Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellemeet inzake de weigering om meer geld te reserveren voor echtscheidingszaken
Vragen van het lid Ellemeet (GroenLinks) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de weigering om meer geld te reserveren voor echtscheidingszaken (ingezonden 2 juli 2021).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 12 juli 2021).
Vraag 1
Kent u het bericht dat de Nederlandse Orde van Advocaten verdere medewerking aan de
ontwikkeling van rechtshulppakketten heeft opgeschort omdat u weigert om meer geld
te reserveren voor echtscheidingszaken? Zo ja, klopt dit bericht?1
Antwoord 1
Dit bericht is mij bekend. Het klopt dat de NOvA onlangs haar medewerking aan de ontwikkeling
van rechtshulppakketten heeft opgeschort.
Vraag 2
Wat vindt u van de opvatting van de Orde dat de vergoedingen in het personen- en familierecht
achterblijven bij de gemaakte uren? Het klopt toch dat u deze opvatting onderschrijft?
Zo ja, waarom trekt u in de stelselherziening onvoldoende middelen uit om dit te corrigeren?
Klopt het dat u van echtscheidingsadvocaten verlangt dat hun vergoeding de facto dertig
procent daalt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot uw gisteren naar
de Kamer gestuurde rapportage waarin u spreekt van een «vruchtbare samenwerking»?
Antwoord 2
Ik deel de opvatting dat de vergoedingen voor de sociale advocatuur in het personen-
en familierecht het meeste achterblijven, zoals ook door de commissie-Van der Meer
is geconstateerd. Dat is de reden dat ik bij de stelselvernieuwing prioriteit geef
aan echtscheidingszaken. Daarnaast heb ik tot en met 2024 € 28 mln. vrijgemaakt voor
aanvullende vergoedingen in scheidingsprocedures. De beleidsregel waarin dit wordt
geregeld treedt uiterlijk 1 augustus in werking.
De stelling ten aanzien van het experiment scheiden dat ik van echtscheidingsadvocaten
verlang dat hun vergoeding de facto dertig procent daalt onderschrijf ik niet. Zoals
bekend geldt voor de huidige Kabinetsperiode dat de stelselvernieuwing rechtsbijstand
moet worden vormgegeven binnen de bestaande budgettaire kaders. Het geheel aan maatregelen
van de stelselvernieuwing biedt ruimte voor een vergoeding die 10 tot 20% hoger is
dan de vergoeding die advocaten nu gemiddeld per uur krijgen volgens de berekeningen
van de commissie Van der Meer. Dit komt neer op een bedrag tussen € 83,66 en € 91,27
excl. btw. We gaan er nu van uit dat dit een bedrag zal zijn van ongeveer € 86 exclusief
btw. Met het experiment scheiden maken we de beweging van een vergoeding in punten
naar een prijs per rechtshulppakket, die is gebaseerd op de benodigde tijdsinzet en
een uurtarief. Voor het experiment sluiten we aan bij het beschikbare uurtarief in
het nieuwe stelsel van € 86. Dit tarief komt overigens overeen met het gemiddelde
gerealiseerde uurtarief in het huidige stelsel, inclusief de tijdelijke toelage van
ongeveer een tientje. Daarnaast vergoeden we het daadwerkelijk aantal uren per zaak,
zoals dat is ingeschat door de werkgroep die het experiment heeft voorbereid en waaraan
de NOvA deelneemt. Daarmee is de vergoeding in het experiment gemiddeld bijna 50%
hoger dan de huidige gemiddelde vergoeding voor een echtscheidingszaak. Ik meen dat
we daarmee bijdragen aan een betere vergoeding voor advocaten en mediators in het
familirecht.
Vraag 3
Spelen vergelijkbare problemen ook op andere rechtsgebieden? Zo ja, welke?
Antwoord 3
Zoals in het antwoord op vraag 2 aangegeven gaan we voor de stelselvernieuwing vooralsnog
uit van een beschikbaar uurtarief van ongeveer € 86 exclusief btw. Dit geldt voor
alle rechtsgebieden.
Vraag 4
Bent u bereid om het initiatief te nemen om tot een vergelijk met de Nederlandse Orde
van Advocaten te komen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welk aanbod stelt u zich voor
om rechtshulp in echtscheidingszaken ook vanaf 2024 te garanderen?
Antwoord 4
Ik heb de afgelopen periode constructief met de NOvA samengewerkt. Ik ben dan ook
verrast door het bericht dat de NOvA haar medewerking aan de ontwikkeling van rechtshulppakketten
opschort. Ik zal op korte termijn in gesprek met de NOvA treden om te bezien hoe we
de samenwerking kunnen voortzetten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.