Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over ’de uitruil van geluidsruimte tussen kleine en grote luchtvaart op Groningen Airport Eelde’
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de uitruil van geluidsruimte tussen kleine en grote luchtvaart op Groningen Airport Eelde (ingezonden 17 juni 2021).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
            12 juli 2021).
         
Vraag 1
            
Kunt u bevestigen dat er geen bezwaar en beroep mogelijk is tegen de omzettingsregeling
               van Groningen Airport Eelde, omdat de omzettingsregeling een één-op-één omzetting
               van de gebruiksbepalingen van het aanwijzingsbesluit betreft waaruit geen nieuwe rechtsgevolgen
               voortvloeien? Zo nee, hoe zit dit dan?1
Antwoord 1
            
De Omzettingsregeling luchthaven Eelde is gebaseerd op artikel X van de Regelgeving
               burgerluchthavens en militaire luchthavens (hierna: RBML).2 Artikel X van de RBML is opgenomen in artikel 1 van bijlage 2 bij de Algemene wet
               bestuursrecht (hierna: Awb), ook wel de «negatieve lijst» genoemd. Er is met de omzettingsregeling
               geen sprake geweest van verandering van activiteiten of een ingreep op de luchthaven
               ten opzichte van de situatie met het aanwijzingsbesluit dat door de omzettingsregeling
               is vervangen. Door in de omzetting uit te gaan van het invoerscenario waarmee de geluidszone
               van het aanwijzingsbesluit is bepaald, is de maximale geluidsruimte van de luchthaven
               niet veranderd. Ook is er geen sprake geweest van wijzigingen van de start- of landingsbanen
               van de luchthaven. Tenslotte zijn de ruimtelijke beperkingen voor de omgeving van
               de luchthaven gelijk gebleven, omdat de geluidszones in de aanwijzing zijn omgezet
               in beperkingengebieden met dezelfde beperkingen als de situatie bij het aanwijzingsbesluit.
            
Gezien het feit dat de omzettingsregeling daarmee een één op één omzetting van de
               gebruiksbepalingen van het aanwijzingsbesluit betrof waaruit geen nieuwe rechtsgevolgen
               voortvloeiden is in de wet RBML bepaald dat tegen de omzettingsregeling geen mogelijkheid
               van een bezwaarschriftprocedure of een beroep op de bestuursrechter openstaat. Tegen
               het aanwijzingsbesluit, dat één op één is omgezet in de omzettingsregeling, heeft
               wel de mogelijkheid tot bezwaar en beroep opengestaan. Ook tegen het nieuw vast te
               stellen luchthavenbesluit voor Groningen Airport Eelde (GAE) staat de mogelijkheid
               van beroep open.
            
Vraag 2
            
Is er toetsing geweest door onafhankelijke deskundigen op de stelling dat de omzettingsregeling
               een één-op-één omzetting betrof zonder nieuwe rechtsgevolgen? Zo ja, wat was de uitkomst?
               Zo nee, waarom is dit niet gebeurd?
            
Antwoord 2
            
Nee, dit is niet gebeurd. Wel is het wetsvoorstel RBML integraal getoetst. Het «Meldpunt
               voorgenomen regelgeving» heeft de milieueffecten van het wetsvoorstel en het overgangsrecht
               bekeken. Daarnaast heeft het milieu en Natuurplanbureau (MNP) een ex ante evaluatie
               op het wetsvoorstel uitgevoerd. Het MNP heeft onder andere geconcludeerd dat het nieuwe
               stelsel meer mogelijkheden biedt om geluidsoverlast en risico’s te beheersen dan het
               toenmalige stelsel. Tot slot is het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State
               voorgelegd.
            
Vraag 3
            
Klopt het dat de omzettingsregeling op de negatieve lijst van de Algemene wet bestuursrecht
               is geplaatst, op basis van artikel IV van de Regelgeving burgerluchthavens en militaire
               luchthavens (RBML), en dat dit RBML-artikel is vervallen per 25 april 2013? Wat betekent
               dit voor de mogelijkheden om in beroep te gaan?
            
Antwoord 3
            
Met de inwerkingtreding van artikel IV van de RBML in 2009 is de negatieve lijst van
               de Awb gewijzigd en zijn de omzettingsregelingen (artikel X RBML) op deze lijst geplaatst.
               Op dat moment had artikel IV zijn werking gedaan en was «uitgewerkt». Artikel IV kon
               daarom vervallen en dat is met de Wet tot wijziging van de Crisis- en herstelwet gedaan.
               De omzettingsregelingen staan dus sinds 2009 op de negatieve lijst en dat is nog steeds
               het geval.
            
Vraag 4
            
Bent u bereid om de omzettingsregeling uit de negatieve lijst van de Algemene wet
               bestuursrecht te halen, zodat alsnog bezwaar en beroep mogelijk wordt? Zo nee, waarom
               niet?
            
Antwoord 4
            
Nee, hiertoe zie ik geen aanleiding. De overwegingen om geen beroep open te stellen
               tegen de omzettingsregeling zijn nog steeds valide. Het zou ook niet tot gevolg hebben
               dat beroep mogelijk wordt aangezien de omzettingsregelingen al jaren geleden zijn
               vastgesteld en de termijn voor het instellen van bezwaar en beroep bij de bestuursrechter
               volgens de artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb zes weken na bekendmaking van het besluit
               bedraagt. De omzettingsregeling zal worden opgevolgd door een luchthavenbesluit. Voor
               het nog vast te stellen luchthavenbesluit voor GAE staat de mogelijkheid van beroep
               wel open.
            
Vraag 5
            
Kunt u bevestigen dat in de omzettingsregeling het normenstelsel voor de geluidsruimte
               anders is dan in het aanwijzingsbesluit, aangezien er in het aanwijzingsbesluit onderscheid
               werd gemaakt tussen de kleine en grote luchtvaart bij de geluidshandhaving (Bkl- en
               Ke-zones) en er in de omzettingsregeling geen sprake meer is van afzonderlijke geluidshandhaving
               voor grote en kleine luchtvaart (Lden-grenswaarden in handhavingspunten)? Zo nee,
               hoe zit dit dan?3
Antwoord 5
            
Ja, het is correct dat met de in 2009 in werking getreden wet RBML een nieuwe geluidssystematiek
               in werking is getreden. De nieuwe geluidsnormering is voortgekomen uit de binnen de
               Europese Unie bestaande wens diverse vormen van geluid (o.a. door luchtverkeer) meer
               uniform te berekenen en te kunnen vergelijken. Binnen de Europese Unie is geconstateerd
               dat de verschillende lidstaten voor de aanpak van diverse geluidbronnen een afwijkende
               aanpak hadden en bij vliegtuiggeluid verschillende dosismaten worden gebruikt om de
               geluidbelasting rond luchthavens te meten respectievelijk te berekenen. In Europees
               verband is daarom in de Richtlijn inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai4een uniforme dosismaat voor geluid vastgesteld voor de geluidbelasting van luchtvaart,
               industrie en weg- en spoorwegverkeer. Met de Wet RBML is gekozen om bij deze Europese
               ontwikkeling aan te sluiten. Om die reden is in het Besluit burgerluchthavens het
               gebruik van de Europese dosismaat Lden voor al het geluid van startende en landende vliegtuigen rond alle burgerluchthavens
               voorgeschreven. Deze dosismaat heeft de specifieke Nederlandse geluidsmaten Kosteneenheid
               (Ke) voor de grote luchtvaart en de maat geluidsbelasting kleine luchtvaart (Bkl)
               die apart voor de kleine luchtvaart is ontwikkeld vervangen,
            
In de omzettingsregeling zijn de geluidszones gebaseerd op Ke en Bkl vervangen door
               een aantal handhavingspunten met grenswaarden voor geluid in Lden. Deze grenswaarden zijn berekend volgens het rekenvoorschrift voor de berekening
               van de Lden-geluidsbelasting uit de Regeling burgerluchthavens. Wel zijn de 35 Ke
               en de 47 Bkl-geluidszone uit het aanwijzingsbesluit in de omzettingsregeling gehandhaafd
               als ruimtelijk beperkingengebied.
            
Vraag 6
            
Kunt u uitsluiten dat het niet precies een één-op-één omzetting betreft, aangezien
               het normenstelsel van het aanwijzingsbesluit en de omzettingsregeling niet hetzelfde
               zijn? Zo ja, hoe zijn de twee verschillende normenstelsels precies hetzelfde, met
               precies dezelfde geluidshinder, onder dezelfde omstandigheden?
            
Antwoord 6
            
Met de Wet RBML is expliciet gekozen voor een nieuw geluidstelsel. Voor verdere duiding
               van de één op één omzetting en verschillen tussen de geluidstelsels verwijs ik naar
               de antwoorden op de vragen 1 en 5.
            
Vraag 7, 8
            
Kunt u aangeven hoe de verdeling (in percentages) is van de geluidsruimte zoals die
               bij de omzetting is berekend voor de kleine luchtvaart (voormalig Bkl) en de grote
               luchtvaart (voormalig Ke), waarbij voor de grote luchtvaart een onderverdeling wordt
               gemaakt tussen helikopterbewegingen van maatschappelijk belang en overige grote luchtvaart?
            
Kunt u bevestigen dat deze percentages volledig uitwisselbaar zijn, zolang de percentages
               opgeteld onder de 100% blijven? Zo nee, hoe zit het dan?
            
Antwoord 7, 8
            
In het aanwijzingsbesluit is uitgegaan van een invoerset met in totaal 69.100 vliegtuigbewegingen.
               Hiervan is ca. 85 procent klein verkeer, ca. 13 procent groot verkeer en iets meer
               dan 2 procent helikopterverkeer. Van deze laatste wordt in het aanwijzingsbesluit
               ca. 0.4 procent gekwalificeerd als «spoed». In de omzettingsregeling is deze invoerset
               als geheel gebruikt om de grenswaarden in de handhavingspunten (in Lden) te bepalen. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 6 betekent dit dat de beschikbare
               geluidsruimte bij de omzetting niet is veranderd. In de praktijk kan de realisatie
               van het verkeer op de luchthaven afwijken van het invoerscenario dat is gebruikt bij
               het vaststellen van de omzettingsregeling. Het uitgangspunt van de handhavingssystematiek
               blijft in alle gevallen dat de totale geluidbelasting volgend uit de realisatie de
               grenswaarden in de handhavingspunten niet mag overschrijden. Omdat de geluidsbelasting
               van het groot verkeer over het algemeen hoger is dan van klein of helikopter verkeer
               is er binnen de omzettingsregeling ruimte om in plaats van groot verkeer meer klein
               verkeer af te wikkelen. Andersom (meer groot verkeer in plaats van klein verkeer)
               is deze ruimte beperkt.
            
Vraag 9, 10
            
Kunt u bevestigen dat het normenstelsel in de omzettingsregeling dus «uitruil» van
               de geluidsruimte mogelijk maakt tussen kleine en grote luchtvaart, zodat een niet
               uitgevoerde vakantievlucht bijvoorbeeld kan worden ingeruild voor een veelvoud aan
               lesvluchten? Zo nee, hoe zit het dan?
            
Kunt u bevestigen dat, omdat het normenstelsel voor de geluidsruimte onder de omzettingsregeling
               anders is dan onder het aanwijzingsbesluit, er onder de omzettingsregeling meer geluidshinder
               mogelijk kan zijn dan onder het aanwijzingsbesluit? Zo nee, hoe zit het dan?
            
Antwoord 9, 10
            
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 5 is er met RBML één uniforme dosismaat
               voor geluid, de Lden, geïntroduceerd die de geluidsmaten Ke en Bkl voor respectievelijk het grote en het
               kleine luchtverkeer heeft vervangen. Er heeft geen wijziging plaatsgevonden in de
               geluidsruimte voor het vliegverkeer. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 8 kan
               het vliegverkeer op de luchthaven in de praktijk afwijken van het invoerscenario dat
               is gebruikt bij het vaststellen van de omzettingsregeling.
            
Vraag 11
            
Kunt u uitsluiten dat er gebieden zijn rondom Groningen Airport Eelde waar, als gevolg
               van bovengenoemde uitruil, omwonenden te maken krijgen met meer vliegtuiggeluid dan
               er maximaal mogelijk was onder het aanwijzingsbesluit? Zo nee, kunt u dan uitleggen
               waarom het toch een één-op-één omzetting wordt genoemd?
            
Antwoord 11
            
Voor het principe van de één op één omzetting verwijs ik naar de antwoorden op de
               vragen 1, 5 en 6. De totale geluidruimte is met de vaststelling van de omzettingsregeling
               hetzelfde gebleven. Lokaal kan er een verschuiving in de geluidsbelasting optreden
               gezien de systematiek die met grenswaarden in handhavingspunten in Lden anders is dan met geluidzones in Ke en Bkl.
            
Vraag 12
            
Bent u van mening dat het samenvoegen van de geluidsruimte van kleine en grote luchtvaart
               tot één eenheid, de Lden, een juiste schatting mogelijk maakt van het aantal omwonenden dat hinder ondervindt
               van het geluid van kleine vliegtuigen, met name lesvliegtuigen?
            
Antwoord 12
            
Ja. Zoals reeds aangegeven is de geluidruimte voor het vliegverkeer gezamenlijk hetzelfde
               gebleven. Om hinder onder omwonenden te voorkomen, zijn in de Omzettingsregeling luchthaven
               Eelde bovendien beperkingen gesteld aan het gebruik van de luchthaven via onder andere
               de openingstijden, een verbod op het uitvoeren van circuitvluchten met straalvliegtuigen
               en een begrenzing van het militair verkeer en worden beperkingen gesteld aan de ruimtelijke
               ontwikkeling binnen de beperkingengebieden. Deze beperkingen zijn rechtstreeks overgenomen
               uit het aanwijzingsbesluit.
            
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 moet er voor Eelde een luchthavenbesluit
               worden vastgesteld. In aanloop naar het luchthavenbesluit vind ik het van belang dat
               de luchthaven samen met belanghebbenden in de regio de gewenste ontwikkeling van de
               luchthaven gaat verkennen. In dit traject kunnen bijvoorbeeld ook verdere hinderbeperkende
               maatregelen met betrekking tot lesvluchten worden verkend. Ook kan worden bezien of
               het wenselijk is om in het luchthavenbesluit aanvullende operationele maatregelen
               ten aanzien van dit specifieke verkeer vast te leggen.
            
Vraag 13, 14
            
Kunt u uitsluiten dat de uitruil van geluidsruimte kan leiden tot meer stikstofuitstoot?
               Zo ja, hoe wordt dat geborgd? Zo nee, hoe wordt dat gecompenseerd?
            
Op welke manier voorzien de huidige vergunning(-en), indien de uitruil van geluidsruimte
               leidt tot meer stikstofuitstoot, in het toestaan van die stikstofuitstoot of zijn
               nieuwe vergunningen nodig?
            
Antwoord 13, 14
            
De vluchten die plaatsvinden vanaf Groningen Airport Eelde vallen binnen de vergunning
               op grond van de Wet natuurbescherming die door de provincies Groningen en Drenthe
               is verleend aan de luchthaven. De effecten van de vluchten op onder andere de stikstofdepositie
               zijn beoordeeld bij de verlening van de vergunning. Het huidige aantal vluchten op
               Eelde ligt substantieel lager dan de vergunde situatie.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.