn. Grootschalige
commerciële implementatie van SMRs op basis van Generatie IV wordt pas rond 2045 verwacht.
Nederland kan al wel eerder kiezen voor een bepaald SMR ontwerp maar dan is het risico
op FOAK-problematiek groot.
SMRs worden ontworpen om per MW/h vergelijkbare kosten met zich mee te brengen als
de grotere, meer conventionele kerncentrales. Zoals bekend vraagt de bouw van een
kerncentrale hoge investeringen. De precieze kosten voor SMRs zijn lastig in te schatten
omdat ze nog nergens zijn gebouwd, maar uit de reacties in de marktconsultatie kernenergie
volgt dat deze voor een SMR van 300 MW tussen de 1,5 en 2,8 miljard euro zouden liggen.
Eenmaal gebouwd liggen de variabele kosten voor het in werking hebben van een kerncentrale
– in vergelijking tot conventionele elektriciteitsproductie met fossiele brandstoffen
– relatief laag. De variabele kosten van elektriciteitsproductie met zon en wind liggen
echter nog lager.
Kernenergie kan een bijdrage leveren aan de energietransitie omdat het CO2-arm is en ook regelbaar vermogen kan leveren in periodes met weinig wind en zon.
Grote internationale organisaties (Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC),
International Energy Agency (IEA), Nuclear Energy Agency van de Organisation for Economic
Cooperation and Development (OECD-NEA), International Atomic Energy Ageny (IAEA),
MIT) zien kernenergie dan ook als complementair aan zonne- en windenergie. Zoals aangekondigd
bij het aanbieden van de marktconsultatie kernenergie zal ik een scenario-studie (voor
de periode 2030-verder dan 2050) laten opstellen, waarbij zal worden ingegaan op de
relatie tussen diverse typen CO2-vrij vermogen en op welke wijze kernenergie inpasbaar kan zijn in de Nederlandse
energiemix.
Vraag 4
Onder welke voorwaarden zou het kabinet bereid zijn veilige en betaalbare kerncentrales
van een nieuwe generatie een volwaardige plek te geven in het Nederlandse energiebeleid?
Antwoord 4
Kernenergie maakt al onderdeel uit onze energiemix en de optie van nieuwe kernenergie
is ook niet uitgesloten in het Nederlandse energiebeleid. Bij de keuze voor een bepaalde
technologie is het van belang te kiezen voor een bewezen technologie die voldoet aan
geldende veiligheidseisen. Ook is financierbaarheid van belang waarbij er een goede
balans dient te zijn tussen de risico’s die marktpartijen en de overheid dragen.
Vraag 5
Bent u bereid om samen met andere lidstaten een Europees programma op te zetten voor
onderzoek, ontwikkeling en marktintroductie van kernenergie van een nieuwe generatie
(SMRs, kernfusie) kerncentrales?
Antwoord 5
Ik zie zeker mogelijkheden om met andere lidstaten samen te werken aan nieuwe generatie
kernreactoren. SMRs bieden mogelijkheden om CO2 te reduceren. Een belangrijke voorwaarde van marktintroductie van SMRs in Nederland
is de beschikbaarheid van locaties waar een kerncentrale kan worden gerealiseerd en
waar maatschappelijk draagvlak voor bestaat. Op basis van de marktconsultatie lijkt
de realisatie van SMRs op meerdere locaties in Nederland lijkt nu niet haalbaar.
Overigens draagt Nederland via de Europese Unie bij aan het fusie project ITER. Zoals
ik het zie liggen de rol en het belang van ITER voor Nederland vooralsnog in het hoogwaardige
onderzoek en niet in een mogelijke bron van energie in de toekomst tot 2050.
Vraag 6
Bent u bereid te overwegen een tendersystematiek op te zetten waarmee een nieuwe generatie
kerncentrales zoals SMRs in Nederland gerealiseerd kunnen worden als onderdeel van
een volledig CO2-vrije energievoorziening? Bent u bereid deze tendersystematiek zodanig vorm te geven
dat (net zoals bij offshore wind) kostprijsreductie in de tendersystematiek wordt
ingebouwd? Bent u het met de CDA-fractie eens dat een dergelijke tendersystematiek
kan helpen om de kosten van kernenergie controleerbaar te houden?
Antwoord 6
Bij Wind op Zee is de tendersystematiek heel succesvol gebleken. Een belangrijk deel
van dit succes bestaat uit het wegnemen van risico’s die voor marktpartijen lastig
te beheersen zijn. Voor het realiseren van kernenergie zie ik een parallel met voor
marktpartijen lastig te beheersen risico’s. Zoals ook uit de marktconsultatie kernenergie
naar voren komt, zijn marktpartijen bereid om risico’s te nemen die zij zelf kunnen
beheersen. Uiteraard zal ik de geleerde lessen meenemen in toekomstige trajecten,
ook als het kernenergie betreft.
Op dit moment is het echter nog te vroeg om een tender voor SMRs op te zetten omdat
deze commercieel nog niet beschikbaar zijn. Daarnaast blijkt uit de marktconsultatie
dat er naar verwachting onvoldoende draagvlak is om meerdere SMRs verspreid door het
land te bouwen. Maatschappelijk draagvlak is van groot belang voor de introductie
van nieuwe kernenergie. Voor een vergelijkbare elektriciteitsoutput moeten er 5–15
SMRs (afhankelijk van de grootte: variërend tussen 100–300 MW) neergezet worden als
alternatief voor een kerncentrale van 1500 MW. Het is in principe mogelijk om meerdere
SMRs op één locatie te bouwen maar uit de marktconsultatie blijkt dat dat waarschijnlijk
geen voordelen biedt ten opzichte van de bouw van één grote reactor.
Vraag 7
Is het uitsluiten van kernenergie in het Klimaatakkoord een verstandige beslissing
geweest?
Antwoord 7
Zoals het kabinet eerder heeft aangegeven is kernenergie een van de opties voor de
toekomstige energiemix (Kamerstuk 32 645, nr. 89). In de begeleidende brief bij het Klimaatakkoord is aangegeven dat verschillende
studies voor 2050 laten zien dat kernenergie op termijn een kosteneffectieve mogelijkheid
kan zijn en dat een positieve businesscase op lange termijn tot de mogelijkheden kan
behoren. Kernenergie is derhalve niet uitgesloten. Het Klimaatakkoord zelf ziet op
de maatregelen die nodig zijn om de CO2-reductiedoelstelling voor 2030 te halen. Gelet op de verwachte doorlooptijden voor vergunningverlening
en bouw van een nieuwe kerncentrale lijkt extra kernenergie in Nederland voor 2030
niet waarschijnlijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.